De terugkeer van Yvonne van Langen
Het indoorseizoen moest ze nog aan zich voorbij laten gaan. Maar sinds begin dit jaar traint Yvonne van Langen weer volwaardig mee in de meerkampgroep van Ronald Vetter. Ze gaat zich mengen in de strijd om de startbewijzen bij de WK en de Spelen.
Drie jaar achter elkaar scoorde Yvonne van Langen-Wisse meer dan 6000 punten op de zevenkamp. Ze leek vorig jaar een geduchte kandidaat voor de ploeg bij de EK in Barcelona. Maar bij de meerkamp in Götzis kwam een ernstige blessure aan het licht aan de linker knie.
‘Een krater in het kraakbeen\', zo omschrijft ze het zelf. En ze kan het weten, want tijdens de operatie die noodzakelijk bleek, heeft ze mee kunnen kijken op een beeldscherm. ‘Interessant\', noemt ze die ervaring, waar anderen het misschien vooral eng zouden vinden om getuige te zijn van zo\'n ingreep aan een eigen lichaamsdeel.
‘Ik heb bewust gekozen voor een ruggenprik en niet voor narcose\', vertelt ze. Zo kon ze zien hoe het kraakbeen in de knie werd glad gepoetst rond het gat dat de oorzaak was van de klachten. Door het boren van gaten ging het bot bloeden, waardoor nieuw kraakbeen kon ontstaan. ‘De blessure ontstond niet tijdens het hoogspringen in Götzis. Het was een oud trauma, dat pas bij een MRI-onderzoek aan het licht kwam. Vanaf dat moment kon ik niet verder en was een operatie noodzakelijk. Ja, ik baalde natuurlijk als een stekker, al ben ik als toeschouwer wel naar Barcelona gegaan.\'
Acht weken
De operatie vond plaats op 7 juli 2010. Ze mocht de knie daarna acht weken helemaal niet belasten. Daarna volgden nog enkele maanden met alleen wat wandelen en trainen op de fiets. ‘Dat is behoorlijk lang als je gewend bent dagelijks te sporten\', zegt ze terugkijkend. ‘Begin november kon ik gaan joggen en vanaf de trainingsstage in Zuid-Afrika, begin januari, heb ik weer een volwaardig trainingsprogramma kunnen draaien.
Nog eens drie maanden later was ze twee weken met de meerkampselectie in Valencia. ‘Ze staat er beter voor dan de atleten die wél een indoorseizoen hebben gedraaid en daarna rust moesten nemen\', zo zag Vetter. En zelf had Van Langen ook het gevoel dat het ‘hartstikke goed ging. De opbouw naar het zomerseizoen verloopt voorspoedig.\'
Het meest tevreden is ze over haar snelheid, die snel weer op peil was nadat ze bij de overgang van wandelen naar lopen de zweeffase weer mocht benutten. De krachttraining gaat beter dan ooit en ze komt naar eigen zeggen inmiddels ‘supergoed\' over de horden. Het verspringen liep vorig jaar, tot de blessure zich aandiende, uitstekend, getuige het p.r. van 6,41 dat ze bij de baancircuitwedstrijd in Hoorn vestigde.
‘Maar de basis is wat smal, doordat ik in het najaar minder heb kunnen doen dan normaal. Het hoogspringen is spannend. Daarbij is, anders dan bij het verspringen, mijn linker het afzetbeen en vanwege het herstel ben ik veel later met dat onderdeel begonnen. De coördinatie is nog wat verstoord. De knie houdt zich in de trainingen gelukkig goed, maar mentaal moet ik het vertrouwen natuurlijk ook terugwinnen, omdat het in Götzis juist op dat onderdeel mis ging.\'
Communicatie
Yvonne van Langen wordt begin juni 29 jaar en studeerde communicatiewetenschappen aan de VU in Amsterdam. In 2006 rondde ze die opleiding af en na de WK in Osaka in 2007, waar ze als 16-de eindigde, besloot ze zich fulltime op de atletiek te richten. Wekelijks is ze vier dagen op Papendal waar Ronald Vetter haar trainer is, een deel van de trainingen doet ze in haar woonplaats Amsterdam en bij \"verspring-specialist\" Peter van Wijk.
Ondanks het stevige trainingsprogramma leidt ze, zoals ze het zelf zegt, ‘een luxe leventje. Ik voel me vaak echt verwend, al merkte ik dat het ook wel wat eenzijdig is toen ik na de operatie langere tijd niets of maar heel weinig kon doen. Maar als je voluit traint, gaat daar zoveel tijd en energie in zitten, dat het heerlijk is om tussen de trainingen echt rust te kunnen nemen.\'
Het heeft alles te maken met de ambitie om de Spelen nog een keer mee te maken, voor ze zich op een maatschappelijke loopbaan gaat richten. ‘Natuurlijk is het niet het belangrijkste dat er is in je leven, maar ik wil dat wel heel graag.\'
Bovendien is ze niet tevreden met haar optreden tot nu toe bij de grotere toernooien. ‘In Osaka heb ik goed gepresteerd, naar het niveau dat ik toen had. Maar vóór de WK in Berlijn in 2009 heb ik door een ongelukje in huis een teen gebroken. Ik kon vooraf niet goed inschatten hoe het tijdens de wedstrijd zou gaan, maar achteraf was die 20-ste plaats teleurstellend.\'
Veelzijdigheid
Ze houdt van de meerkamp om de veelzijdigheid van de trainingen. ‘In één week heb je zoveel variatie!\', zegt ze. ‘Maar ik geniet ook van de uitdaging om tijdens een wedstrijd te focus te houden. Niet bij de pakken neer gaan zitten als een onderdeel slecht ging, maar me ook niet mee laten slepen door de euforie als iets heel goed is gegaan.\'
Dat het inmiddels behoorlijk druk is op de meerkamp en er een flinke concurrentiestrijd om de drie beschikbare startbewijzen zal ontstaan, schrikt haar niet af. ‘De ervaring leert dat er altijd mensen afvallen. Bovendien zijn we als meerkampers gewend om ons alleen op onze eigen prestaties te concentreren\', zegt ze. ‘Daarom kan ik ook met mijn concurrentes trainen. Dat maakt ons alleen maar sterker.\'
Ze begint het seizoen waarschijnlijk bij de wedstrijd in het Nationaal Baancircuit in Lisse, de Ter Specke Bokaal. Ze staat ook op de startlijst van de internationale meerkamp in Götzis. ‘Daar ga ik alleen meedoen als ik er echt klaar voor ben. Ik hoop dat natuurlijk wel, al zal het ook vreemd zijn, omdat ik nog nooit zó lang geen volledige meerkamp heb kunnen doen.\'
Tekst: Cors van den Brink, fotografie: Erik van Leeuwen.
Een korte reportage uit Valencia is hier te zien.