NOC*NSF houdt vast aan “top-acht” niveau

Geplaatst op Vrijdag, 17 september 2010
NOC*NSF houdt vast aan “top-acht” niveau

Atleten die willen deelnemen aan de spelen van 2012 in Londen zullen een redelijke kans moeten maken op een top-8 klassering. Aan dat uitgangspunt bij de voorgaande Olympische Spelen houdt NOC*NSF vast. De Atletiekunie staat achter die keuze. Dat bleek vrijdag bij de presentatie van de normen en limieten voor de Spelen van Londen. Bij de Paralympische Spelen geldt een top4 of top-6 positie als norm.

Per sport is vanaf nu duidelijk waar een Nederlandse sporter aan moet voldoen om zich te plaatsen voor de Olympische of de Paralympische Spelen. Op Nationaal Sportcentrum Papendal vertelde technisch directeur en Olympisch chef de mission Maurits Hendriks hoe de sportkoepel tot de huidige normen en limieten is gekomen. De eisen voor deelname zoals opgesteld door internationale sportfederaties worden in Nederland altijd aangescherpt op basis van het dat een sporter zich kwalificeert wanneer hij of zij heeft aangetoond een redelijke kans te hebben om op de Olympische Spelen bij de beste acht in zijn discipline te eindigen. Voor de Paralympische Spelen wordt de norm top 4-6 gehanteerd.

Aanvaardbaar
Uit de evaluatie van de Olympische Spelen 2008 van Beijing bleek, dat van de Nederlandse deelnemers 41 procent in de top 8 van zijn of haar sport is geëindigd. Bij de Paralympische Spelen eindigde 55 procent in de top 6. Hendriks: \"Onze conclusie is dat dit resultaat zeer aanvaardbaar is. Ook als je het vergelijkt met andere landen. We hadden daarom geen reden om de normen en limieten aan te scherpen.\'\'
Verder gaf vrijwel 100 procent van de coaches aan tevreden te zijn met het door NOC*NSF voor Beijing gehanteerde normen- en limietensysteem. Zij gaven aan dat er geen sporters zijn thuisgelaten die een top-8-positie hadden kunnen halen.

Atleten kunnen zich in 2011 alleen nomineren. In 2012 moeten ze dan vormbehoud tonen. Ook kunnen sporters zich in 2012 direct kwalificeren. In de atletiek geldt naast de limieten dat een top-12 klassering bij de WK van 2011 in Korea een nominatie oplevert. Voor het vormbehoud geldt dan in 2012 de nog vast te stellen B-limiet van de IAAF als eis. Genomineerde marathonlopers mogen vormbehoud ook aantonen in een halve marathon (met als eis 1.03 of 1.13).

Extra mogelijkheden
Meerkampers kunnen zich ook nomineren of kwalificeren door bij de meerkamp in Götzis in 2011 of 2012 bij de beste acht te eindigen. Voor de estafettes weer dat een positie bij de beste 12 landen in de IAAF-ranking een uitnodiging oplevert voor Londen. Voor de marathon geldt naast de limieten van 2.10.00 en 2.27.24 ook de mogelijkheid tot nominatie of kwalificatie door in de top-8 te eindigen bij een van de zogenoemde World Marathon Majors (Boston, Londen, Berlijn, Chicago, New York) met een tijd van 2.12 of 2.30.

Usain Bolt
Een vergelijking van de limieten voor Beijing en Londen laat de invloed zien van de nieuwe wereldrecords van Usain Bolt op 100 en 200 meter: hier zijn de limieten iets scherper. Een flink verschil is te zien op het relatief jonge en zich sterk ontwikkelende nummer 3000m steeple voor vrouwen: van 9.37,66 is de eis nu 9.25,25 geworden. De 110m horden ging van 13,48 naar 13,43. Voor discus mannen is met 64,50 bijna een meter meer nodig. Voor de tienkamp ging de eis van 8166 naar 8220 (zevenkamp: van 6159 naar 6280).

De normen en limieten en de aanvullende regelingen zijn te downloaden op de website van NOC*NSF.
Voor de Olympische Spelen kan dat hier.
Voor de Paralympische Spelen zijn nog geen concrete cijfers voorhanden, maar is de voorlopige informatie hier te vinden.