WK indoor dag 3: vier goud en vier brons

Geplaatst op Donderdag, 5 april 2012
WK indoor dag 3: vier goud en vier brons

De eerste dag één record, de tweede dag drie, de derde dag zeven, wat betekent dat voor de volgende dagen? Bij de medailles is er niet een dergelijke progressie, na de superwoensdag waren er op donderdag \'slechts\' vier gouden en vier bronzen medailles voor de Nederlandse ploeg. De uitslagen zijn hier te vinden.

Viermaal goud

Tilly Jacobs (V55 PEC) behaalde haar tweede goud, op de 200 meter. In de halve finale liep ze al het snelst van iedereen en bracht ze haar Nederlands record van eerder dit jaar flink naar beneden: van 28,92 naar 28,51. In de finale ging het nog een slag sneller met een prachtige tijd van 28,33. Haar wereldrecord van gisteren op de 60 is ook internationaal niet onopgemerkt gebleven, zie hier. Op de foto bij dat bericht zie je ook hoe de negen sprintlanen deels buiten de rondbaan liggen, maar er deels ook mee samenvallen (sprintlanen zijn breder dan rondlanen).

Een tweede gouden plak, nu met een Nederlands record, was er voor Michel Leinders (M50 Unitas). Hij lag bij het gewichtwerpen vanaf de eerste ronde aan de leiding en zijn tweede worp was het verst: 18,41 meter. Michel is eerste recordhouder op dit onderdeel. Exact hetzelfde wedstrijdverloop was er voor Gonny Mik (V45 Groningen Atletiek) bij het kogelslingeren: vanaf het begin aan de leiding, de tweede worp het verst (44,08) en een tweede gouden plak voor haar.

De vierde gouden medaille van de dag was voor Robert Moen (M45 DEM). Na brons op de 60 werd het goud op de 200. In de finale liep hij 23,34, maar in de halve was hij een tiende seconde sneller. Deze 23,24 betekent een verbetering van het Nederlands record van Eric Roeske uit 2007 met de kleinst mogelijke marge van 0,01 seconde. Robert aast al een paar jaar op dat record, de aanhouder wint.

Viermaal brons

De bronzen medaille van Erwin Suvaal (M45 Rotterdam Atletiek) bij het gewichtwerpen ging samen met een Nederlands record. Erwin is eerste recordhouder op dit onderdeel met een afstand van 15,48 meter – sterk is dat dit iets verder is dan zijn eigen record in een leeftijdsklasse jonger. De wedstrijd stond bol van de records: goud met een ER, zilver ook verder dan het oude ER en brons dus met een NR.

Een bronzen medaille ging verder naar Marc van Vliet (M60 Castricum), die over 3,20 sprong, gevolgd door niet geslaagde pogingen om zijn eigen Nederlandse record van 3,21 (Apeldoorn dit jaar) te verbeteren. Ingrid van Dijk (V45 GAC-Hilversum) staat vaak samen met Gonny Mik op het podium, zo ook bij het kogelslingeren waar ze 41,11 in de eerste ronde wierp. De laatste bronzen medaille van de dag ging naar Valerie Klostermann (V45 PAC) op de 200 meter. Ze liep 27,80, na 27,70 in de halve finale.

Zeven records

De recordverbeteringen van Tilly Jacobs (tweemaal op de 200 meter), Michel Leinders (gewichtwerpen), Robert Moen (200) en Erwin Suvaal (gewichtwerpen) zijn al genoemd. De resterende records waren voor Dirk Jan Giskes (M55 Nova) die met 12,06 meter zijn eigen 11,64 van vorig jaar verbeterde, en voor Riet Jonkers (V65 Atledo) die bij het gewichtwerpen V65 eerste recordhoudster is geworden met 8,81 meter.

Overige prestaties

Riet Jonkers en Yvette Bot-Vleerlaag (V35 SAV) eindigden op de ondankbare vierde plek, Riet met een tijd van 34,00 op de 200 meter V65 en Yvette met 38,85 bij het kogelslingeren. Jelle van der Schaaf (M65 Hera) eindigde als zesde op de 200 (28,93, in de halve finale 28,74) – de finales op de 200 bestonden overigens uit twee finales op tijd met elk vier deelnemers. Ook Harald Gijtenbeek (M40 Altis) werd zesde, bij het gewichtwerpen (12,15 meter). Dirk Jan Giskes had wat pech met het chronoloog. Bij de allerlaatste revisie kwamen zijn twee onderdelen van donderdag erg dicht op elkaar te liggen, hij begon met polshoog, ging over 2,60 (negende) en moest toen direct door naar de tent voor het boven al vermelde gewichtwerpen.

De hal

\"\"

Op deze panoramafoto van Harald Gijtenbeek is rechts de tribune te zien en links de sprintlanen. Er zijn drie hoogspringmatrassen en twee haaks op elkaar liggende polshooginstallaties, terwijl het kogelstoten op het middenterrein verwerkt wordt. Als je goed kijkt zie je lijnen lopen op de aanloop van de voorste hoogspringmat, dat is een aanloop voor het speerwerpen, want de speerwerpgekke Finnen trainen dat \'s winters binnen. Ze werpen de speer dan in een net of gordijn.

Tekst Weia Reinboud