De vijf medailles
De eerste medaille was voor meerkampster Anouk Vetter. Het bleef tot het einde spannend, maar uiteindelijk wist Vetter het brons veilig te stellen. Na een fenomenale worp van bijna zestig meter bij het speerwerpen en een slopende 800 meter was daar dan eindelijk de verlossende uitslag. Met een puntentotaal van 6501 eindigde ze achter de Britse Johnson-Thompson en de Amerikaanse Hall.
Na haar val op de laatste meters van de 10.000 meter was het maar de vraag hoe Sifan Hassan er fysiek aan toe was. De laatste ronde van de 1500 meter finale kroop ze stukje bij beetje verder naar voren. Uiteindelijk waren Kipyegon en Welteji niet meer in te halen en eindigde Sifan Hassan als derde, in een tijd van 3:56.00 minuten. Zaterdagavond ging ze voor haar tweede medaille in de finale over 5000 meter. Pas één ronde voor de finish werd er volop gas gegeven. Hassan probeerde tot de laatste meters Kipyegon te passeren, maar dat lukte uiteindelijk niet. Haar tijd van 14.54,11 was goed voor zilver.
Van haar val eerder dit toernooi herstelde Femke Bol snel en dus kon ze op jacht naar haar eerste wereldtitel in haar finale over 400 meter horden. Met een voorsprong van ruim één seconde (51.70 sec.) bemachtigde ze haar allereerste mondiale gouden plak. Ze schreef niet alleen historie door als eerste Nederlander wereldkampioen te worden op de 400 meter horden, ook was ze pas de vierde Nederlander die ooit een wereldtitel op zijn/haar naam schreef.
Sensationeel goud was er op de slotavond voor de 4x400 meter estafettevrouwen. Het 4x400 team heeft dit toernooi op superieure manier afgesloten door wereldkampioen te worden. Eveline Saalberg, Lieke Klaver, Cathelijn Peeters en Femke Bol moesten het gaan doen. Het bleef heel de race razend spannend, maar na een fenomenale eindsprint van Femke Bol trok Nederland aan het langste eind. In een tijd van 3.20,72 minuten bleef TeamNL grootheden in de atletiek voor (Jamaica en Groot-Brittannië).