Zes maanden zaaien in de modder

Geplaatst op Donderdag, 27 oktober 2011
Zes maanden zaaien in de modder

De bladeren vallen, de eerste vorst gaat over de boerenkool en dus lonkt voor de ware runner de natuur. Ga de bossen in, zoek het open veld op. Bondscoach Honoré Hoedt zou het liefst alle lopers op de midden en lange afstand tot april naar de cross willen dirigeren. Omvang, kilometers maken. Hij kan het belang van die wintertraining niet genoeg benadrukken. ‘Zes maanden zaaien om in de zomermaanden te oogsten,\' zoals hij zegt.

Een oeroude wet in de atletiek, niks nieuws eigenlijk. En volgens Hoedt wordt het belang van een lang winterseizoen ook wel onderkend. Maar met de terugkeer van het Nationaal Crosscircuit wordt wel ‘een nieuwe Schwung\' beoogt, zoals hij het zegt. Het moet het crossseizoen extra cachet geven.
In de nieuwe opzet is Kerkrade (22 januari) toegevoegd aan Tilburg (tevens NK op 26 en 27 november), Soest (31 december) en Breda (4 en 5 februari), die ook waren opgenomen in het oude circuit, dat in 2006 ophield te bestaan. Hoedt: ‘Natuurlijk hadden we graag méér dan vier wedstrijden gehad, liefst acht. Maar nog mooier is dat atleten begrijpen dat er in het bos of het veld meer is te winnen dan alleen prijzengeld. De beloning van een lange winter crossen is een goede zomer.\'

Wie overigens voor het prijzengeld (de eerste drie per categorie) in aanmerking wil komen, moet in drie van de vier wedstrijden deelnemen. De laatste (Breda) is overigens verplicht. Wie in alle vier over de finish komt, krijgt bonuspunten. De beste drie bij de D- en C-junioren worden uitgenodigd een dag op Papendal te trainen bij bondscoach Grete Koens.

\"\"

Hoedt: ‘Een moddercultuur zoals in België hebben we hier in Nederland niet. Vroeger wel, in de jaren van Jos Hermens en Gerard Terbroke bijvoorbeeld. Het is anders geworden met de komst van de indooratletiek. Als je na een paar maanden crossen al wil gaan oogsten op de indoorbanen, kom je in de zomer te kort. Indoor biedt onvoldoende basis. Dat geldt zeker voor de jeugd tot een jaar of 23.\'

De komst van de vele kunststofbanen hebben ook invloed gehad. ‘Voorheen trainde je in de winter ook niet op die oude sintelbanen. Daar bleef je wel weg in de winter. Bos en veld waren dan logisch. Maar nu, met de kunststofbanen, is dat anders geworden. En vaak wordt op de baan dan kort werk gedaan, intensief ook nog. Dat geeft geen goede basis,\' aldus Hoedt.

Tonnie Dirks, in de jaren \'80 en \'90 van de vorige eeuw zeven keer nationaal crosskampioen, ziet nog een reden waarom de cross de laatste jaren in de knel is gekomen: de wegatletiek in het vroege voorjaar en najaar. ‘Ook omdat je op de weg meer kunt verdienen, blijven atleten weg van de cross. Goede zaak dus, dat je ook in het crosscircuit wat kunt verdienen. Je ziet dat atleten zich steeds meer specialiseren. Dat moet ook wel, maar cross en wegatletiek zitten elkaar niet in de weg.\'

Het crossen of veldlopen is in de beleving van Dirks, tegenwoordig trainer van regerend crosskampioene Miranda Boonstra, zeker weggezakt. ‘Vroeger stonden er 300, 400 deelnemers aan de start van de lange cross. Nu zie je er 70 of 80. En misschien 100 op de korte cross, die je destijds nog niet had.\'
In zijn jaren vocht Dirks menig modderduel uit met mannen als Marti ten Kate, Klaas Lok, Cor Lambregts, Gerard Nijboer, Marcel Tersteeg, Henk Gommer, Rob de Brouwer en Hans Koeleman. Afgezien van Jan Zeegers jr., die voor de oorlog ongenaakbaar was met 14 titels op de (lange) cross, was Dirks met zijn zeven kampioenschappen recordhouder, tot Kamiel Maase in 2006 hem met zijn achtste titel voorbij ging. Dirks wil zichzelf overigens niet vergelijken: ‘Maase was een internationale topper.\'

En Brabander Dirks was een nationaal fenomeen. ‘In die jaren was je als atleet nog niet zo gespecialiseerd. Je deed cross in de winter en daarna baan en weg. Maar voor mij was het een hoofdzaak. Ik ging in februari op stage naar Portugal om tijdens de NK goed te zijn. Want dat kampioenschap telde. René Godlieb en Herman Hofstee zeiden wel eens, dat ze hun gouden plakken op de baan graag zouden ruilen voor brons op de cross. Ik zou het nu overigens wel anders doen. Ik deed elke twee weken wel ergens een cross. Aan het einde van de winter was ik opgebrand. Ik zou nu minder wedstrijden lopen, dan zou ik een betere zomer hebben.\'

Net als Honoré Hoedt omarmt Tonnie Dirks de cross als basis voor de duuratleet. ‘Ook de korte cross, voor de middenlange afstand. Goed voor de kracht, uithoudingsvermogen, paslengte, sterke enkels, sterke voeten. En het tempo ligt lager, dat is ook goed bij de vorming van een stevige basis. De cross is ook Miranda\'s basis geweest voor haar 2.29,23 in de marathon van Berlijn. Ze vindt het ook heel leuk. Daarom is ze er in Tilburg bij om haar Nederlandse titel te verdedigen. Miranda gaat in een wedstrijd altijd heel diep, dus ook in Berlijn. Dat betekent dat het herstel langer duurt. Ze gaat nu op vakantie naar Zuid-Afrika en traint daar wel elke dag. In Tilburg is ze erbij.\'

\"\"

Als atleet had hij altijd spikes van 9, 12, 15 en 18 millimeter bij zich. ‘Als junior deed ik dat al.\' Hij was voorbereid op de omstandigheden. Maar als trainer ziet hij vaak junioren met spikes van slechts 6 millimeter aan de start staan, ook al is de modder enkeldiep. ‘En langere hebben ze vaak niet bij zich.\' Zegt dat iets over ‘onze\' crosscultuur? ‘Zeker wel,\' vindt Dirks. ‘We hebben nooit een echt goede cultuur gehad.\' En net als Hoedt spiegelt hij die aan de Belgische. ‘Daar heeft de cross wel een grote reputatie. Wij doen het vaak in mooie bossen, in België heb je drassige parkoersen in het open veld waar je door de koeienstront moet. We gingen er vroeger vaak naartoe. Marti ten Kate zei wel: niet vóór januari. Tot die tijd word je aan alle kanten voorbij gelopen, daarna zijn ze uitgeblust.\'

Voor Dirks is het een goede zaak dat het Nationaal Crosscircuit terugkeert. ‘Dat heeft ook te maken met de NK, die nu vroeg in het seizoen worden gehouden. Zónder het circuit was het crossseizoen eind november afgelopen. Daarna zou iedereen naar binnen zijn gegaan.\'

Tekst: Pim van Esschoten
Foto\'s: Erik van Leeuwen

Voor het Nationaal Crosscircuit dat van start gaat tijdens de Internationale loket.nl Warandeloop Tilburg op 26 en 27 november is een boekje gemaakt.