Martina: ‘Komend weekend kan het sneller’

Komend weekend moet het Nederlands estafetteteam onder de 39 seconden lopen, vindt Churandy Martina. De Nederlands kampioen op 100 en 200 meter zei dat dinsdag na een afmattende training op Papendal.


Estafettetraining met volop media-aandacht

Terwijl de andere sprinters al verkoeling zoeken aan de rand van de atletiekkuil op het nationaal sportcentrum, jut coach Dennis Mitchell zijn pupil Churandy Martina nog even flink op. Een 250, een 200 en een 150 meter op volle snelheid vormen het toetje van een middagje estafette-training onder leiding van die andere coach, Troy Douglas.
Afgelopen weekend veroverde Martina de Nederlandse titels op de 100 en 200 meter. Van supertijden was in het Olympisch stadion van Amsterdam geen sprake (10,27 en 20,38), althans niet voor een man van zijn statuur. Maar Martina klaagde na zijn optreden over wat kleine pijntjes.
Coach Mitchell blijkt hem echter niet te willen ontzien, ook al strompelt zijn sprinter tussen de beproevingen door wat moeizaam over de baan. Deze week moet er nog even stevig geschaafd worden aan de vorm. Komend weekend loopt Martina een paar races bij de Diamond League in Londen en maandag vliegt hij naar huis. Dat wil zeggen: naar de omgeving waar de Antilliaanse atleet momenteel woont en traint, in Florida.

‘Alles leuk\'
Martina laat zich na de training kennen als een veelvraat. ‘Ik vind alles leuk\', zegt hij. ‘De 100 en de 200 meter, én de estafette. Ik heb geen voorkeur. Ik wil gewoon heel hard lopen.\'
Dat wil hij komend weekend vooral met zijn nieuwe maatjes van het estafetteteam. ‘Zonder veel te trainen hebben we ons weten te kwalificeren voor de WK (met een tijd van 39,09). Nu zijn de wissels beter en kunnen we in de 38 lopen\', vindt Martina. ‘En dan kan er in Daegu iets moois gebeuren. Misschien wel goud, waarom niet?\'
Waartoe het team in Zuid-Korea precies in staat zal zijn, wil Martina niet zeggen. ‘Ik ga geen tijd noemen en ook niet eisen dat we die WK-finale beslist moeten halen, want dan leg ik teveel druk op ons en dat is niet nodig. We moeten gewoon allemaal nog wat scherper worden, lekker lopen en dan komt het wel goed.\'

\"Silent leader\"
Troy Douglas noemt Martina de \"silent leader\", de zwijgende leider van het team. De 27-jarige sprinter loopt niet voor weg voor die verantwoordelijkheid. Hij beseft maar al te goed dat hij de man is met verreweg de meeste ervaring. ‘Twee Olympische Spelen, meerdere WK\'s\', zo somt hij op. Het is geen onbescheidenheid. ‘Iedereen is belangrijk voor het team, maar ik kan het misschien een beetje mooier maken. Ik weet dat ik een rolmodel ben voor sommige anderen. En ik kan ze tips geven over dingen die belangrijk zijn op grote kampioenschappen.\'
Dan grijnst hij even. ‘En ja ... ze luisteren naar me\', klinkt het tevreden.
Maar Martina zoekt vooral de gezelligheid van de estafette. ‘Het is teamwork en daar hou ik van. Dat hou ik ook de anderen voor: maak je geen zorgen, leg geen druk op jezelf. Troy heeft diezelfde ontspannen manier van werken en daar hou ik wel van.\'

Mitchell
Vanaf half juli hebben Martina en de andere \"nieuwe Nederlander\" Brian Mariano kunnen trainen met hun eigen coach Dennis Mitchell. Na de wedstrijd in Londen gaat Martina nog een paar weken \"in zijn eigen bedje slapen\", in de VS. Daar kan hij ook langs bij mijn eigen medische verzorgers en zij moeten hem van zijn pijntjes afhelpen, zodat hij in Daegu fris en in vorm aan de start staat. Maar ook op dat gebied geldt zijn adagium: ‘Maak je geen zorgen, het komt goed!\'

Records
Diezelfde onbevangenheid zorgde in 2004 en 2005 voor enige ophef in de Nederlandse atletiek, omdat Martina in die jaren regelmatig tijden liep waarmee hij onder het toenmalige Nederlands record van Troy Douglas (10,19) dook. Zijn eerste recordtijden liep hij in 2004 en in 2005 in Santo Domingo (beide keren 10,13), gevolgd door een 10,10 in Nassau. Maar steeds verzuimde hij een dopingcontrole aan te vragen. ‘Ik wist aanvankelijk niet dat dat nodig was en had er ook het geld niet voor\', zei hij achteraf. ‘Ik was ook niet zo bezig met records.\'
De tijd die hij later dat seizoen in Heusden liep (10,18) werd wel erkend: Martina werd daar uitgeloot voor een controle. In 2006 baarde hij opzien door vroeg in het seizoen 9,76 te lopen in El Paso, maar wel met een rugwind van 6,1 m/s. Een tweede regulier record volgde later dat seizoen, toen hij in Lausanne 10,10 liep en zelf regelde dat hij daar kon plassen voor de dopingcontrole.

Wendel Prince
Martina begon relatief laat aan een serieuze atletiekcarrière. ‘Ik deed allerlei sporten op Curaçao, tot ik tijdens een vijfkampje op school werd ontdekt door een atletiektrainer. Ik kwam terecht bij Wendel Prince, de man die alle bekende Antilliaanse sprinters heeft getraind. Op advies van onder meer Caimin Douglas kwam ik aan de Universiteit van Texas in El Paso terecht\', zo vertelde hij in 2005 in het AD.
Aanvankelijk moest Martina zijn studiekosten en verblijf zelf ophoesten. ‘Ik had wat geld gespaard, heb een kleine sponsor en krijg wat steun van het Olympisch Comité\', zei hij. Later kreeg hij een beurs en hoefde hij niets meer te betalen. ‘Ik miste er mijn familie wel, maar heimwee? Nee, daar heb ik gelukkig geen last van.\'

Beijing
Martina boekte in de jaren erna flinke progressie, met als bekroning zijn p.r.\'s bij de Spelen van Beijing, waar hij 9,93 en 20,11 liep op de 100 en 200 meter. Een diskwalificatie op die laatste afstand (hij kwam in de finale buiten zijn baan) hield hem weg bij het brons. Die tijden die hij toen liep gelden echter niet als Nederlands, maar als Koninkrijksrecords en dat geldt ook nog voor de 20,08 die hij vorig jaar in Lausanne liep.
Deze zomer, nu de Antillen geen zelfstandig sportland meer zijn, start hij echter voor Nederland en daarom is de tijd van 10,10 bij de FBK Games in Hengelo het officiële Nederlands record en staat Troy Douglas\' tijd van 20,19 uit 2001 nog steeds in de boeken. Wat niet wegneemt dat Martina een man is van vele records.

Tekst: Cors van den Brink - fotografie: Erik van Leeuwen, estafettefoto: Eric Roeske

Een reportage over de training, met interviews met Jerrel Feller, Mike van Kruchten en Patrick van Luijk, is te zien op Atletiekunie.tv

De reportage van Studio Sport is hier te zien.