DPT voert ingewikkelde strijd voor Paralympics

Geplaatst op Maandag, 14 mei 2012
DPT voert ingewikkelde strijd voor Paralympics

Bladerunner Marlou van Rhijn breekt twee wereldrecords

‘Bizar.\' Marlou van Rhijn (20) kon haar gevoel niet anders onder woorden brengen. Twee wereldrecords op één dag, pas twaalf maanden nadat ze voor het eerst op twee blades liep. Tijdens de Flynth Recordwedstrijden in Hoorn snelde ze naar records op de 100 meter (13.57) en 200 meter (27.90). Dat belooft wat voor Londen en de Paralympische Spelen, van 29 augustus tot 10 september. ‘Ik zie wel waar het me brengt,\' zegt Van Rhijn. ‘Ik weet dat het harder kan, maar ik heb weinig ervaring. Ik weet eigenlijk nog niks van atletiek.\'

\"\"
Marlou van Rhijn (rechts) in de prijzen

Zoals de valide atleten, zijn ook de leden van het Dutch Parathletics Team volop gewikkeld in de strijd om kwalificatie voor Londen 2012. In Hoorn voegden Annette Roozen en wheeler Bart Pijs zich aan de lijst toe. De teller staat nu al op elf, nadat Nederland met slechts zeven atleten in Beijing was:

1. Amy Siemons (T34) (wheelen): 100 meter en 200 meter
2. Desiree Vranken (T34) (wheelen): 100 meter en 200 meter
3. Annette Roozen (T42) (bovenbeen amputatie): 100 meter en verspringen
4. Marije Smits (T42) (bovenbeen amputatie): verspringen
5. Suzan Verduijn (T44) (onderbeen amputatie): verspringen
6. Marlou van Rhijn (T43) (dubbele onderbeen amputatie): 100 meter en 200 meter
7. Bart Pijs (T34) (wheelen): 100 meter en 200 meter
8. Stefan Rusch (T34) (wheelen): 100 meter en 200 meter
9. Kenny van Weeghel (T54) (wheelen): 100 meter
10. Ronald Hertog (T44) (onderbeen amputatie): speerwerpen en verspringen
11. Jelmar Bos (T37) (spasme): 100 meter

Er hangt echter een grote, donkere, dreigende wolk boven de ploeg. Uiteindelijk moeten er atleten afvallen, ook al hebben ze aan de eisen voldaan. In Londen wordt een maximum van 1100 atleten gehanteerd. ‘Maar wereldwijd hebben al zo\'n 1800 atleten aan de internationale A-standaard voldaan,\' legt bondscoach Guido Bonsen uit. Dat betekent dat elk land slechts een deel van de atleten kan meenemen, dat aan die standaard heeft voldaan; de zogenoemde slots.
Zoals het er nu voor staat, kan Bonsen met tien atleten naar Londen. En nu al hebben er dus elf voldaan aan de eisen van NOC*NSF, die bovendien veel strenger zijn dan de internationale standaard. Bonsen: ‘Ze moeten bij de mondiale top 4 zitten. Er moeten dus atleten afvallen die in de top van de wereld zitten. Mensen die keuzes hebben gemaakt, werk en studie hebben opgegeven voor de sport en fulltime trainen. En dan moet je zeggen: jammer. We beslissen dat uiteindelijk met z\'n allen, maar ik moet die gesprekken dus voeren. Daar kan ik nu al van wakker liggen. Het hoort bij topsport. En brengen ze die offers niet, dan kom je er ook niet. De internationale concurrentie doet het ook. Maar het blijft vreselijk.\'

De keuze (na 15 juli) wordt uiteindelijk bepaald met argumenten zoals de plek op de wereldranglijst en de verschillen met de concurrenten, fitheid en ‘prestatiepaspoorten\'. Eén keer eerder is het voorgekomen. ‘In 2004 moest Marijke Metten thuisblijven vanwege die slots,\' vertelt Bonsen. Vier jaar later in Beijing vielen de prestaties tegen. ‘Op veel plekken in de wereld wordt fulltime getraind, dat deden wij niet.\' Bonsen werd gevraagd als bondscoach, ook omdat ik met meerkamper Jolanda Keizer (negende) in Beijing een mooie indruk had achtergelaten. ‘Ik dacht, jeetje... gehandicaptensport. Maar na de eerste gesprekken al was dat weg. Ze willen ook gewoon de stenen uit de baan trainen.\'
‘Acht tot tien keer in de week,\' vertelt Stefan Rusch. Op de WK in Christchurch (Nieuw-Zeeland) verbaasde de toen 17-jarige wheeler met brons op de 100 en 400 meter. ‘Alles voelde daar goed, ik zat vol vertrouwen en ik had ook niks te verliezen. Maar die twee medailles op de WK betekent niet dat ik zomaar in de medailles rij op de Paralympische Spelen. De wereldtop wordt steeds breder, steeds beter. Er zijn er dit jaar weer twee heel goede bijgekomen.\'

\"\"
Stefan Rusch, op de foto links naast gouddelver Kenny van Weeghel

In Hoorn toonde hij vormbehoud op de 200 meter, nadat hij een week eerder in Lisse al hetzelfde had gedaan op de 100 meter. ‘Komend weekeinde zitten we in Zwitserland, met de internationale top. Daar kunnen we zien waar ik sta, wat de verschillen zijn.\'
Arno Mul, coach van de wheelers in het parathletics team: ‘Stefan staat nu vier, vijf in de wereld. Hij is kandidaat, maar zal nog wel een paar stapjes moeten maken. Dat weet hij ook. Christchurch, het was bijna belachelijk wat hij daar presteerde. Zijn grote kracht is dat hij onbegrensd denkt. Als we iets nieuws proberen, zegt hij meteen dat hij het wil hebben. Zoals nu; we experimenteren met schuurpapier op de handschoenen om meer grip te hebben op de hoepels als het regent. Want daar gaan we wel vanuit. Dan staat Stefan vooraan, hij wil het hebben.\'
Rusch werd geboren met een hersenbeschadiging (spastische diplegie) waardoor zijn benen niet goed werden aangestuurd. Hij heeft altijd in een rolstoel gezeten. Zijn armen zijn sterk. ‘Maar ik loop in kracht nog achter, daar kan ik nog veel verbeteren. Ook technisch, de juiste timing bij de aanzet op de hoepels.\'

Stefan Rusch kwam in Dutch Parathletics Team vanuit zijn vereniging, GSC Emmen. De route die Marlou van Rhijn volgde was volledig anders. Ze deed aan zwemmen, zat in de nationale selectie op Papendal. Twee jaar geleden stopte ze, ze ging die dingen doen die een topsporter wel uit z\'n hoofd laat. ‘Maar dat hou je ook niet vol. Op dat moment belde Guido me.\'
Het was ruim een jaar geleden. Bonsen had gehoord dat ze was gestopt, een talentvolle sporter. Van Rhijn kan zich dat telefoongesprek nog goed herinneren: ‘Heel apart. Hij zei me twee dingen. Dat ik de ideale handicap heb en of ik Oscar Pistorius kende, de bladerunner. Ja, die kende ik wel. En ik dacht: Ho! Ik doe niet aan sport vanwége mijn handicap.\'

\"\"
Guido Bonsen, bondscoach Dutch Parathletics Team

Die Guido is een beetje gek, dacht ze. ‘Toch ben ik het gaan doen. Ik miste het sporten, vooral de snelheid. Ik ben verslaafd aan snelheid.\' Een jaar geleden, in mei 2011, liep ze voor het eerst op twee blades, zoals Pistorius. Aangemeten door orthopedisch instrumentenmaker Frank Jol, belangrijk ondersteuner van het ‘parathletics\' team. Van Rhijn: ‘Lopen op twee normale protheses voelde een beetje als lomp. Het voelde niet als snel. Ik heb ook nooit het idee gehad dat ik ooit snel zou kunnen lopen. Welke gek zonder onderbenen denkt daar nu aan? Maar dit... dit is zo gaaf.\'
De ‘ideale\' handicap van Van Rhijn is dat beide onderbenen zijn geamputeerd, onder de knie. In haar klasse (T43) neemt ze het op tegen atletes met één blade. Ze vindt het lastig uit te leggen wat het is. Ze ervaart het lopen op twee blades als een sensatie. Van lomp en stijf met de dagelijkse protheses naar vering, naar een licht gevoel? ‘Ja, dat is het wel een beetje, maar het is niet zo dat de vering in de blades voor mij lopen. Ik moet het wel zelf doen.\'
Van Rhijn deed vorig jaar een paar wedstrijden, kreeg meteen de smaak te pakken. ‘In Milaan heb ik Oscar Pistorius ontmoet. Gaaf. Hij is groot, een heel groot atleet, hij verslaat valide atleten. Er zijn er meer met twee blades, maar alleen hij kan dat. Ik kan daar alleen maar van dromen. Pistorius is legendarisch.\'


Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Eric Roeske (foto
1) en Erik van Leeuwen (foto\'s 2 en 3)