Erik Cadée: ‘Het moet minder wild en lomp’

Geplaatst op Woensdag, 14 maart 2012
Erik Cadée: ‘Het moet minder wild en lomp’

Natuurlijk is het prachtig als je de discus zo ver mogelijk ziet wegvliegen. Maar Erik Cadée heeft vorig jaar ondervonden dat er méér nodig is voor goede prestaties. ‘Het moet allemaal wat minder wild en lomp, met wat meer controle\', zegt hij aan de vooravond van de European Cup Winter Throwing in Montenegro

Cadée heeft een jaar van tegenstellingen achter de rug. Tijdens de voorjaarsstage in de VS in april 2011 verbeterde hij zijn p.r. tot 66,95 en nomineerde hij zich al voor de Spelen van Londen. In de zomermaanden wist hij - anders dan in voorgaande jaren - de vorm vast te houden en wierp hij bijvoorbeeld bij de FBK-Games en de MONDO Keien Meeting in Uden de discus voorbij de 65 meter. Maar toen het er op aan kwam, in de kwalificatieronde bij de WK in Daegu, kwam hij niet verder dan 61,62 meter.

\"\"
Erik Cadée wierp een 65-plusser in Uden

Dat wil zeggen: bij zijn tweede worp daar in Zuid-Korea landde de twee kilo-schijf aanzienlijk verder, maar volgde een omstreden beslissing van de jury, die de poging afkeurde.
Cadée roept die gebeurtenis zelf in herinnering, omdat hij die kenmerkend vindt voor de manier waarop hij vorig jaar met zijn sport bezig was. ‘Ik zag te laat dat er na die worp, die aanvankelijk de witte vlag kreeg, toch een X op het scorebord kwam. Daardoor kon ik geen protest meer indienen. Ik was gewoon teveel bezig met presteren, met ver gooien, en lette niet goed op.\'

\"\"
\'Cadaegu\'

Waarom kan een discuswerpen die - bij wijze van spreke - in iedere training de 63 meter haalt, die prestatie niet leveren als hij dat écht moet doen?
‘Dat hebben we natuurlijk proberen te analyseren\', zegt de 28-jarige atleet. Dat hij bij grote wedstrijden ten onder gaat aan stress acht hij niet waarschijnlijk, ook al kwam hij ook bij twee eerdere WK\'s en bij de EK in Barcelona niet door de voorselectie. ‘Ik was nu veel minder gespannen dan bij die vorige toernooien\', zegt hij.
‘Het belangrijkste leerpunt was dat ik tijdens de hele zomer wel erg wild en te lomp stond te gooien en de techniek nog niet goed voldoende ingeslepen was. Dan kun je regelmatig ver werpen, maar kan het ook zomaar drie keer achter elkaar niet goed lopen.\'
Het speelde ook bij de wedstrijden die hij vóór de WK deed. ‘De afstanden waren meestal goed, maar ik gaf mezelf niet de rust om vooral aan mijn techniek te werken.\'

Dat inslijpen van de techniek luistert bij iedere topatleet nauw, maar bij Cadée vergt het misschien nog wat meer aandacht. ‘Want ik mag graag een beetje variëren en experimenteren\', weet hij van zichzelf. Als dat leidt tot veranderingen, is er wel tijd nodig om die vernieuwing tot een vaste gewoonte te maken en niet te blijven veranderen.
Cadée heeft een relatie met de Estse meerkampster Kaie Kand, die ook op Papendal woont en traint. Tijdens een verblijf in Estland werd hij vorig jaar aangesproken door biomechanicus Aadu Krevald, die hem aanbood zijn worpen te analyseren. Daar heeft hij gebruik van gemaakt en ook vorige week stond de Brabander weer te werpen voor de camera\'s van Krevald.
‘De resultaten moet ik nog krijgen. Maar ik ben de laatste tijd vooral bezig uit te zoeken of ik voordeel heb bij een langere draai in de ring. Ik maak nu in plaats van anderhalve draai een draai van ongeveer 1,75. Mijn trainer Gert Damkat liet me daar wel eens mee experimenteren en ik merkte dat ik er verder mee kan werpen. Je kunt, om het kort samen te vatten, bij een langere beweging wat meer energie verzamelen voor de afworp. Maar er zit ook een risico aan vast, want als je meer doet, kan er ook meer fout gaan.\'
Dat bleek afgelopen weekend. Vanuit Estland reide hij naar het Zweedse Växjö, waar in een grote hal, die gewoonlijk voor voetbal wordt gebruikt, een indoorwedstrijd voor werpers was georganiseerd. Het was een aparte ervaring om de discus onder het dak te zien vliegen, meldde Cadée op Facebook. Maar over zijn werpen was hij minder tevreden. ‘Een rommelige wedstrijd, met 62,34 als beste resultaat.\'

\"\"
Rutger Smith en Erik Cadée steken al jaren met kop en schouders boven de Nederlandse werptop uit

Anders dan Rutger Smith, die begin december vanuit het trainingscentrum op Tenerife trots meldde dat hij met bankdrukken de 200-kilogrens was gepasseerd, doet Cadée het wat rustiger aan. ‘Natuurlijk ga ik ook wel eens tot aan de grens, gewoon omdat het een kick geeft. Maar ik moet oppassen dat ik mezelf niet forceer, omdat ik dan snel last van stijve spieren en pezen krijg en daar last van heb bij de werptrainingen. De techniek lijdt eronder.\'
Cadée zegt momenteel goed in vorm te zijn en zich explosief te voelen. Komend weekend wil hij in Bar, in Montenegro bij de European Cup Winter Throwing graag de 63 meter halen, waardoor hij zijn nominatie kan omzetten in een definitieve kwalificatie voor de Spelen.
De Olympische werpers - naast Cadée zijn ook Rutger Smith en Monique Jansen op weg naar Londen - waren in november op Tenerife en in januari in Zuid-Afrika. ‘Ik ben een paar keer wat ziek geweest, maar heb de afgelopen zes, zeven weken hard door kunnen trainen. Wat ik nu in de training werp heeft mij zelf verrast\', zegt hij.
Komend weekend willen Damkat en Cadée kritisch kijken naar de effecten van de langere draai. ‘Ik heb nog voldoende tijd om die goed onder de knie te krijgen, maar ik kan ook terug naar mijn oude techniek\', zegt hij.

\"\"
Erik Cadée tijdens de Arena Games in Hilversum

Na de wedstrijd in Montenegro volgt vanaf 8 april een trainingsstage van ruim vier weken in de VS. ‘Ik zal er minder wedstrijden doen dan vorig jaar, maar hoop op een resultaat waarmee ik toegang krijg tot enkele Diamond League-wedstrijden in de zomer. Ik zal wel wat minder wedstrijden doen dan vorig jaar. Meer rust inbouwen om goed te trainen. Dat kan ik me ook permitteren, omdat ik niet meer zo afhankelijk ben van start- en prijzengeld. Je zult me bijvoorbeeld niet meer bij elke Nationaal Baancircuit-wedstrijd zien. Ik wil wel naar de EK in Helsinki, maar de focus ligt echt op Londen.\'

Tekst: Cors van den Brink
Foto\'s: Erik van Leeuwen