Mark Jacobs houdt vast aan zijn dromen
Kwaad, ook dat is hij soms. ‘Maar niet in de zin van: waarom ik? Wel: waarom nu? Dit verstoort mijn droom, mijn alles.\' Hij voelt zich vaak zwak en moe. Mark Jacobs is zo\'n acht kilo kwijtgeraakt. Spiermassa. Zijn gezicht is bleekjes, zijn hoofd kaal van de chemokuren. Maar zijn ogen stralen energiek. ‘Je wordt stilgezet, je gaat nadenken. Eén ding weet ik zeker: als ik hier uitkom, ben ik sterker dan ooit. Een ander mens. Dit gaat mij niet weerhouden van terugkomen. En meer.\'
Thuis in het Brabantse Steensel staat zijn bed in de woonkamer, voor de tv. De boeken van Lance Armstrong en Maarten van der Weijden zijn inmiddels stukgelezen. ‘En ik bén helemaal geen lezer, echt niet.\' \"Beter\" van Van der Weijden en \"Door de pijngrens\" van Armstrong leren hem te blijven dromen. ‘Wat die droom is? De beste van de wereld worden. Als je daar niet van droomt... Dat doet elke sporter toch? Je droomt ervan om bij de Olympische Spelen op het hoogste treetje te staan. Die passie heb je nodig, anders leef je overal maar zo\'n beetje tussendoor.\'
Vorig jaar, tijdens de EJK in Tallinn, draaide Mark Jacobs een sterke tienkamp met 7725 punten. Een flinke sprong in zijn ontwikkeling. Een jaar eerder was hij nog blijven steken op 6642. ‘Dan moet ik er wel bij vertellen dat het oude record uit 2010 niks was,\' zegt hij. ‘Ik kon me tijdens het NK plaatsen voor de WJK in Moncton, maar dan moest alles goed zijn. Bij de discus ging het mis. Direct daarna ging het fout met polsstokhoog, speer was ook niks en de 1500 meter heb ik uitgedribbeld in ruim 6 minuten.\'
‘Ik was mentaal niet zo sterk,\' zegt hij. ‘Bij de minste tegenwind zat ik in zak en as.\' Als ik dit toen had gekregen, zou ik het veel zwaarder hebben gehad.\'
Jacobs werkte aan zijn mentale weerbaarheid. De beloning kwam tijdens hetzelfde NK een jaar later. ‘Nog vóór Tallinn dus. Het gekke was dat het wéér bij de discus misging. Twee keer ongeldig. Dan moet je bij de derde poging dus uit stand werpen om in ieder geval een afstand te hebben. Maar ik ben toen wél doorgegaan. Tegenslag hoort gewoon bij de tienkamp, ze zeggen dat het zelden voorkomt dat alle onderdelen goed gaan. Ik scoorde daarna persoonlijke records op polshoog, speer en de 1500 meter. Ik plaatste me voor de EJK. Dat was voor mij méér de revanche dan in Tallinn.\'
De trainingen afgelopen najaar op Papendal, waar hij woont en traint bij bondscoach Bart Bennema, gingen goed. Hartstikke goed. ‘Ik was klaar voor mijn eerste wedstrijd, begin januari. Een week daarvoor kreeg ik het te horen. Kanker.\' Begin december had hij een bult in zijn nek gevoeld, de lymfeklieren waren opgezet. ‘Raar,\' zegt Mark Jacobs. Bij zijn tweede bezoekje bij de huisarts werd gesproken over de ziekte van pfeiffer. Na twee weken zou de bult in zijn nek wel zijn verdwenen. ‘Twee weken later kreeg ik pijn op mijn borst. Een virusje, dacht ik. Die week deed ik een tempotraining. Een drama. Ik kreeg nauwelijks lucht. Raar... Daarna kreeg ik zenuwpijnen in mijn schouderblad en arm. Ik kon zelfs niet meer autorijden, ik had veel pijn en wist al dat het niet goed zat. Direct na de kerst ben ik door de huisarts doorverwezen voor een afspraak met een oncoloog. Vanaf dat moment is het snel gegaan.\'
Bij een scan werd een tumor in de borst vastgesteld. Met een doorsnee van tien centimeter. ‘Ik kreeg een biopsie met een luchtpijp in m\'n keel. Toen die eruit werd gehaald, is de tumor explosief gegroeid. In een paar minuten tijd. De tumor drukte mijn lichtpijp dicht. Ik ben in feite gestikt, maar lag gelukkig in het ziekenhuis.\' Zijn moeder helpt hem. Het is het deel van het verhaal waar Mark Jacobs niks van weet, hij was immers onder narcose. Ze vertelt: ‘Je bent in feite teruggegooid op de operatietafel. Je hebt op het randje van leven en dood gelegen. Ze hebben met moeite een luchtpijp erdoor gekregen.\' ‘En daarna meteen een chemokuur,\' neemt Mark het weer over. ‘Drie dagen later ben ik bijgekomen. Ze hebben me bewust in slaap gehouden. Die bult in mijn nek was weg, maar ik was zó verzwakt.\'
In de maanden daarna volgden nieuwe chemokuren, kreeg hij tijdelijk suikerziekte en trombose. ‘Ook dat nog, zes weken van die spuiten...\' Zijn gewicht nam af van 80 naar 59 kilo. Mark Jacobs kreeg een opmerkelijk voedingsadvies: eet frikandellen, eet veel vet.
Specialisten uit Leiden, Rotterdam en Maastricht voerden overleg over zijn casus. ‘Ze noemen me een speciaal geval. Acute lymfatische lymfoon. Met het soort weefsel en de groeisnelheid van de tumor hadden ze verwacht dat het in het bloed zou zitten, maar dat is niet zo. Bij een enkele kuur is zijn bloedwaarden zover omlaag gegaan, dat hij geen afweer meer had en dagenlang in quarantaine moest verblijven.
De laatste kuur is inmiddels achter de rug. Nu wacht hem nog een maand in het universitair medisch centrum in Maastricht voor de stamceltransplantatie. ‘Wanneer weten we nog niet, ik hoop half mei. Er is echter nog geen donor gevonden. Die transplantatie moet de afronding van de genezing worden. Dan ben ik kankervrij, in principe.\'
Heeft hij de afgelopen maanden nog aan atletiek gedacht?
‘Continue.\' Zijn dromen zijn ongedeerd gebleven. ‘Atletiek is het mooiste wat ik deed. En nog doe. Die doelen zijn niet uit mijn hoofd. Ik denk aan de tienkamp, aan van alles. Mijn doel nu is beter worden. Mezelf worden. Volume kweken. Ik ben meer dan acht kilo kwijt. Spiermassa dus, dat moet terug. Ik wil er weer uitzien als een tienkamper, ik wil weer de dingen doen die een tienkamper doet.\'
‘Ik heb het vertrouwen dat het goed komt,\' zegt hij strijdbaar. ‘Ik ga winnen van de kanker. Ik zal door de pijngrens gaan, ik zal het volhouden. Ik heb steeds de man met de hamer weggeslagen, tijdens momenten van soms vreselijke pijnen bij de operaties en ingrepen. Natuurlijk, er is altijd een risico. Zoals met de stamceltransplantatie. En hoe vallen de medicijnen?\'
Zo is er af en toe ook twijfel. Het liefst zou hij de EK -23 van volgend jaar in Tampere tot zijn grote doel willen verklaren. Maar die komen te vroeg, waarschijnlijk. ‘Nee, dat EK kan niet mijn doel zijn. De vraag is of ik überhaupt wel kan terugkomen. Ik zal er alles, echt álles, aan doen. Maar je weet niet wat er gaat komen, je hebt niet alles in de hand.
Tekst: Pim van Esschoten
Foto\'s: Erik van Leeuwen