Officials op de pijngrens

Geplaatst op Donderdag, 6 september 2012
Officials op de pijngrens

Hoe zou het zijn op het veld, als bijvoorbeeld David Weir weer eens op weg is naar goud? \'Dat lawaai is zo extreem, het zit bijna op de pijngrens,\' vertelt John Schoemaker. \'Als je je ogen dicht doet, weet je precies waar de wheelers rijden. Ook dat lawaai gaat rond.\'

Elke dag weer twee keer een uitverkocht huis. Nooit was eerder waren de Paralympische Spelen met zoveel enthousiasme omgeven. \'Nou,\' zegt Johan Knaap, \'dat was in Barcelona \'92 ook zo. Verschil was alleen dat het daar gratis was. De hekken gingen \'s avonds dicht, er konden geen mensen meer bij. En als er Spanjaarden aan de start stonden, was het net als hier een gekkenhuis.\'

Johan Knaap (63) en John Schoemaker (64) zijn ITO\'s in het atletiekstadion tijdens de Paralympische Spelen. International Technical Officials. Ze zijn op het veld, langs de baan of in de callroom. Ze observeren de juryleden en melden de dingen die in hun ogen niet kloppen. Knaap was er al bij in 1990 tijdens de Wereldspelen in Assen voor gehandicapten. Hij is erelid van Kronos, de Twentse atletiekclub voor studenten, al woont hij al tijden in Apeldoorn. Sinds 1992 is hij er als official bij op Paralympische Spelen. John Schoemaker, van AAV\'63 in Alphen aan den Rijn, sinds Athene 2004. \'Ik ben er ingerold, het was een toevalligheid. In 2003 werden in Assen de EK voor gehandicapten gehouden, waar ik bij was. Daarna ben ik gevraagd voor Athene.\'

Ze maakten zo de ontwikkeling van de Paralympische Spelen van dicht bij mee. In Londen beleven ze het voorlopig hoogtepunt. \'Het publiek is geweldig,\' zegt Schoemaker. \'Ze steunen de underdog. En het stadion stroomt ook pas leeg als het laatste nummer is geweest. Bijna eng.\'

\"\"

Knaap ziet dat in Londen tien stappen voorwaarts worden gemaakt. \'Fascinerend. Er is zo lang aan getrokken om meer aandacht te krijgen voor de gehandicaptensport.\' Schoemaker: \'En die progressie gaat nu zo snel. Met professionele atleten.\' Knaap: \'Kijk naar de Nederlanders, allemaal met A-status bij NOC*NSF. In Seoul had je nog heel veel klassen en dus veel medailles. Er waren sporters die met tassen vol naar huis gingen. Toen was het nog: wat mis je. Nu: wat kun je.\'

Toch gelooft Knaap dat het aantal klassen in de toekomst verder wordt ingedikt. \'Een voorbeeld is de T13 voor slechtzienden. In hoeverre is dat een handicap? In Stadskanaal op EK gemeten op oogafwijkingen. Het is moeilijk te classificeren.\'

Ook daarin zagen ze de ontwikkelingen. \'Vroeger waren het de trainers die op basis van hun ervaring de atleten indeelden. Nu is er echt een systeem, een heel boekwerk van de IPC. Maar sommige zaken blijven moeilijk te beoordelen. Spasme bijvoorbeeld. Door veel te trainen heb je minder spasme en dus moeten de atleten steeds weer door de classificatie, uitgevoerd door fysio\'s en artsen. Ook tijdens de wedstrijden wordt gekeken of de boel niet wordt bedonderd. Maar dat komt bijna niet meer voor.\'

De controverse over de lengte van de blades van Alan Oliviera, ingezet door Oscar Pistorius blijkt onder de ITO\'s geen enkele discussie te hebben gegeven. \'We hebben er van gehoord, meer niet,\' zegt Schoemaker. Knaap: \'Het mooie is dat deze wereld voortdurend in beweging is. De vraag hoe het beter kan, met beter materiaal. Kijk naar de records.\'

Schoemaker: \'Zeven pagina\'s zijn het al...\'

Knaap: \'Lang geleden hadden we niet meer dan een houten poten, daarna kwamen de protheses en nu die veren, waar ze zelfs op afzetten bij het verspringen. En hoe gaat dat verder? Hoe hou je gelijke kansen?\' Volgens Schoemaker wordt het steeds meer een materiaalsport.\'Bij de wheelers zie je enorme verschillen.\' Het wordt lastig dat in de hand te houden, denkt Knaap. \'Sponsors worden steeds belangrijker. Als je het zelf moet betalen, wordt het een hobbel om mee te doen. En het gaat niet alleen om de aanschaf, maar ook de vele uren die nodig zijn voor het maatwerk.\'

Ze volgen die ontwikkelingen in een sport, die ze in de loop der jaren meer en meer zijn gaan omarmen. In hun werk als officials observeren ze het werk van de juryleden. \'bij een voetbalduel met Spanje en Duitsland,\' legt Knaap uit, \'heb je een scheidsrechter uit een onpartijdig land. Hier hebben we met lokale juryleden te maken. Maar onder de ITO\'s zitten geen Britten, wij observeren of de juryleden hun werkgoed uitvoeren. Inspringen als het fout gaat, gebeurt zelden. We dienen de scheidsrechter van advies, maken hem attent op fouten, we sturen bij. Zolang een atleet niet echt wordt benadeeld,grijpen we niet in.\' En in een enkel geval neemt een ITO\'er zitting in de jury d\'appèl, waar de Nederlander Ben Vroom overigens een van de drie leden is.

Schoemaker noemt de paralympische wereld ronduit geweldig. \'Wat voor de sporters geldt, geldt ook voor ons; je wil erbij zijn op die grote toernooien. Voor volgend jaar hoop ik op de WK in Lyon. Reizen en mooie atletiek, die combinatie. We verblijven in het Olympisch dorp, echt een feest. Wat niet wil zeggen dat ik mijn werk als official niet heel serieus neem. Ik was aanvankelijk niet voor Londen aangewezen. Twee maanden geleden hoorde ik dat ik alsnog. Ik heb staan springen.\'

Knaap: \'Ik vind het geweldig, die mensen die ondanks hun handicap hun mogelijkheden benutten.\'

Schoemaker: \'Ik ben er toevallig ingerold, ik heb niet echt een grotere reden of achterliggend doel. Ik ga ook niet met de collectebus rond. Maar ik heb vooraf aan Londen wel bewust meegewerkt aan een interview in het lokale suffertje. Om bekendheid te geven. Het is moeilijk te definiëren wat het is, maar ik vind het eigenlijk mooier dan de Olympische Spelen. Daar zijn het zijn haantjes, anders dan hier.\'

Maar, horen helden en haantjes niet gewoon in de sport? En beweegt de paralympische wereld zich niet in diezelfde richting? Knaap: \'Het komt er aan.\' Schoemaker: \'Het is niet mijn stijl. Maar het is zoals de wereld in elkaar zit. Sport is business, je hebt niet alleen met aardige mensen te maken die je een aai over de bol geeft. Maar iets menselijker mag ook wel.\' Knaap zegt niet zo bang te zijn voor die ontwikkeling. \'Het is een uitdaging, hoe gaan we er mee om. Ook deze sport is in ontwikkeling, dus moeten we regels aanpassen.\'

Hij beaamt dat atletiek en ook paralympische atletiek helden nodigheeft, al was het maar om op te boksen tegen andere sporten. \'Al zeker 15 jaar doen we op de FBK ook één onderdeel voor gehandicapten. En de afgelopen keer was Pistorius er ook. We hebben een contract met de NOS, maar het is iedere keer een strijd om die onderdelen ook live uit te zenden. Ik hoop dat Londen de kentering betekent.\'

Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Helene Wiesenhaan