Molenhuis en Butter imponeren bij marathondebuut

Geplaatst op Maandag, 25 april 2011
Molenhuis en Butter imponeren bij marathondebuut

Met een verbluffende versnelling in de laatste twee kilometer heeft Michel Butter de Jaarbeurs Utrecht Marathon 2011 gewonnen in 2.17,36. De 25-jarige TDR-atleet schudde niet alleen Olfert Molenhuis (2.18,21) af, hij achterhaalde kort voor de finish ook nog eens de Keniaanse koploper John Kipkorir Mutai, die plotseling van winnaar tot strompelaar was geworden. Die inzinking kostte de Keniaan 9.900 euro, de premie die de in Nairobi werkzame Nederlandse zakenman Gert-Jan van Wijk had uitgeloofd voor een buitenlandse winnaar van de Dutch Battle in Utrecht.

\"\"

De Utrechtse opzet zorgde vooraf voor veel ophef. Het leverde ook het imponerende debuut van zowel Butter als Molenhuis op. Met sterke eindtijden, zeker gezien de tropische omstandigheden. ‘We hebben er twee serieuze marathonlopers bij in Nederland,\' zei TDR-trainer Guido Hartensveld na afloop. Woorden die Gerard Nijboer, adviseur wegatletiek bij de Atletiekunie, kon onderstrepen. ‘Voor beiden een geweldig debuut. Dit zijn geen jonkies meer, maar mannen.\'
Het trio Molenhuis, Butter en Mutai was overgebleven in de oorspronkelijke kopgroep van zes, waar Ronald Schröer (bij kilometer 23), Gert-Jan Wassink en Dekkers (beiden rond kilometer 30) uit waren weggevallen. Mutai versnelde bij kilometer 32, Molenhuis en Butter moesten passen en de Keniaan leek onbedreigd op de winst af te gaan. Tot Butter zijn versnelling inzette, juist op het moment dat bij de Keniaan het kaarsje uitging.

\"\"

Schaduw over impuls
De impuls voor de Nederlandse marathon die organisator Louran van Keulen voorstond, werd de laatste weken overschaduwd door de beschuldigingen van discriminatie. Het prijzengeld dat de (gecontracteerde) deelnemers aan de Dutch Battle aan de finish konden opstrijken, lag er immers niet voor een buitenlandse winnaar. Die kon slechts 100 euro opstrijken. Dat verschil werd, zeker in de Keniaanse pers, als zeer oneerlijk uitgelegd.
Vier dagen voor de marathon had Van Keulen tijdens de persconferentie nog gezegd dat de twee Keniaanse deelnemers aan de marathon bij de vrouwen (Lydia Kurgat, Viola Kimetto) gewoon naar Utrecht zouden komen, ook al zou sprake zijn van een Keniaanse startverbod. Toch stonden de twee er zondag niet. Kimetto was al in Duitsland en liep daar zaterdag een wedstrijd. Kurgat stond donderdag in Nairobi klaar voor de vlucht naar Nederland, maar keerde terug naar huis.
Van Keulen vertelt donderdag en vrijdag contact te hebben gehad met David Okeyo van de Keniaanse bond. ‘Er was sprake van een gerucht, dat Kenianen die zouden starten in Utrecht een jaar zouden worden geschorst. Officieel was er echter geen startverbod. Ik heb Okeyo gevraagd dat in een e-mail te bevestigen. Daar heeft hij niet op gereageerd.\' Okeyo heeft overigens op vrijdag een groot aantal atletenmanagers in Europa per mail laten weten, dat bij deelname in Utrecht ‘immidiate action\' zou volgen, zonder daarbij te vermelden welke actie.

\"\"

Een droom in duigen
Kenianen waren er niet in Utrecht, behalve John Kipkorir Mutai. Bij de Keniaanse bond KA is hij niet aangesloten. In Utrecht had hij zich op paasmaandag als recreant ingeschreven. Mutai zelf wilde na afloop niet veel kwijt. Hij vertelde afkomstig te zijn uit Eldoret en bevestigde zijn deelname aan de eerste internationale marathon van Jeruzalem, vorige maand. (Hij werd ook daar tweede in 2.26,54) Een vriend uit Parijs, waar hij dezer maanden verblijft, vertelde dat ze in de week voor ‘Utrecht\' hadden besloten tot deelname. Mutai zag een kans om een marathon te winnen. En dan die bonus van 10.000 euro opstrijken. In het zicht van de haven viel zijn droom in duigen...
Met zijn eindsprint voorkwam Butter pikante krantenkoppen als ‘Keniaan wint Dutch Battle\'. Enig medelijden met Mutai had hij niet. ‘Ik ben sportman, ik wil gewoon winnen. Dit het volgens dit scenario is gegaan, is alleen voor de organisatie mooi.\' In de voorbereiding, zo zei hij, had hij zich ook niet veel aangetrokken van alle verhalen over discriminatie. ‘Ik heb maanden naar deze dag toegeleefd. Dát was voor mij belangrijk. Ik begrijp al die vragen wel, ze mogen ook worden gesteld. Jammer alleen, dat het niet over sport gaat.\' Zijn trainer Guido Hartensveld erkende dat hij hem had geknepen, dat de Dutch Battle geen Dutch winnaar zou krijgen. ‘Maar alleen, omdat alle verhalen dan weer dáár over zouden gaan.\'

\"\"

Transformatie
Gerard Nijboer loofde de ‘transformatie\' van Butter tot een echte marathonloper. Hartensveld: ‘Ik wist wel dat hij volwassener was geworden. Niet te druistig, rustig achterin in de kopgroep. Ook rustig drinkend. En afmaken als het moet, maar ik wist natuurlijk niet of hij dát al had.\' Butter zelf: ‘Ik heb de hele voorbereiding als zeer plezierig ervaren. De trainingen met Rens Dekkers en Ronald Schröer samen (bij TDR, red.), het waren intensieve maanden.\' In het najaar loopt hij waarschijnlijk in Amsterdam zijn tweede marathon.

Waar Butter voor ‘Utrecht\' al een reputatie had met nationale titels op weg, cross en baan en zilver op de 10.000 meter tijdens de EK-23 in 2007 in Debrecen, was Olfert Molenhuis nog een onbekende. ‘Voor de buitenwereld sta ik er inderdaad vrij plotseling.\' De 27-jarige atleet uit Assen, die in Groningen traint bij Eddy Kiemel, kondigde vorig jaar aan op de marathon te willen debuteren. ‘En dan moet je het goed aanpakken.\' Molenhuis trainde tussen november en februari drie maanden in de VS. Opvallend voor een debutant was zijn taaiheid. In de kilometers voordat Butter wegsprong, hield hij het tempo strak en leek de betere van de twee. ‘Dat taaie heb ik uit de trainingen. Ik weet dat ik relatief makkelijk blijf lopen als het echt zwaar wordt. In dat laatste stuk kwam ik energie tekort. Maar dat is te trainen.\' Molenhuis kan bovendien (net als Butter) goed met de warmte omgaan. Dat biedt perspectief voor de grote toernooien, die vaak onder omstandigheden zoals gisteren in Utrecht worden gelopen.

\"\"Geen angst voor bakoven
Rens Dekkers en Ronald Schröer weten er alles van, na de EK in Barcelona van augustus vorig jaar. Het tweetal werd in Utrecht dan ook gerekend tot de favorieten. Schröer werd zesde (2.25,38), Dekkers vierde (2.19,44). Lang was Dekkers de aanvoerder in de kopgroep. ‘Er zat een lekker tempo in de wedstrijd. Elke keer als het even stilviel, deed ik er een schepje bovenop. Dan gaan we zo de bakoven in, dacht ik, en dan ben ik in het voordeel. Ik heb de ervaring, ik kan dan doortrekken. Ik was er niet bang voor. Maar bij kilometer 30 voelde ik de eerste vermoeidheid en ben in mijn eigen tempo verder gegaan. Je hoopt op overmoed bij de rest, maar ik ben gewoon op waarde geklopt.\'
Dekkers had genoten van de opzet van de Dutch Battle en de strijd, die hij zelf had geprobeerd hard te maken. ‘Ik was absoluut blij dat ik heb kunnen standhouden.\' In Barcelona was hij verrassend de beste Nederlander geworden. ‘Maar toen zat ik zo\'n flow. Ik kon van achteruit steeds mensen oprapen, dan ervaar je de pijn minder. Nu moest ik echt knokken en vechten om de streep te halen.\'
Zover kwam Geert-Jan Wassink niet. Hij stapte uit bij kilometer 30. ‘Warmtestuwing, het was gewoon angstig. De coördinatie was weg, ik ging bijna out. Ik ben gestopt, ben teruggewandeld naar en EHBO-post, waar ik bijna weer onderuit ging. En de eerste 25 kilometer ging het zo makkelijk.\' Een vergelijkbaar verhaal had Orphan van Faasen, die na tien loodzware slotkilometers wel de finish haalde (2.28,48). De kortgeschoren Wassink: ‘Volgende keer doe ik een petje op... Ja, ik heb heel veel geleerd vandaag.\'

\"\"

Ook Mariska Kramer, als triatlete zeer ervaren in het duursporten in de warmte, stapte onderweg uit. Pauline Claessen (Nijmegen Atletiek) kon daardoor de winst in de vrouwenrace grijpen in 2.56,22, voor Marka van Blitterswijk (Hellas) in 2.59,57. Die vreugde tijdens de laatste meters bij Claessen? ‘Ik was gewoon heel blij dat ik er was.\'

Verslag: Pim van Esschoten
Foto\'s: Erik van Leeuwen, zie www.erki.nl