Mark Nouws geniet van de 1500 meter

Geplaatst op Donderdag, 28 februari 2013
Mark Nouws geniet van de 1500 meter

Hij verhuisde op 19-jarige leeftijd van West-Brabant naar Noord-Holland om zijn sport op hoog niveau te kunnen blijven beoefenen. Alle veranderingen kostten Mark Nouws de nodige tijd. Maar deze winter start hij bij z\'n eerste Europese toernooi.

In december debuteerde Nouws in de Nederlandse ploeg bij de EK cross in Boedapest. Bij de neo-senioren eindigde hij als 28-ste. Zaterdag wil hij zich bij de EK indoor in Göteborg bij de beste negen voegen om een plek in de finale te bemachtigen. Nouws start in de laatste van drie series. ‘Zo rustig mogelijk mee proberen te lopen en dan profiteren van mijn sterke eindschot\', zo heeft hij zich voorgenomen. Maar afwachtend lopen is hem niet bepaald op het lijf geschreven, moet hij ook erkennen. ‘Ik was als 15-jarige al behoorlijk onstuimig. Trainers moeten mij eerder afremmen dan opjutten.\'

Hij zat als klein jongetje op een van de paarden die zijn ouders kochten, net als zijn zusje, die de hippische sport wat serieuzer beoefende. Mountainbiken deed de jonge Mark ook graag. Maar het meeste plezier vond hij toch in het hardlopen. ‘Mijn beide ouders hebben ook aan hardlopen gedaan. Mijn moeder, José van Dorst, was als master zelfs een regionale topper op de 10 kilometer\', vertelt hij. Hij schetst zichzelf als een kind van het platteland, opgegroeid in de Wouwse Plantage, een dorp bij de Belgische grens tussen Roosendaal en Bergen op Zoom. Daar zocht hij ook aansluiting bij atletiekverenigingen. ‘Ik was eerst lid van Spado en heb daarna een aantal jaren bij getraind, die een eigen loopteam had. Daar trainde ik met andere junioren, maar Ed Sligchers ook met atleten als Jeroen van Damme, Toon Heeren en Colin Bekers. De baantrainingen deden we bij Achilles in Etten-Leur.\'

In 2008 stopte Sligchers als coach. Toen al had Nouws zijn ook laten vallen op Team Distance Runners in Castricum. ‘Maar ik moest het laatste jaar van de Havo nog doen en mijn ouders vonden het niet goed dat ik al zou verhuizen\', zegt hij. Hij werd lid van THOR in Roosendaal, de stad waar hij ook op school zat, om er z\'n baantrainingen te kunnen doen. Die deed hij in z\'n eentje, maar als jeugdige tiener was hij al gewend om veel alleen te trainen. ‘Toen ik vijftien jaar was trainde ik elke ochtend vóór schooltijd. Daarna fietste ik vijftien kilometer naar school en \'s middags weer naar huis. Dat zijn toch \"gratis kilometers\" die je mee kan pikken. \'s Avonds trainde ik dan in de groep van Ed. Alles bij elkaar liep ik negen tot tien keer per week. Maar later kreeg ik een scootertje om naar school te gaan, want de balans tussen inspanning en rust raakte wel een beetje zoek. Ik kreeg last van wat kleine blessures, onder andere aan mijn knieën. Ideaal was het al met al niet. Ik ben nu eenmaal niet makkelijk te stoppen.\' ‘Maar in die jaren heb ik wel een heel mooie basis kunnen leggen\', zo kijkt hij terug. ‘En ik heb er ook het leven van een serieus trainende atleet leren kennen. Bovendien was het een heel leuke groep, waarmee we, weliswaar in Nederland, ook op trainingsstage gingen.\'

\"\"
Mark Nouws temidden van Thijmen Kupers en Robert Lathouwers in Göteborg

In het jaar dat hij zijn Havo afrondde, reisde hij al ieder weekend naar Castricum, als een van de atleten van het jeugdplan van TDR. In september verhuisde hij naar Noord-Holland, om er samen te gaan wonen met zijn vriendin Maaike Zuiderwijk - die toen ook nog bij het team van Guido Hartensveld trainde. Hij studeert sindsdien luchtvaarttechniek aan de Hogeschool van Amsterdam. ‘Ik heb gekozen voor engineering. Piloten zijn er al teveel en bovendien interesseert die kant van de studie me het meest. In het eerste jaar heb ik nog een volledig programma gedraaid, maar dat bleek niet haalbaar. Dan doe je allebei half en wordt het allemaal niks. Nu kan ik het gelukkig over meerdere jaren uitsmeren\', zegt hij. ‘Maar de sport staat op nummer één.\'

In zijn trainingsprogramma ging de omvang omlaag, maar hij traint wel specifieker, vertelt Nouws. ‘In 2009 won ik mijn eerste medailles bij de NK op de 1500 meter, buiten en indoor. Ik voelde me meteen ook thuis bij TDR en bij de winnaars-mentaliteit die daar heerst.\' De overgang kostte aanvankelijk echter ook de nodige moeite. Hij noemt zichzelf een werkpaard en zegt dat hij echt heeft moeten leren om de trainingen goed te doseren. Pas in de zomer van 2012 dook hij op de 1500 meter ruim onder de 3.50, maar het p.r. van 3.41,66 bracht hem nog niet naar een internationaal jeugdtoernooi. Deze winter liep hij zich bij de NK cross in Tilburg in de ploeg voor de EK cross en bracht hij zijn indoor-p.r. bij een wedstrijd in Dublin naar 3.43,53. Met die tijd mocht hij naar de EK in Göteborg.

Nouws vertelt dat het volume van de training momenteel op 100 tot 120 kilometer per week ligt, verdeeld over tien eenheden. ‘Daarnaast doe ik nog wat krachttraining en andere oefeningen. In de zomer beperk ik me tot zo\'n 100 kilometer.\' Hij heeft wel eens een training mee heeft gedaan met Michel Butter en Ronald Schröer: een duurloop van twee keer tien kilometer, met halverwege een snelle duizend meter. ‘Dat was dan een halve marathon in ongeveer 1.12. Heel gaaf om een keer te doen. Ik ben ook niet bang voor lange duurlopen als training of voor een cross van acht tot tien kilometer. Maar ik zie mezelf vooral als atleet voor de 1500 meter en heb zelfs nog nooit een serieuze 5000m gelopen. Voor de 800 meter is mijn basissnelheid te laag, al moet ik op de kortere afstanden nog wel wat sneller worden. Maar mijn kracht is dat, als ik in de eerste duizend meter redelijk makkelijk mee kan lopen, mijn eindsprint meestal goed is. Dat vind ik ook het mooie van die afstand: om me daar zo goed mogelijk voor te positioneren. Ook in de verzuring kan ik dan technisch goed blijven lopen. Tenzij ik echt kapot ben na die eerste kilometer. Dan wordt zo\'n race natuurlijk een nachtmerrie.\'

Nouws hoopt dus in Göteborg twee keer te kunnen starten. ‘Ik vind lopen op een indoorbaan wel fijn. Ondanks mijn lengte (hij is 1,89 - red.) heb ik weinig moeite met de bochten, omdat ik redelijk flexibel de pasfrequentie kan aanpassen.\' Stiekem droomt hij van de WK van komende zomer in Moskou, maar hij weet ook dat hij dan wel érg veel progressie moet maken. ‘Het is een droom. Het zou heel gaaf zijn. Maar het meest concrete doel is om me in 2014 te kwalificeren voor de EK in Zürich\', zegt hij. ‘Ik word dit jaar 23 en mag niet meer naar de EK voor neo\'s.\'

‘Lopen is mijn passie. Ik vind het prachtig om te doen waar ik echt goed in ben. Ik vind ook dat mensen hun talenten moeten gebruiken en alles eruit moeten halen wat ze in zich hebben. Het is heel gaaf dat ik daar de kansen voor krijg.\' Die kansen kreeg hij aanvankelijk vooral van zijn ouders, zegt hij. ‘Die hebben me alle mogelijkheden geboden om te trainen en ze betalen nog steeds de studiekosten. Inmiddels profiteer ik ook van de goede sponsoring die TDR heeft en van het beetje prijzengeld dat ik al heb verdiend. Voorlopig kan ik hiermee goed uit de voeten.\'

Tekst: Cors van den Brink
Foto: Erik van Leeuwen