Stadsloop Appingedam snelste 10 kilometer van Nederland

Geplaatst op Dinsdag, 3 juli 2018

De Keniaan Vedic Kipkoech heeft afgelopen zaterdag de Univé Stadsloop op zijn naam geschreven. Kipkoech liep vanaf kilometer 4 alleen aan de leiding. Bij de doorkomst na 5 kilometer in 13.49 min had hij een voorsprong op zijn landgenoten Ronald Kirui en Samuel Karani van 9 seconden. London en Amsterdam Marathon winnaar Daniel Wanjiru, de grote affiche in Appingedam liep daar weer 11 seconden achter. In de tweede ronde kon Kipkoech zijn voorsprong nog verder uitbouwen en finishte in 28.19 min, slechts 1 seconde boven zijn pr dat hij eerder dit jaar liep in Würzburg. De tijd van Kipkoech betekend momenteel de snelste tien kilometer dit jaar in Nederland, iets waar de organisatie op had ingezet. Ronald Kirui klopte in de sprint Samuel Karani, gevolgd door Daniel Wanjiru (29.29 min) die in deze 10 kilometer een goede prikkel vond voor de komende marathons.

Sterke bezetting Nederlandse lopers

Achter de kop van de wedstrijd vochten Khalid Choukoud, Frank Futselaar en Bart van Nunen een verbeten gevecht uit. Bart van Nunen (30.15 min) beschikte zowaar over de beste sprint in de laatste 500 meter en bleef Choukoud (30.18 min) en Futselaar (30.24 min) voor. Paul Zwama finishte op de tiende plaats. Voor Van Nunen was dit een mooie opsteker op weg naar zijn eerste kennismaking met de marathonafstand in Berlijn over 11 weken.

Jip Vastenburg derde

Bij de dames won de Keniaanse Edith Chelimo in 32.13 min, ruim boven het afgelopen jaar gelopen parcoursrecord van Fancy Chemutai (30.23 min!) Jip Vastenburg pakte de derde plaats (33.18 min). “Ik ben heel tevreden! Dit is een lekkere trainingswedstrijd en even een leuke break van het baanseizoen. Wel was het heel warm en er stond een flinke wind”, aldus Vastenburg die in voorbereiding is op de 5.000 meter in Heusden.

Race director Klaas Oudman beaamde de woorden van Jip Vastenburg: “Dit jaar hadden we veel wind, Bijna 3 tot 3,5 kilometer wind tegen waardoor de tijden iets tegenvielen. Maar goed, daar doen we niets aan.”