Zondag bij de EK masters: zon, donder, bliksem en medailles

Geplaatst op Zondag, 18 juli 2010
Zondag bij de EK masters: zon, donder, bliksem en medailles

De zondag was een succesvolle dag, er kwamen slechts zes Nederlanders in actie, maar ze veroverden maar liefst vijf medailles (drie goud, twee zilver) en een vierde plaats. De eerste die aan de slag moest was ondergetekende, het resulteerde bij het hoogspringen V60 in een gouden medaille met 1,42m. Voor een persoonlijk verslagje in de ik-vorm, ook over de weersomstandigheden, zie onder.

Slingeren: Gonny en Ingrid

Het kogelslingeren V45 werd vanwege de regen verplaatst van de ochtend naar de middag. Bij de eerste ronde kwamen Gonny Mik en Ingrid van Dijk op de eerste twee plaatsen te staan en die stonden ze niet meer af. Gonny wierp in haar eerste poging met 51,01 voor de zoveelste maal dit jaar een Nederlands record. Gonny: \'Het was geen fijne ring, er zit meer in, maar het komt er nog niet uit, al heb ik dit jaar al een paar verre worpen buiten de sector gehad...\' Ingrid kwam in de vijfde ronde tot haar verste afstand, namelijk 43,60m.

\"\"

Ingrid en Gonny op het podium (foto Onno Heerlien)

Steeplegoud

Martien van der Hoorn (M55) liep op de steeple naar een gouden plak met een tijd van 11.07,68. In het begin van de race leek het nog wel spannend te worden, maar ineens moesten de anderen er af en liep Martien souverein naar de winst. Bij de oudere leeftijdsgroepen was de jury tamelijk streng, lopers die over de balk klauterden konden een gele of zelfs rode kaart tegemoet zien.

Zilver voor Riet Jonkers

Op de 300m horden liep Riet Jonkers samen met enkele atletes van een jongere groep, wat de race onoverzichtelijk maakte. In haar eigen leeftijdsklasse zat meer dan een tweede plaats er eigenlijk niet in, maar bij horde tien viel Riet en moest ze bliksemsnel overeind komen om de tweede stek niet te verliezen. Ze slaagde hierin en liep een tijd van 60,58. Aan de val hield ze slechts wat lichte schaafwondjes over.

Vierde

Op de 400 meter horden was Bart van Rookhuizen onze vertegenwoordiger. Hij bleef iets verwijderd van zijn beste jaartijd, maar die had hij moeten verbeteren om het brons te behalen. Het bleef bij een vierde plaats in 60,77. Bart: \'Ach, ik kom terug van een blessure en miste net wat conditie. Nu lekker verder opbouwen.\'

Onweer

Heel professioneel had ik uit het raam van het hostel (slechts 4 minuten lopen tot de callroom) het weer beoordeeld en niet veel kleding meegenomen. Als alle andere dagen een stralende hemel en snel oplopende temperaturen. Ingelopen in de schaduw van de hoofdtribune, callroom, naar de baan, even wachten op de uitgelopen wedstrijd van de zeer oude springsters (wereldrecord bij de V80), inspringen, o wat gaat dat lekker. Een wolkenveld, nou dan hoeven we niet zoveel te drinken, misschien waait die grijze lucht wel voorbij. Een paar drupjes, ik begin nog lang niet, even weglopen en bij de tribune schuilen. Bliksem! Klabam, donder, vrij dichtbij! Het begint harder te regenen, maar de wedstrijd gaat door, al ligt de lat nog niet hoog. Dan barst er een enorme bui los, wordt alles stilgelegd (later dan in Nederland trouwens), de ene bliksem na de andere, een paar inslagen op 500m en 1000m! Op de tribune zit ik lekker op het beton van dertig graden, maar het gaat toch nog wel even duren... Als je hoopt dat het minder gaat worden, draait men daarboven de kraan nog wat verder open, ongelooflijk, het ratelt op het stalen dak van de tribune. M\'n schoenen staan in de regen, ook een papieren tas onder een bank, met camera. Verstand komt met de jaren, zeggen ze. De man van een Sloveense collega (hij ooit 2,15, zij 1,86) biedt me een trainingspak aan en zo zitten we de bui uit, anderhalf uur ongeveer. De broek blijkt van zoon Rozle te zijn, pr van 2,31, maar dat scheelt een meter met mijn inspringen na de bui. In de wedstrijd gaat het wat beter. Ik begin als de rest klaar is, haal 1.42 (kampioenschapsrecord), maar een WR van 1,46 zit er vandaag niet in. Die verstorende onweersbui zit zeker in de top-tien van m\'n leven...

Alle uitslagen zijn hier te vinden.

Tekst: Weia Reinboud