Bregje Crolla: 'Ik ben nog best iel’

Haar Nederlands record moet boven de zestig meter komen, vindt Bregje Crolla. Niet alleen omdat je dan pas echt gaat meetellen in het speerwerpen, maar ook omdat het nodig is om haar droom te verwezenlijken: meedoen aan de Olympische Spelen in Londen. De EK in Barcelona waren een mooie eerste ervaring.

Ze noemde zich in een interview met het roemruchte Atletiekwereld ooit een \"speerkampster\", een meerkampster die goed kan speerwerpen. Vanaf haar vijfde levensjaar is ze al actief in de atletiek en in 2009 besloot ze om zich te gaan concentreren op het speerwerpen. Het leidde op 6 juni vorig jaar op de \"thuisbaan\" in Sittard tot een Nederlands record van 59,27 meter. Daarmee mocht ze deelnemen aan de EK in Barcelona, waar ze bij de kwalificatie veertiende werd met een afstand van 55,82m - en dus niet doorging naar de finale.
‘Maar ik denk dat ik toch niet mag klagen over mijn prestatie daar, ook gezien de lastige omstandigheden. Er stond veel zijwind en dat is voor een werpster als ik, die het vooral moet hebben van techniek, lastig. Ik heb bovendien een prima seizoen gedraaid. Maar bovenal heb ik als persoon erg genoten van die ervaring. Dat je mag meedoen aan zo\'n groot toernooi vond ik heel bijzonder.\'

Daegu en Londen
Kom dus bij Crolla niet aan met de opmerking dat het \"slechts\" om een EK ging. Maar dat neemt niet weg dat ze nu meer wil: komende zomer naar de WK in Daegu - waarvoor ze haar Nederlands record op minimaal 59,50 zal moeten brengen - en naar de Spelen van 2012, waarvoor de IAAF de limiet van 61,50 meter heeft vastgesteld. Het is een progressie die niet tot de onmogelijkheden behoort, al moet de 25-jarige Crolla wel de nodige moeite doen om sport en werk te combineren.
‘Ik ben april vorig jaar afgestudeerd aan de Fontys Hogeschool als docente lichamelijke opvoeding\', vertelt ze. ‘Ik geef momenteel twaalf uur per week atletiek in Sittard en ik werk één dag per week bij Meijers Fit & Gezond, een fitnesscentrum in de buurt van mijn woonplaats Echt. Lekker lokaal allemaal.\'
Crolla werkt er aan een programma voor kinderen met de Bosu bal, een grote halve bol waarop allerlei oefeningen gedaan kunnen worden. ‘Het is bijna af en we gaan kijken of we het op de markt kunnen brengen. Ik vind het heel leuk om dit soort nieuwe dingen vanuit sport en onderwijs te creëren\', zegt ze.

Intensiever
Maar het werk is ook nodig om rond te kunnen komen, want de atletiek is geen vetpot, zeker omdat ze nog geen A-status heeft. ‘Met het inkomen uit twaalf uur werk per week heb ik geen ruimte om op kamers te gaan. Ik wil niet meer uren maken, om intensiever te kunnen trainen en dus blijf ik voorlopig thuis wonen. Maar dat is ook wel heel gezellig, hoor. En ik hoef niet veel luxe.\'
‘Het was een bewuste keuze nadat ik afgestudeerd was om twee jaar lang te proberen of ik de Spelen zou kunnen halen en een Nederlands record zou kunnen werpen met een 6 ervoor.\'
Onderdeel van die keuze was de beslissing om te stoppen met de meerkamp. ‘Lopen hoeft gelukkig niet meer. Springen vindt ik wel leuk en dat doe ik af en toe nog wel in de competitie. Maar het laten vliegen van de speer vind ik toch het allermooiste\', zegt ze.
Het leidde tot een wisseling van trainers: van Joachim Schultz ging ze naar Ted Altena, bij wie ze overigens eerder al had getraind. Ze werkte ook wel samen met Peter Blommerde en was in de afgelopen tijd een paar maal bij de trainingen die de Cubaan Gustavo Venture in Nederland verzorgde. ‘Het is altijd goed als anderen naar je kijken en iets nieuws te leren. Maar nu vind ik het prettiger om bij één trainer te blijven. Als ik geloof in diens aanpak, is het voor mij goed.\'
Ze houdt van kleinschaligheid en voelt - ook als er daar een programma voor speerwerpers zou zijn - niet voor het wonen en trainen op Papendal. ‘Ik voel me thuis bij het Regionaal Trainingscentrum in Sittard en nu Ted is verhuisd van Unitas naar A.V. Weert en we daar meer zijn gaan trainen, bevalt me dat ook goed. Ik heb in Limburg alle faciliteiten die ik nodig heb.\'

Iel
‘Qua lichaamsbouw ben ik nog best iel\', zegt Crolla over zichzelf. Met een wat intensievere krachttraining werkt ze daar momenteel stevig aan. Maar ze zal zich nooit gaan vergelijken met de veel steviger werpster uit de - voornamelijk - Oost-Europese landen. ‘Ik moet het van mijn techniek hebben en die is best redelijk. Ik profiteer van de snelheid en het dynamische die ik uit de meerkamp heb meegenomen\', zegt ze. ‘Ik weet niet hoe stevig ik kan en wil worden. Het zal een tussenweg worden. En ik heb zelf het idee dat het ook gezonder is. Je ziet werpers die het vooral van hun kracht moeten hebben toch wat vaker geblesseerd raken.\'
Ze verheugt zich op het zomerseizoen. ‘Speerwerpen staat bij vier van de zes wedstrijden uit het Nationaal Baancircuit op het programma en dat is heel fijn. Ik ben nog niet helemaal klaar met de voorbereidingen. De aanloop is nog wat wisselvallig en moet helemaal goed zijn voor ik echt kan gaan presteren. Maar ik verwacht in Hoorn te kunnen beginnen en hoop dat er daar dan een goed windje staat ...\'.

Tekst: Cors van den Brink - fotografie: Cors van den Brink en Erik van Leeuwen.
Op www.atletiekunie.tv is een korte reportage te zien van de training van Bregje Crolla in Valencia.