Rutger Smith: ‘Ik was te goed voor wat mijn lijf aan kon’

Geplaatst op Maandag, 22 augustus 2011
Rutger Smith: ‘Ik was te goed voor wat mijn lijf aan kon’

Van de Nederlanders in Daegu was Rutger Smith in het verleden het meest succesvol op de WK\'s. Hij kijkt terug op die successen en vertelt over zijn voorbereidingen.

\"\"‘Ik was te goed voor wat mijn lijf kon hebben\', zegt Rutger Smith. Het lijkt een mysterieus zinnetje, waarmee hij een verklaring geeft voor de pijntjes en kleine blessures in de aanloop naar de WK in Daegu. Afgelopen winter stootte hij de kogel weer bijna twintig meter ver. Eind april kwam hij bij een wedstrijd in de VS met de discus tot 65,60 meter, waarmee hij zich kwalificeerde voor de WK én nomineerde voor de Spelen van Londen.
‘Maar mijn lichaam was nog niet op het niveau dat het deze prestaties aan kon\', zo legt hij uit. ‘Ik ben er 2,5 jaar uit geweest en heb in die tijd nauwelijks goed kunnen trainen. Vanaf oktober tot december lukte dat vorig jaar weer. Ik kon 190 kilo bankdrukken en werd weer explosiever. Het overkomt je als het ware en je wilt het zo graag laten in de wedstrijden. Maar het ging eigenlijk allemaal iets te snel.\'
Waarmee hij vooral duidelijk wil maken dat de basis voor de piekprestaties ontbrak. En dan liggen die kleine pijntjes op de loer. Dus was hij na terugkeer uit Amerika uiterst spaarzaam met zijn wedstrijden. Hij wierp de discus naar 61,54 bij de FBK Games en werd met 63,52 Nederlands kampioen. De kogel ligt te wachten tot hij terug is van vakantie. ‘Na de WK doe ik waarschijnlijk nog mee bij de Arena Games in Hilversum en dan neem ik even rust\', weet hij al. Daarna hoopt hij een brede basis te leggen onder mooie prestaties in Londen, in zijn beide disciplines.

Twee WK-medailles
Smith heeft die in het verleden al gecombineerd tijdens grote toernooien en heeft twee WK-medailles in de prijzenkast hangen. Dat vraagt om een terugblik. Eerst beschrijft hij de WK van Helsinki in 2005.
‘Ik ging er in heel goede vorm heen. Had die zomer voor het eerst over de 21 meter gestoten en over de 65 meter geworpen. Op de eerste dag van het toernooi had ik \'s ochtends vroeg de kwalificatie kogel en kwam tot 20,26, wat voor dat tijdstip van de dag heel goed is. Maar ik had wel wat last van mijn knie en moest een pijnstillertje gebruiken. \'s Middags stond de kwalificatie discus op het programma en \'s avonds was dan meteen de finale kogel. Dat zou met die knie niet lukken, merkte ik na het middagslaapje. Met hulp van sportarts Peter Vergouwen heb ik van de WK-organisatie toestemming kunnen krijgen om geen discus te doen en wél die finale kogel.\'
‘Vlak voor het begin werd de lucht donker en dreigde het te gaan regenen. Ik wist dat ik meteen moest toeslaan en haalde in de eerste ronde 21,29. Alleen Adam Nelson was die avond beter en dus won ik zilver.\'

\"\"Osaka
Twee jaar later reist Smith naar Osaka, nadat hij in 2006 bij de EK in Gothenburg op beide onderdelen geen medailles wist te winnen. In Japan begint het discuswerpen op de dag na het kogelstoten.
´Het vreemde is dat ik dat jaar het vizier vooral op het kogelstoten had gericht en mezelf tot 22 meter in staat achtte. Nu stootte ik 21,04 in de kwalificatie, wat bizar ver is. Maar in de finale kwam ik slechts tot 21,13, terwijl ik dacht dat ik de strijd om goud aan zou kunnen gaan met Rees Hoffa. Ik was zó teleurgesteld over de vierde plaats, dat ik ´s nachts maar een paar uurtjes heb geslapen. Maar het gevolg was wel dat ik de volgende ochtend om 8 uur alles achter me kon laten en klaar was voor het discuswerpen.´
Opnieuw leverde Smith in de kwalificatie een uitstekende prestatie door 66,60 te werpen. Maar nu wist hij daar in de finale - twee dagen later - wel een goed gevolg aan te geven. Met een afstand van 66,42 won hij brons. ‘Gerd Kanter was met 68,94 de beste. Ik baalde wel dat Robert Harting me in de laatste ronde met 66,68 nog voorbij kwam. Maar al met al was ik erg tevreden met mijn prestaties in Osaka.\'

Kwakkelen
Daarna begint het kwakkelen, al staat hij bij de Spelen van Beijing wel in beide finales. Bij de laatste WK - Berlijn 2009 - ontbreekt Smith en dat geldt ook voor de EK van Barcelona in 2010. Maar dit jaar keerde hij terug op wereldniveau, al moest dat met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Pas volgend jaar denkt hij weer volledig belastbaar te zijn en dan gaat hij werken aan de grote doelen die hij zichzelf voor de komende jaren - ‘Ik denk voorlopig ook nog aan de Spelen van Rio in 2016 en sluit 2020 niet uit\'- heeft gesteld: 22 meter met de kogel en 70 meter met de discus.

WK belangrijker dan Spelen
Maar eerst dus de WK in Daegu. ‘Puur professioneel vind ik een WK nog belangrijker dan de Spelen. Het spreekt me gewoon meer aan, een echt atletiektoernooi\', zegt hij. ‘Al weet ik natuurlijk ook wel dat je met goede prestaties bij de Spelen veel meer aandacht krijgt. En uiteraard hoop ik dat er aan het eind van mijn carrière ook een Olympische medaille in die prijzenkast hangt.\'
Hoe het ook zij: Smith hecht vooral belang aan de toernooien. ‘Een flinke afstand werpen is niet het moeilijkste. Dat kan iedereen wel, bij wijze van spreken. Maar op het juiste moment presteren - \'s ochtends vroeg bij een kwalificatie en op de dag van de finale - daar gaat het in de sport om. Dan kijken de mensen naar je.\'

\"\"Gretig
In 1999 en 2000 won hij zijn eerste internationale medailles, bij Europese en wereldkampioenschappen voor junioren. ‘De gretigheid is er nog altijd en nu bij mijn comeback misschien wel meer dan ooit. Maar ik ben ook rustiger. Ik hoef niet in iedere training prestaties te leveren om me goed te voelen. Ik weet wat ik kan. Of ik straks 64 of 66 meter werp, zal me eerlijk gezegd worst zijn. Belangrijker is alles onder controle te houden. Mijn lijf herstelt wat minder snel dan tien jaar terug, maar ik wil die 22 en 70 meter halen en denk dat ik dat kan. Als dat niet zo was, was ik wel gestopt.\'

Tekst: Cors van den Brink - fotografie: Erik van Leeuwen

Op Atletiekunie.tv is een reportage van Mariëtte Zeedijk te zien over Rutger Smith en zijn coach Gert Damkat.