Kibet: ‘Mentale kracht is nu net zo belangrijk als fysiek sterk zijn’

Geplaatst op Vrijdag, 7 oktober 2011
Kibet: ‘Mentale kracht is nu net zo belangrijk als fysiek sterk zijn’

Aanstaande zondag valt Hilda Kibet het Nederlands record op de marathon aan. In Eindhoven hoopt ze zichzelf te verbeteren tot een tijd onder de 2.23.43, het huidige record van haar tante Lornah Kiplagat. En daarna? ‘Ik wil nog veel sneller worden.\'

Alles dat Hilda Kibet nu doet, staat in het teken van de Olympische Spelen van Londen. De limiet heeft ze ruimschoots op zak, maar ze wil veel meer dan alleen uitgezonden worden. ‘Ik hoop op een plaats in de top 8\', zegt ze. En om daar werkelijk voor in aanmerking te komen, werkt ze hard. En volgens een plan: ‘Ik wil in het vroege voorjaar nog een marathon lopen; want ik denk dat ik wel 2.19 moet kunnen lopen.\'

\"\"

Ze stond al eerder aan de start van een olympische wedstrijd. In Beijing werd ze 16de op de 10.000 meter. ‘Dat was niet slecht, maar ik ga nu wel met een ander gevoel naar Londen toe. In Beijing voelde het niet zo goed; ik kwam erachter dat de baan niet echt iets voor me is. Deze keer wil ik me echt laten zien, en ik heb nu ook meer ervaring. Het moet prachtig zijn om het stadion binnen te komen lopen.\'

Keihard trainen
Om tot die grootse prestatie te komen, traint de frêle loopster keihard in haar woonplaats Iten, in haar vaderland Kenia. Voorafgaand aan de marathon van Eindhoven deed ze wekelijks een stevige duurloop van 38 kilometer met de vrouwen uit de groep van coach Gabriele Nicola. Ze traint samen met een paar van de snelste vrouwen ter wereld, zoals Lydia Cheromei en Mary Keitany. ‘Ze lopen allemaal onder de 2.25 uur op de marathon, dus we zijn aan elkaar gewaagd.\' Vaak staat ze om 5.15 uur naast haar bed om een lange duurloop te gaan doen.

Nu de 30-jarige atlete meer ervaring heeft op de marathon, weet ze dat het niet meer alleen om fysieke kracht gaat. ‘Het mentale aspect is nu minstens zo belangrijk. Wat andere mensen tegen je zeggen, doet er niet toe. Ze kunnen roepen: ‘Dit is wat je wil! Je kunt het!\', maar dat werkt niet als het niet vanuit jezelf komt. Ik weet dat ik dit wil doen, ook al bestaat mijn leven nu uit niets anders dan trainen, eten en slapen. Ik weet dat het me iets teruggeeft en daarom houd ik het vol.\'

Voorjaar
Ze herstelt snel. Maar langer wachten met haar zesde marathon dan begin maart, wil ze niet. Waar ze in die periode een marathon kan lopen, weet ze nog niet. Misschien wordt het wel Japan, suggereert ze, of ergens in de VS. Maar een marathon in april wordt het in elk geval niet. ‘Dat vind ik te laat, omdat ik me dan wil concentreren op Londen. En als ik geen marathon zal lopen, dan ga ik andere wegwedstrijden lopen.\' Daar zal zeker een halve marathon bij zijn, omdat ze haar persoonlijke record van 1.08 graag wil aanscherpen. In elk geval tot 1.07.30.
Aan haar duurvermogen twijfelt ze niet. Maar ze wil werken aan haar snelheid, omdat ze weet dat het hard gaat, straks in Londen.

En niet alleen Londen telt, ze denkt ook verder. Aan Rio de Janeiro, in 2016. Ze is 30 jaar, en heeft er nog geen lange marathoncarrière opzitten. En kinderen, die wil ze ook wel. Ze glimlacht breed bij de gedachte, alsof ze al een nest kleine atleetjes ziet rennen rond haar huis in Kenia. Ze denkt dat het moederschap haar sterker zal maken, ook als atlete. ‘Dan leer ik dat het niet alleen maar om mij draait, maar dat ik er ook voor iemand anders moet zijn.\' Juist de marathon is goed te combineren met kinderen, mits je familie helpt oppassen, denkt ze. ‘Als baanatlete moet je vreselijk veel reizen. En als marathonloopster ben ik veel thuis. Prima toch?\'

Waarom?
De 42,195 kilometer was lange tijd een raadsel voor haar. ‘Toen ik nog geen marathons liep, dacht ik: ‘Waarom doe mensen zoiets? Waarom zou ik dat doen?\' Na haar teleurstellende debuut in Amsterdam in 2007 (in 2.32) had ze lange tijd nodig om bij te komen. ‘Het deed zo\'n pijn, toen ik bij de finish kwam.\' Ook de tweede keer was een deceptie voor haar, al was ze toen al twee minuten sneller. ‘Maar nu realiseer ik me dat ik er toen niet klaar voor was. Na die tweede keer zag ik in dat ik het lopen van een marathon moest leren. Elk jaar groei ik meer. Ja, ik denk dat ik de marathon nu wel snap.\'

Tekst: Barbara Kerkhof
Foto: Erik van Leeuwen