Jelmar Bos heeft zijn doel gevonden
Zaterdag 8 september, dat moet zijn dag worden. Jelmar Bos heeft dan de steun van een eigen plukje oranje tussen de 80.000 toeschouwers in het Olympisch Stadion. \'Mijn ouders hebben voor die dag tien kaartjes gekocht; voor mijn familie, mijn broertjes, mijn oma. En ik regel zelf tien kaartjes voor vrienden. Stapvrienden, voetbalvrienden. Ik wil ze laten zien waarom ik tegenwoordig niet meer meega als zij gaan stappen, waarom ik iets anders doe.\'
Ruim twee jaar geleden maakte hij een ommezwaai. Jelmar Bos was een half jaar eerder afgehaakt bij het nationaal CP-voetbalelftal. Hij liet de sport voor wat het is, ging feesten en zakte geregeld door tot een uur of vijf. En hij zakte voor zijn eindexamen havo. \'Het was geen fijne tijd. Ik kwam weer met een longontsteking in het ziekenhuis. Ik vroeg me af waar ik me bezig was. Dit is het niet, heb ik me daar bedacht. Ik wilde terug naar de sport, iets bereiken. Ik wilde een doel. En mijn hart ligt bij de sport.\'
Snel
Na een gesprek met André Cats, chef de mission bij NOC*NSF van het Paralympisch team, kwam hij terecht bij bondscoach Guido Bonsen van het Dutch Parathletics Team. Dat hij snel was, wist Bos wel van het voetbalveld. De vraag was of atletiek iets voor hem zou zijn. Kort daarna, in het voorjaar van 2010, liep hij zijn eerste 100 meter bij een instuif in Utrecht. \'Of ik het leuk vond? Ik vond het geweldig! Ik kreeg meteen de motivatie om er voor te gaan, om er écht voor te kiezen. Om te zien hoe ver ik hiermee kon komen.\'
In de winter die volgde trainde hij hard door. De beloning kwam in juli 2011 met een Europees record op de 100 meter van 11,89 seconden, gelopen in Leverkusen. Bos: \'Veel belangrijker nog was dat die tijd ook kwalificatie voor de Paralympische Spelen betekende.\'
Sindsdien is hij fulltime atleet met A-status. Steun krijgt hij ook van het sportmarketingbedrijf 2Basics van Ruben Houkes, de judoka die in 2007 wereldkampioen werd en in Beijing Olympisch brons won.
Een balletje trappen vind hij nog steeds leuk. \'Maar dat ik zo zou vallen voor atletiek had ik een paar jaar geleden niet gedacht. Zwemmen en atletiek zag ik vroeger altijd op televisie. Daar ging ik voor zitten, tijdens de Olympische Spelen. Nu is atletiek ook echt mijn passie.\'
Sportfanaten
Liefde voor sport kreeg hij van huis mee. \'Mijn ouders - zeker m\'n vader - zijn sportfanaten. Ik zat op mijn zesde al in Thialf, Rintje Ritsma was mijn held. Ik heb ook geschaatst, maar wilde vooral voetballen. Dat heb ik ook lang gedaan, bij SV Lelystad \'67. Gewoon, tussen de valide spelers. Want snel ben ik wel, behendig met de bal ook. Ik ben rechts, stond op linksbuiten. De eerste pass van de wedstrijd op mij moest meteen goed zijn, dan scoorde ik. Ik werd wel vaker een beetje onderschat.\'
Jelmar Bos is geclassificeerd als T37 (spasme). Het linker deel van zijn lichaam is \'minder goed, een beetje spastisch.\' Hij kan het links ook niet zo goed sturen, bovendien is zijn rug een beetje krom. Slechts 1.66 meter lang en 50 kilo is hij wel uiterst wendbaar op het voetbalveld, een beetje als Arjan Robben (\'maar niet zo egoïstisch\'). Verdedigers werden soms gèk van hem, omdat hij zo snel was.
En ooit was er een verdediger, die een paar rotdingen tegen hem zei in het veld en hem ook nog een knietje in zijn rug gaf. \'Ik heb me omgedraaid en hem een schop gegeven... In het zwembad zeiden ze vroeger ook wel eens wat. Laat maar, dacht ik altijd. Vaak namen klasgenoten het ook al voor me op, voordat ik zelfs iets had gehoord. Maar die keer gaf ik dus een schop. Ik schrok zo! De scheidsrechter zei: ga jij er maar vijf minuten uit. Ik kende die spelregel ook niet, maar was zó blij met die straf. Ik was bang voor rood, dat zou me vijftig euro hebben gekost. En ik wist wel wat mijn ouders zouden zeggen: dat betaal je zelf maar.\'
Eén long
Vanaf zijn veertiende doorliep hij de nationale jeugdelftallen van het CP-voetbal. Als 18-jarige debuteerde hij in het Nederlands zevental. \'Ik kon mee, dat durf ik wel van mezelf te zeggen. Alleen, er kwam een nieuwe bondscoach en hij wilde me op het middenveld hebben, niet in de spits.\' En dat kon Jelmar Bos niet belopen. \'Ik heb maar één long, die moet dus heel hard werken. Ik neem ook medicijnen om die ene long extra kracht te geven. Drie keer heb ik in het ziekenhuis gelegen met een longontsteking. Ik moet er altijd op letten, doe sneller een jas aan dan een ander als ik naar buiten ga.\'
Het misverstand met de bondscoach maakte een einde aan zijn carrière als voetballer in het nationaal CP-zevental. Als sprinter loopt hij ook tegen de beperking van één long aan. De 200 meter is voor hem vijftig meter te lang. Op de WK voor junioren in Dubai, vorig jaar, won hij goud op de 100 en ook zilver op de 200 meter. Toch richt hij zich in Londen volledig op de 100 meter.
2011 was voor Jelmar Bos het jaar van de opmars, de grote progressie. Maar in 2012 stokt de vooruitgang vooralsnog. \'Uiteindelijk telt dit jaar maar één race,\' wijst hij op zaterdag 8 september, voor hem de grote dag in Londen. \'Ik heb me in de lange aanloop op de Paralympische Spelen tussendoor alleen gericht op de EK in Stadskanaal. Ik liep daar 12.15 seconden (zilver) bij slecht weer. Kou, regen. Niet zo slecht dus. Maar natuurlijk baal ik dat ik voor de rest nog geen sprankelende tijden heb gelopen. Een tijd onder de 12 seconden is in Londen zeker nodig om mee te doen om de medailles. En dan nóg is niets zeker. Ik hèb dit jaar overigen wel een keer 11.89 gelopen, weer in Utrecht tijdens een instuif. Maar die tijd telt volgens de IPC niet officieel.\'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Hélène Wiesenhaan