'Mama' Boekelman zwaait af
\'De mama\' zwaait af. Nu Melissa Boekelman 23 is, houdt volgens de regels de ondersteuning vanuit het AA-Drink Talententeam voor haar op. Liefst zeven jaar zat ze in de ploeg, bedoeld om jonge atleten te helpen in die zo moeilijke reis van jong talent naar de top. \'Zeven jaar, dat moet een record zijn,\' zegt ze. Vandaar dat ze zichzelf begin vorig jaar \'de mama van het team\' noemde. Dat is nu voorbij. Geen jong talent meer, geen mama; ze moet op eigen benen staan.
Pas 16 jaar oud, begin 2006, trad ze toe tot de ploeg, nadat ze een jaar eerder bij het kogelstoten vierde was geworden op de EJK en op het EYOF twee keer goud won (kogel en discus). \'Eigenlijk,\' zegt ze, \'begon het al twee jaar eerder bij de Koninkrijksspelen. Ik was 14 en nog te jong voor het EYOF, maar mocht wel mee naar Aruba.\' Ze won er goud bij het kogelstoten en - heus waar - brons met hoogspringen (1.55 meter).
Melissa in Hengelo, Europees juniorkampioene (2007)
In 2006 werd ze in China wereldkampioene, een jaar later volgde in Hengelo de Europese titel bij de junioren. In 2008 werd ze onttroond als wereldkampioene (zilver). Twee jaar geleden beleefde ze wat betreft afstanden haar topjaar, met records binnen (18.02) en buiten (18.17), maar werd ze laatste in de EK-finale in Barcelona. Brons was er een jaar geleden op de EK voor neo-senioren.
\'Ik ben hartstikke dankbaar voor de steun van AA-Drink in al die jaren, waardoor ik al mijn stages kunnen betalen. En ook mijn kosten voor voedingssupplementen kunnen declareren. Ik heb zo in de afgelopen ook steeds kunnen trainen in Duitsland, een keer of acht per jaar. Dat was anders niet mogelijk geweest, zeker de laatste twee jaar niet.\'
Want eind 2010 verliet ze Papendal en bondscoach Gert Damkat, ze zocht haar heil in Amsterdam bij trainer Ben Vet. Toen dat toch niet de juiste plek bleek, keerde ze begin 2011 terug naar woonplaats Breda. En die verhuizingen kostte haar geld. Ze vond een nieuwe trainer in Peter Salzer, in Stuttgart en reist sindsdien op en neer.
Nieuwe trainers betekenen aanpassingen, technisch vooral, en dar kost tijd. Voor haar gevoel had ze vorige winter alles goed op de rails. \'Ik was er ook van overtuigd dat ik die 18.55 meter zou stoten om me te kwalificeren voor Londen.\' Maar op de laatste dag van de stage in Zuid-Afrika liep ze een voedselvergiftiging op, later kwam er nog eens een schouderblessure bij. Op de NK-indoor werd ze slechts tweede met een schamele 16.59 meter. Ze verloor vervolgens niet alleen haar status van high potential bij NOC*NSF, ze kreeg zelfs geen B-status.
Ze voelde zich in het diepe gegooid. \'Ik was mentaal gekrenkt, heb afgelopen zomer in het allerdiepste dal gezeten.\' De schouderblessure bleef haar kwellen, toch deed ze mee aan wedstrijden in het Nationaal Baancircuit. \'Voor het geld. Dat leverde me maandelijks toch een paar honderd euro op. Dan kon ik weer verder. Ik moet ook nu steeds maar zien hoe ik het einde van de maand haal. Ik sta met niks. Maar ik heb nooit aan stoppen gedacht. Dit is mijn passie, mijn liefde. Ik wil niet anders.\'
Finest moment: persoonlijk record bij de Gouden Spike in Leiden (2010)
Ze klom na de zomer weer uit dat dal, stapje voor stapje. Een dezer dagen begint ze bij Deltalent, een initiatief van het ROC West-Brabant, en staat dan drie keer in de week jonge talenten bij. \'Dat wordt mijn hoofdinkomen. Financieel een mooie opstap en ik hoef er geen training voor te laten schieten.\'
Bovendien heeft ze technisch een drastische keuze gemaakt. Melissa Boekelman gaat van aanglijden naar draaien. \'Spannend. En het geeft ook nieuwe energie.\'
Allemaal nieuw. Net zo nieuw als de verrassend fraaie accommodatie van haar club Prins Hendrik. Boekelman traint hier in Vught, aan de rand van het bos, als ze niet in Duitsland is. Naast de nieuwe atletiekbaan staat een prachtige indoorhal, inclusief een royaal krachthonk. Alles fonkelnieuw, een ideale omgeving om te trainen. Toch gaat er voor Boekelman niets boven die oude treinbunker in Stuttgart, waar ze traint met de groep van Peter Salzer. \'Zo\'n bunker uit de oorlog, naast een spooremplacement. Verlaten, overal graffiti aan de muren. Er is geen ring, die maken we gewoon met een krijtstreep. De balk houden we op z\'n plek door er wat gewichten op en tegenaan te leggen. Stuttgart is voor mij terug naar de basis. Oud, zonder luxe, maar we hebben er álles wat nodig is.\'
Terug naar afgelopen zomer. \'Ik was het zó zat. Financieel, sportief, mentaal; alles ging mis. Wat moest ik nou?\' Begin juli, na de Arena Games in Hilversum, stapte ze op Salzer af met iets dat al langer in haar hoofd zat: \'Moet ik niet gaan draaien, wat denk je?\' De coach antwoordde dat dat voor hem geen vraag was. \'Hij had het begin dit jaar al aangegeven. Met mijn bouw en snelheid moest ik het doen. Ik had het al eens geprobeerd, met een kogel van drie kilo. Met een halve draai kwam ik bijna even ver als met aanglijden, maar dan met vier kilo. Als dat nu al zo is... Dat zat de hele zomer in mijn hoofd. Hak die knoop door, zei Peter. Dat heb ik gedaan.\'
Boekelman heeft geen idee hoeveel tijd er in zal gaan zitten. \'Het is een grote verandering, iets waar je technisch je hersenen op kan kraken. Wel leuk. Aan het einde van het seizoen heb ik het tijdens de competitie geprobeerd, met een half draaitje.\' Ze kwam tot 15.40 meter, nadat ze in haar eerste poging met aanglijden 16.28 had gestoten.
Haar plan was eigenlijk, om de grote ommezwaai te doen bij Salzer in Duitsland én Gert Damkat op Papendal. Maar de bondscoach wilde dat niet. Boekelman: \'Een geheel nieuwe techniek doe je bij één trainer, zei Gert. Ja, dat is logisch.\' De vraag of ze op dat moment moest kiezen tussen Salzer of Damkat, verrast haar een beetje: \'Zo heb ik er niet naar gekeken. Ik ga niet weg bij Salzer, dat is voor mij niet eens een vraag.\'
Niks ten nadele van Damkat. \'Absoluut niet. Hij heeft een geweldige passie voor de werpnummers. Het klikte alleen persoonlijk niet tussen ons.\'
Bovendien, in die oude bunker in Stuttgart vindt ze wat ze zoekt. \'Ik word er elke keer blij van als ik daar ben. Twee keer per dag stoten; met de andere dingen erbij, zijn we de hele dag bezig. Uurtje slapen tussendoor. Zo moet het zijn. Ik verblijf in een internaat, in een kamertje van twee bij vier. Alles simpel, maar zo inspirerend. Peter gaat net zo lang door tot hij een trainingsvorm heeft gevonden, die bij zijn atleten individueel past. Hij is heel creatief, de trainingen zijn nooit saai.\'
Voor de ware liefde en passie voor werpnummers moet je in Duitsland zijn, zegt ze. \'Dat kan in Nederland beter. Die traditie zoals daar, kennen wij niet.\'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto\'s: Erik van Leeuwen