WJK-terugblik: Nederland naar verwachting en behoren
Met drie finaleplaatsen en een medaille heeft de Nederlandse afvaardiging naar verwachting en behoren gepresteerd bij de WK Junioren in Barcelona. In het puntenklassement (8 punten voor plaats 1, zeven voor plaats 2, etc.) eindigde Nederland als 33ste.
Zie voor wedstrijdverslaggeving over de slotdag onderaan dit artikel. Het verslag werd tijdens de wedstrijdavond regelmatig geactualiseerd. Wedstrijdupdates worden ook verzorgd op www.twitter.com/Atletiekunie.
In de afgelopen drie edities scoorde Nederland zeven van de veertien medailles die ooit behaald werden in de 26 jaar dat de WJK bestond (13 kampioenschappen) Een vergelijking met twee jaar geleden in Moncton (een goud en drie brons) is echter niet aan de orde, oordeelt Georges Friant. ‘Dat was een Superploeg met supertalenten\', aldus de Hoofdcoach van de Nederlanders in Barcelona. ‘Het is een utopie om te denken dat dat benaderd, geëvenaard of beter gedaan had kunnen worden hier.\'
Friant kijkt liever naar talentniveau en de ervaren Belg was erg optimistisch over de 19 atleten en atletes (veertien individuele onderdelen en een estafetteploeg inclusief reserve) die hij in Spanje aan het werk zag. ‘Het was een positieve ploeg\', beschrijft hij. ‘Ik bedoel zeker geen doetjes, maar iedereen heeft een visie, heeft de oren gespitst op atletiek. Ze kwamen naar het stadion en supporterden hun teamgenoten. Natuurlijk zijn sommige tevreden en anderen minder. Maar als ze positieve lessen trekken voor de toekomst, dan is het een goed toernooi geweest.\'
Een blik op de statistieken wijst erop dat de WJK-ploeg van 2012 in vergelijking een gemiddeld toernooi draaide: van de 14 afvaardigingen tot dusver is ze achtste qua aantal punten in het klassement, achtste qua aantal atleten in de top-8 en negende qua medailles (vijf van de veertien keer ging Nederland met lege handen naar huis).
Dekker
De beste prestatie van de ploeg was buiten kijf voor Tim Dekker. De tienkamper kwam met het achtste puntentotaal naar de WJK en ging naar huis met een bronzen medaille en een dik persoonlijk record van 7815 punten. Ook Eva Reinders slaagde met vlag en wimpel door na drie eerdere toernooien niet alleen door de kwalificatie te komen, maar ook de laatste acht te halen (zevende, 61,63 meter). De estafette 4x100 meter meisjes stond er precies toen het moest en steeg in de series met een tijd van 44,68 ver boven eigen kunnen uit - gevolgd door een finale waarin het kunststukje niet herhaald kon worden, maar het stokje veilig rondbrengen een mooi zesde plaats opleverde.
De jonge estafetteploeg bewees in Barcelona dat hun uitzending (zonder de officiële limiet van 45,25 te hebben gelopen) terecht was. De meisjes waren bovendien duidelijk in persoonlijke vorm. Dat gold ook voor hordenloopster Suzanne Williams, die net als de ploeg twee weken voor vertrek in Mannheim de limiet had gelopen (45,38 voor de ploeg, 13,78 voor Williams). De hordenloopster scoorde vervolgens haar eerste doel met een plaats in halve finales en vervolgens knap haar tweede door daar een goede tijd te lopen (13,79). Williams eindigde uiteindelijk als elfde, eenzelfde klassering als de jonge zevenkampster Nadine Visser die in Barcelona een schat aan ervaring opdeed.
Meerkamptegenvallers
Anderen in de ploeg, zoals sprinter Hensley Paulina en de polsstokhoogspringers Vloon en Koppelaar, kwalificeerden zich vroeger, maar leken niet meer in dezelfde absolute topvorm. Blessures zijn ook een probleem: op nationaal niveau zijn wedstrijden voor junioren misschien nog te winnen met een pijntje (Koppelaar) of zonder testwedstrijden (Paulina), maar bij een WK Junioren kom je daar meestal niet mee weg.
De grootste tegenvallers waren echter voor de twee atleten waar vooraf misschien wel het meeste van verwacht was, niet in de laatste plaats door henzelf: tienkamper Pieter Braun en zevenkampster Anouk Vetter. Met hun totalen van de NK in Emmeloord begonnen ze als eerste en vijfde op de wereldranglijsten aan het toernooi. Braun bleef ondanks tegenvallers lang op zijn recordschema, maar zag zijn wedstrijd verknald door een gemiste aanvangshoogte op polshoog. Vetter\'s wedstrijd viel al tijdens het eerste onderdeel in duigen door een val op de 100 meter horden.
Friant heeft voor beide atleten opbeurende woorden. Hij noemde Braun\'s misser \'pech\' (zoals Olympiër Eelco Sintnicolaas ook al meteen had gereageerd dat hem precies hetzelfde was overkomen in zijn eerste juniorentoernooi). ‘Dat hij nu faalt, komt door een gebrek aan ervaring.\', oordeelde de ervaren Belg, die vroeger zelf polsstokspringers coachte (waaronder wereldkampioen Rens Blom): \'Het is een moeilijk nummer, hij kan zichzelf nog niet corrigeren in een wedstrijd. Maar ik wil je zeggen, als ik nog actief zou zijn als trainer, dan zou ik hem graag als atleet gehad. Ik zie grote mogelijkheden. Ik durf je te garanderen, die jongen springt binnen afzienbare tijd vijf meter.\'
Vetter mag volgens Friant ook niet worden afgeschreven: ‘Ze kwam naar Barcelona met een puntentotaal van 5764 punten. Dat schud je niet zo maar uit je mouw. Een meisjes om geduld mee te hebben, ze heeft iets in petto.\'
Hoewel het de Nederlandse ploeg in Barcelona wellicht ontbrak aan veel absolute wereldtoppers, bewijst een volgende blik op de cijfers dat de individuele teamleden het eigenlijk onverwacht goed hebben gedaan. Afgezien van Braun en Vetter eindigde namelijk iedereen (twaalf van de veertien individuele onderdelen) precies waar ze op de inschrijflijsten stonden (vier stuks) of beter (acht keer, vijf keer aanzienlijk hoger).
Dit geldt dus ook voor de atleten die in Barcelona in de achterhoede eindigden (de 5000 meterlopers Vastenburg en Van Lieshout) of die bij hun eerste optreden werden uitgeschakeld (sprinter Paulina in de series 100 meter, hoogspringster Lisanne Hagens, polstokhoogspringers Vloon en Koppelaar in de kwalificatie, evenals speerwerpers De Deugd en Wouters). In die groep springt vooral Jurriaan Wouters er positief uit: de Amersfoortse dubutant begon als 37ste aan het toernooi, finishte als negentiende en benaderde zijn persoonlijk record.
‘Dertig procent presteert beter dan ze stonden, 40-50 procent ongeveer waar ze mee binnen waren gekomen en de rest is minder\', rekende Friant voorzichtig. ‘Sommige mensen zijn nog niet toernooivaardig, anderen hebben blessuretjes of zenuwen. Het WJK is uiteraard ook een leerproces. [..] Ik denk dat atleten in deze ploeg zeker hebben geleerd om te gaan met spanning, met stress. Sommigen waren zelfs helemaal niet geïmponeerd. Er was er zelfs eentje die zei dat dit als een NK was waar twintig verschillende talen worden gesproken. Dat toont aan dat ze het aankunnen, aandurven, hun ogen gericht hebben op de toekomst.\'
Luister naar Hoofdcoach Friant in zijn eigen woorden:
(link)
Naam | onderdeel | prestatie | (inschrijflijst) | ||
Tim Dekker | tienkamp | BRONS, 7815 punten (11.06-7.23pr-14.68-2.04pr-49.70-14.02) (14.02-43.69-4.20-48.04pr-4.34,24pr) |
8e | ||
4x100 meter | estafette | 6e, 45,22 (serie 44.68) |
(5e) | ||
Eva Reinders | kogelslingeren | 7e, 61,63m (kwalificatie 59,32) |
13e | ||
Nadine Visser | zevenkamp | 11e, 5447 punten (13.76-1.72pr-12.55pr-25.07) (5.71-32.99-2.40,88) |
(15e) | ||
Suzanne Williams | 100 m horden | halve finale, 13,79 (kwalificatie 13,94) (11e) |
22/23e | ||
Irene van Lieshout | 5000 meter | 15e, 16.38,68 |
(17e) | ||
Jip Vastenburg | 5000 meter | 16e, 16.47,32 |
(18e) | ||
Alain de Deugd | speerwerpen | kwalificatie, 68,02 m (17e) |
26e | ||
Jurriaan Wouters | speerwerpen | kwalificatie, 67,55 m (19e) |
37e | ||
Menno Vloon | polsstokhoogspringen | kwalificatie, 4.95 m (18e) |
17-19e | ||
Rutger Koppelaar | polsstokhoogspringen | kwalificatie, 4.95 m (20e) |
20e | ||
Lisanne Hagens | hoogspringen | kwalificatie, 1.75 m (23e) |
30e | ||
Hensley Paulina | 100 meter | series, 10.81sec (41e) |
57e | ||
Pieter Braun | tienkamp | 16e, 7055 punten (11.28pr-7.25-15.47pr-1.95-50.60) (14.69-44.24-0.00-55.51-4.35.51) |
1e | ||
Anouk Vetter | zevenkamp | uitgevallen (0.00-1.75) |
5e |
Het WJK in Barcelona
Internationaal bezien was de 14e editie van de WK Junioren van hoog niveau. In meer dan een kwart van de onderdelen werd het kampioenschapsrecord verbroken. De omstandigheden in Barcelona waren uitstekend voor topprestaties, zodat op helft van de onderdelen de beste wereldprestatie werd verbeterd (op zes onderdelen twee keer en op de 3000 m steeple chase meisjes zelfs drie keer).
Er sneuvelde een wereldrecord in Barcelona: Ashraf Amgad Elseify slingerde zijn 6 kilo-kogel naar 85,57 meter - ruim twee meter beter dan de Spanjaard Cienfuegos drie jaar geleden in Madrid deed. Goede tweede om uitgeroepen te worden tot beste prestatie van het toernooi (niemand waagt zich aan een dergelijk wespennest) was de 4x100 meterploeg van de Verenigde Staten. Tyreek Hill, Aldrich Bailey, Arthur Bolarinwa en Aaron Ernest kwamen tot 38,66 - een tijd die goed zou zijn voor een plek bij de eerste tien in de wereld. Bijzonder indrukwekkend was ook de steeple chase van Conseslus Kipruto die zijn 3000 meter grotendeels solo of aan kop liep naar 8.06,11 - ook goed voor de zesde plaats in de wereld.
Medailleklassement | Puntenklassement (top-8) |
||
1. Verenigde Staten |
9 - 5 - 4 (20) |
1. Verenigde Staten |
118 pt (9-4-7-3-2-5-2-4) |
2. Kenia | 4 - 4 - 5 (13) | 2. Kenia | 112 pt (4-4-5-1-2-2-1-1) |
3. Ethiopië | 3 - 3 - 1 (7) | 3. Duitsland | 95 pt (2-4-0-4-4-2-3-3) |
4. Cuba | 3 - 0 - 1 (4) | 4. Rusland | 85 pt |
5. Duitsland | 2 - 4- 0 (6) | 5. Groot-Brittannië | 71 pt |
6. Rusland | 2 - 3 - 3 (8) | 6. Ethiopië | 70 pt |
7. Jamaica | 2 - 2- 1 (5) | 7. China | 64 pt |
8. Groot-Brittanië | 2 - 1 - 2 (5) | 8. Australië | 60 pt |
9. Bahamas | 2 - 0 - 2 (4) | 9. Jamaica | 59 pt |
10. Qatar & Zweden | 2 - 0 - 0 (2) | 10. Polen | 42 pt |
40.Nederland | 0 - 0 - 1 (1) | 33. Nederland | 11 pt |
42. België | 7 pt |
Amerika was met afstand de beste ploeg in het toernooi. Ze won niet alleen allevier de estafettes, maar leidde het medailleklassement met 20. Dat is nog knapper omdat er bij juniorentoernooien maar twee atleten per land mogen worden gestuurd. Overigens struikelden er ook nog twee Amerikaanse atletes op medaillekoers over hun laatste horde. Kenia werd tweede zowel in het medaille- als het puntenklassement, gevolgd door Ethiopië (medailles) of Duitsland (puntentabel).
Kenianen vieren steeplewinst in de waterbak |
Amerikaanse dominantie op de estafettes |
Minstens zo opvallend is wie er niet hoog in de klassementen uitkwam, zoals grootmacht Rusland (pas zesde in het medailleklassement) en vooral de Oekraine (geen enkele medaile en maar acht atleten in de top-8). Andere landen waren sterker dan verwacht, maar het was vooral opvallend te zien hoe bekende atletieklanden ook aan de weg timmerden op onderdelen die niet hun zogenaamd \'specialisme\' zijn: zoals Kenianen op de kortere loopafstanden en Caraibische atleten op de werpnummers (inclusief de Jamaicaan Fedrick Dacres die het discuswerpen won).
De meeste atleten in Barcelona hebben hun zinnen gezet op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2008, of de Spelen van 2012. Tientallen WJK-deelnemers zullen ook te zien zijn in Londen en de absolute toppers waarschijnlijk in de finale, wellicht zelfs met een medaillekans. Een voornaam kandidaat daarvoor is Luguelin Santos die op 18-jarige leeftijd tweede staat in de wereld op de 400 meter met 44,45. In Barcelona won de Dominicaan goud met 44,85. De Britse organisatoren waren erg blij met de 10,05 (een kampioenschapsrecord van hun snelste sprinter, Adam Gemili (10,05). Bij de vrouwen brak Angelica Bengtsson het toernooirecord polsstokhoogspringen met 4,50 meter. De tegenstand op zo ongeveer het zwakste onderdeel van het toernooi was zo beperkt (ook door een blessure van haar voornaamste concurrent), dat nog meer van de Zweedse verwacht mag worden in Londen. De Rus Morgunov maakte zijn faam (8,35 meter verspringen) ook waar door in Spanje over de acht meter te springen.
Drama en spanning was er ook meer dan genoeg bij de wedstrijden in Barcelona. Struikelingen over hordes, blessures op de laatste meters, het was er allemaal, inclusief fotofinishes en dubbele bronzen medailles. Bij het hinkstapspringen meisjes is Davile Dzindzaletaite na Barcelona aanvoerder van de wereldranglijst, maar geen wereldkampioene - want Ana Peleteiro sprong precies dezelfde afstand van 14,17 en had een betere tweede sprong. Het was de enige medaille die de organisator zou winnen in het toernooi. Ster van het toernooi werd echter de Bahamaiaanse sprintster Anthonique Strachan die de 100 en de 200 meter won - bijna geevenaard door de Duitse Shanica Craft die onverwacht het kogelstoten won en daar zilver bijvoegde met de discus.
Gekke dingen gebeurden er ook, zoals de de handstanden van de steeple chase winnares Daisy Chepkemei. Tot twee keer toe (400 meter jongens en 4x400 meter meisjes) mocht een atleet/ploeg na protest bovendien een race overlopen om de finale te halen (in beide gevallen succesvol).
FINALES op dag 6:
100 m horden meisjes: Snow profiteert van val landgenote Hall
1. Morgan Snow (VS) 13,38, 2. Noemi Zbaren (Zwi) 13,43, 3. Ekaterina Bleskina (Rus) 13,43
Wat lang leek op een Amerikaanse dubbelslag werd een solo-optreden, want de jonge Amerikaanse Dior Hall (eerstejaars B, 16 jaar pas!) struikelde over de laatste drie horden en eindigde als gediskwalificeerd (\'not jumping each hurdle\'). Landgenote Snow profiteert en wint in 13,38. De tijden vielen tegen, maar er werd dan ook met 2,4 m/s tegenwind gelopen (de Finse Jonna Berghem liep desondanks een persoonlijk record van 13,56).
Morgan Snow |
Faith Chepngetich Kipyegon |
1500 meter meisjes: Kampioenschapsrecord Kipyegon
1. Faith Chepngetich Kipyegon (Ken) 4.04,96, 2. Amela Terzic (Ser) 4.07,59, 3. Senbere Teferi (Eth) 4.08,28
Het uitstekende hardloopweer in Barcelona vanavond droeg bij aan een recordregen op dit onderdeel, met negen pesoonlijke records onder de twaalf atleten - aangevoerd door het schitterende kampioenschapsrecord van de oppermachtige Kipyegon. De Keniaanse had ook verreweg de beste tijd staan voor het kampioenschap (4.03,82) en meldde nog eens extra gemotiveerd te zijn door de Keniaanse 1-2 vlak voor haar op de 3000 m steeple chase (zie onder). Verrassender was de teleurstellende vierde plaats voor haar landgenote Nancy Chepkwemoi. Amela Terzic onderscheidde zich daarentegen positief door haar toptijd met niet minder dan vier seconden aan te scherpen zodat voor de jonge Teferi niet meer overbleef dan brons. De pas 17-jarige Britse Jessica Judd (leverde een prestatie van formaat door na haar tweede plaats op de 800 meter (persoonlijk record van 2.00,96) eerst haar 1500 meterrecord te benaderen in de series (4.14,64) en vervolgens te verbrijzelen voor plaats vijf in de finale (4.09,93).
Discuswerpen meisjes: Duitse meisjes troeven als nog Amerikaanse af
1.Anna Ruh (Dui) 62,38, 2. Shanice Craft (Dui) 60,42, Shelbi Vaughan (VS) 60,06
Met twee werpsters ruim voor op de wereldranglijst (plus nog een derde 57 meterwerpster die thuis moest blijven) hadden de Duitsers hun zinnen gezet op een dubbelslag. Dat memo had Shelbi Vaughan echter niet ontvangen. Craft opende de strijd met een sterke 58,44 meter - met een onverwachte kogelstootzege was de atlete haar toernooizenuwen allang kwijt. Vaughan antwoordde echter meteen met 58,46 meter. Ook toen Craft de leiding weer terugpakte met 58,51 (ronde 3) speelde de jonge Vaughan (17) haasje-over met de eerste 60 meterworp van de wedstrijd (60,06 meter). Die afstand leek te blijven staan, totdat wereldranglijstaanvoerdster Ruh in een laatste vertwijfelde poging hen allebei voorbijkwam met een uithaal naar 62,38 meter. Vaughan moest dit keer het antwoord schuldig blijven. Zelfs het zilver verloor ze nog aan Craft die in de laatste worp van de westrijd zilver toevoegde aan het colletie met 60,42 meter.
Het Nieuw-Zeelandse en Australische succes - opvallend hier in Barcelona - werd vervolgd door Sositina Insaeng die het nationale Nieuw-Zeelandse record verbeterde tot 56,17, daarmee favoriete Siyu Gu uit China zelfs terugwijzend naar de vijfde plaats (55,78).
3000 m steeple chase jongens: achtste WJK-dubbelslag Kenia
1. Conseslus Kipruto (Ken) 8.06,10 Kampioenschapsrecord, 2. Gilbert Kiplangat Kirui (Ken) 8.19,94, 3. Hicham Sigueni (Mar) 8.30,14
Net als in de series openden Kipruto en Kiplangat de eerste steeple kilometer in een razende 2.40, daarmee de spanning meteen uit de wedstrijd halend. Het is ook niet dat ze zich over de kop liepen, want na een \'rustiger\' tweede kilometer van 2,44 snelde Kipruto solo naar een kampioenschapsrecord van 8.06,11 (nogmaals 2.40). Dat was niet alleen bijna acht seconden sneller dan zijn landgenoot Komen in 2006, maar ook een persoonlijk record met twee seconden - en de zesde (senioren!)tijd in de wereld dit jaar. Kipruto won de dertiende Keniaanse titel op rij (alleen bij het allereerste WJK in 1986 won de Spanjaard Azkueta) en Kirui maakte het de achtste Keniaanse dubbelslag. Wel was het de enige jongenstitel die Kenia veroverde in Barcelona (versus vijf twee jaar geleden in Moncton). Hicham Sigueni toefde zijn jongere landgenoot Jaouad Chemlal af voor het brons en de eerste acht atleten kwamen allemaal van het Afrikaanse continent (de Brit Seddon werd negende, de Amerikaan Owens elfde en de Pool Kulka viel uit).
Conseslus Kipruto |
Finale 800 meter |
800 meter jongens: Vazquez haast Amos naar schitterende tijd
1. Nijel Amos (Bot) 1.43,79, 2. Timothy Kitum (Ken) 1.44,56, 3. Edwin Kiplagat Melly (Ken) 1.44,79
Amos was de favoriet en won het goud, maar voor zijn kampioenschapsrecord van 1.43,79 (was 1.44,77 van Benson Koech/KEN uit 1992) mag hij een bedankbriefje sturen aan Wesley Vazquez. De Puerto Ricaan trok hard aan het veld in de laatste honderden meters - om als dank op het laatste rechte stuk voorbijgestoken te worden door Amos en de Kenianen Kitum en Melly. Het nationale juniorenrecord zal voor Vazques een schrale troost zijn. Zijn doorkomst in 51,18 maakte het wel een produktieve race met ook nog nationale records voor Canada (Brandon McBride, 1.46,07) en Algerije (Mohamed Belbachir, 1.46,70).
Amos kwam zaterdag nog hinkend over de finish na de halve eindstrijd en zei na de finale ook nog last te hebben van zijn hamstring: \'het zal enige tijd kosten om dat te laten herstellen\', zei de Botswaan zelfs.
4x400 meter meisjes: Amerika van start tot finish
1. Verenigde Staten (Rucker - Ekpone - Baisden - Spencer) 3.30,01 bwp, 2. Jamaica 3.32,97, 3. Rusland 3.36,42
Amerika kwam met een gelukje in de finale, want na een diskwalificatie zaterdagavond kreeg de ploeg de optie om zondagochtend in een verlaten Olympisch Stadion over te lopen en zich als extra, negende ploeg te plaatsen voor de finale. Het probleem was geweest dat de atletes buiten het wisselvak hadden gewisseld en dat er coulantie werd betracht - maar het was niet helemaal duidelijk of de atletes wel juist geinstrueerd waren door de officials.
Met een overvloed aan talent in de gelederen lukte het alsnog kwalificerendat eenvoudig (opnieuw snelste serietijd), zodat vanuit baan 9 alsnog de titel veroverd kon worden. Zoals te doen gebruikelijk stelde Amerika in die finale twee nieuwe, frisse atleten aan, zodat het effect van het overlopen minimaal was.
Erika Rucker (brons op de 400 meter) en Olivia Ekpone (zilver op de 200m) bouwden eens straatlengte voorsprong op, die Kendall Baisden bijna weer verloor aan Shericka Jackson van Jamaica. 400 meterkampioene Ashley Spencer stelde echter orde op zaken en bracht Amerika over de streep in 3.30,01 - de vijfde tijd ooit gelopen bij een WJK. Rusland won brons in de op 1 na langzaamste tijd ooit die nog een medaille opleverde (alleen de Duitse bronzen ploeg in 1996 was langzamer) - een van de slechts 8 medailles die Rusland zou winnen in Barcelona.
Hoogspringen meisjes: Trots als enige over 1,91 meter
1. Alessia Trost (Ita) 1,91, 2. Lissa Labiche (Sey) 1,88 NJR, 3. Mariya Kuchina (Rus) 1,88
Het was een meer spannende en slordige wedstrijd dan een van hoog niveau in het winderige en uiteindelijk regenachtige Olympisch stadion. Niet minder dan zeven van de twaalf atleten hadden minstens een hoogte die ze pas in de derde poging sprongen. De enige die tot en met 1,88 meter foutloos bleef was Lissa Labiche. Met haar persoonlijk record leek de atlete van de Seychellen voor zo ongeveer de grootste verrassing van het kampioenschap te gaan zorgen, maar in haar tweede sprong ging Trost (record 1,92) alsnog over 1,92 meter. Die moest ook wel, want waar Labiche eerst de enige leek die over 1,88 ging, lukte het in de laatste poging ineens drie anderen (Trost, Kuchina en de Duitse Alexandra Plaza).
Opvallen was de Russische Mariya Kuchina die de afgelopen twee jaar steeds indoor erg hoog springt (1,97 in 2011 en 1,96 dit jaar), maar outdoor minder uit de verf komt. Kuchina versloeg op basis van foutsprongen wel Plaza, maar Labiche kreeg met zilver het meeste loon naar werken. Haar hoogte was zoals te verwachten viel een nationaal juniorenrecord voor de Seychellen - een Afrikaanse eilandengroep met een geschat inwonertal van 86.000.
hinkstapspringen jongens: Vroege sprong bepalend voor Pichardo
1. Pedro Pichardo (Cub) 16,79 bwp, 2. Artem Primak (Rus) 16,60, 3. Latario Collie-Minns (Bah) 16,37.
Met negen atleten tussen 16,10 en 16,76 meter had dit een hele open wedstrijd kunnen worden, maar het ging in de Barcelonese miezerregen uit als een nachtkaars. Pichardo sprong in zijn tweede en derde sprong 16,60 en 16,79 (een persoonlijk record) en de medaillisten of hun volgorde zou na ronde twee niet meer veranderen. Wel leek Primak nog even dichtbij te komen in ronde 5, maar de Rus verstevigde met 16,60 meter alleen zijn tweede plaats.
4x400 meter jongens: Amerika opnieuw oppermachtig
1. Verenigde Staten (Downing - Bailey - Okezie - Hall) 3.03,99 bwp, 2. Polen 3.05,05 NJR, 3. Trinidad & Tobago 3.06,32.
Het gebeurde met veel minder consternatie dan bij de meisjes, maar het resultaat was hetzelfde: suprematie voor de Verenigde Staten op de 4x400 meter. Quincy Downing, Aldrich Bailey, Chidi Okezie en Arman Hall completeerden het totale kwartet van door Amerika gewonnen estafettes - bijna de helft van de negen gouden plakken die de Verenigde Staten won (nog steeds meer dan Kenia dat tweede staat met vier keer goud).
Het Poolse viertal Zalewski, Smolen, Kusnierz en Dobek liep een fabuleuze race en kreeg zilver als beloning plus een verbetering van het nationaal juniorenrecord met meer dan een seconde. Wereldranglijstaanvoerder Trinidad en Tobago kwam er in de finale niet aan te pas tot de allerlaatste 100 meter, waarin 400 meterfinalist Machel Cedenio de ver terugvallende Jamaicaan Jermaine Fyffe terughaalde voor het brons.
Tekst: Wilmar Kortleever; Foto\'s: Erik van Leeuwen
---
De WK voor junioren (WJK, \'IAAF World Junior Championships\') worden van 10 t/m 15 juli gehouden in het Spaanse Barcelona.
Voor www.atletiekunie.nl doen verslaggever Wilmar Kortleever ([email protected], twitter.com/wkortleever) en fotograaf Erik van Leeuwen (www.erki.nl, twitter.com/erikvanleeuwen) dagelijks verslag over de Nederlandse ploeg met artikelen die tijdens de dag doorlopend worden geactualiseerd met tekst, foto\'s en hopelijk audio (interviews). Waar mogelijk worden de actuele verrichtingen nog sneller gemeld op de Atletiekunie Twitter.
Volledige informatie over het team van Dutch Athletics, hun programma, plus een interview-vooraf met meerkamper Pieter Braun, is te vinden in het teamboekje (\'Media Guide\') van de Atletiekunie. Klik hier (in PDF formaat). Een lijst met Twitteraars in Barcelona staat hier.
Eurosport zendt dagelijks live uit vanuit Barcelona. Via de website van de IAAF, www.iaaf.org en de website van de organisatie, www.bcn2012.org, zijn tijdens het toernooi meer informatie en live uitslagen te vinden.