Erik Cadée is klaar voor herstart in Castellon

Geplaatst op Dinsdag, 12 maart 2013
Erik Cadée is klaar voor herstart in Castellon

Erik Cadée is komend weekend de enige Nederlandse deelnemer bij de European Winter Throwing Cup in Castellon. De discuswerper heeft, na een lang zomerseizoen, al weer een flink aantal maanden kunnen trainen en is helemaal fit en klaar voor deze wedstrijd in Spanje.


Het lange outdoorseizoen van 2012 was er een van pieken en dalen. Hij begon in april in de VS met een veelbelovende afstand van 66,10m. Die prestatie wist Cadée een aantal weken later te verbeteren in Hoorn, toen hij de discus 67,30 meter ver wierp. Verder dan deze afstand zou Cadée niet komen in 2012. Bij de Olympische Spelen wierp hij vanwege een knieblessure een teleurstellende 62,78m. Dat was goed voor een tiende plaats.

\"\"
Erik Cadée tijdens de Olympische Spelen van Londen 2012

Estland

Cadée dacht zijn seizoen in september af te sluiten met een wedstrijd in Kose, Estland. ‘Ik vind het daar altijd heel gezellig. Er wordt alleen maar discus geworpen. Gerd Kanter weet er meestal de gouden medaille weg te slepen\'.
‘Ik was in Estland nog zó in vorm, dat ik dacht: ik ga ook nog naar wedstrijden in Leiden en Rotterdam. Maar dat bleek toch wel wat veel. Ik kwam met het vliegtuig aan in Weeze (Duitsland) en reed door naar Leiden. Ik heb vervolgens twee uur geslapen in een hotel, de wedstrijd geworpen en de volgende dag ging ik weer aan de bak in Rotterdam. Dat voel je wel in je lijf. Ik was vermoeid door het reizen en voelde me gammel. Vermoeidheid uit zich bij mij het meest in een slechte coördinatie. En mentaal ben ik dan ook niet op mijn sterkst.\'
‘Fysiek gaat het wel. Het is niet zo dat ik me bij vermoeidheid helemaal zuur werp. Gelukkig loop ik geen 800 meter te lopen. Dan kun je je dit echt niet veroorloven\'.

Jeugd

Erik Cadée kwam als jongen via een vriendje in Den Bosch bij vereniging OSS-VOLO terecht. ‘Al snel bleek dat ik het werpen leuk vond. Mijn trainster was Monique Kuenen, die zelf 56,42 heeft geworpen en ooit derde werd op de NK. Dat resulteerde er in dat ik al discus wierp toen ik nog een A-pupil was, terwijl het onderdeel nog niet eens op het wedstrijdprogramma stond. Maar ik deed in het begin nog alle onderdelen en werkte zelfs als C-junior een NK meerkamp af. De sprints en het lange afstandslopen bleken echter grote struikelblokken\'.
‘Zo rolde ik de wereld van het discuswerpen binnen: ‘Het was eigenlijk niet echt een bewuste keuze. Als vanzelf breidde ik mijn trainingen uit van twee, naar vier, naar zes. Wel koos ik er vrij snel voor om bij Prins Hendrik in Vught te gaan trainen. Maar een definitieve beslissing om fulltime voor de atletiek te gaan nam ik toen ik vijf jaar geleden met mijn opleiding fysiotherapie stopte. Ik zat in de les en volgde via de computer al het atletieknieuws. Met mijn hoofd was ik er totaal niet bij. Ik klapte mijn laptop dicht en zei: \"mensen ik ben weg\". Daarna ben ik nooit meer terug geweest.\'

Ouders

‘Mijn ouders hebben een belangrijke rol gespeeld in mijn carrière. Zij motiveerden mij en stonden altijd klaar om mij naar trainingen te brengen. Op zaterdag ging mijn vader in weer en wind op de brommer naar zijn werk zodat mijn moeder mijn twee zusjes en mij met de auto naar de atletiekbaan kon brengen.\'
‘Later regelden ze een scooter, zodat ik zelf van Den Bosch naar Vught kon rijden. Ik mocht dat brommertje alleen voor de trainingen gebruiken. Naar school moest ik op de fiets. Ik maakte er altijd een sport van om zo snel mogelijk te fietsen en daarbij mijn eigen records te verbreken. Voor de brommer gold hetzelfde. Dan legde ik mijn kin op het stuur om te kijken of ie nog harder kon. Aan mijn ouders heb ik dus veel te danken. Ook financieel sprongen ze geregeld bij in de jaren voordat ik mijn A-status had.\'

Mooie tijd

‘Toen ik een aantal jaren geleden op Papendal ging trainen brak er een mooie tijd aan. Ik mag de hele dag doen waar ik goed in ben... Ik train en luier lekker en hoef niet meer met mijn neus in de boeken. Mensen vragen me wel eens hoe ik dat vol houd. Maar ik kijk graag Discovery Channel en National Geographic\'. Met een lach: ‘Hierdoor blijven mijn hersenen toch een beetje werken.\'
‘Naast Papendal train ik in het weekend ook nog in Vught, waar ze een nieuwe accommodatie hebben. Prins Hendrik beschikt nu over een kleine indoorhal en een goed krachthok. Met die faciliteiten kom ik een heel eind. Het staat wel in de planning om in de toekomst samen met mijn vriendin een huis te kopen of te huren. Misschien is dat wel in Vught. Maar vooralsnog is mijn huidige situatie, waarbij ik over een kamer beschik in het sporthotel, ideaal voor mij

Zo lang mogelijk

Cadée heeft zich voorgenomen om zo lang mogelijk met zijn sport bezig te zijn, mits hij voldoende inkomsten heeft. ‘Als ik na 2016 slechter ga presteren, waardoor ik weer zou moeten gaan lenen, dan stop ik. Maar voorlopig is dat niet het geval en kan ik lekker door. Dat ik me iedere keer moet bewijzen op de verschillende toernooien maakt het interessant en afwisselend. Ik blijf mezelf ontwikkelen en daardoor kom ik steeds in een nieuwe fase terecht.\'
Toch heeft dit leven ook een keerzijde, vindt Cadée. In de winter is het soms lastig omdat het dan alleen op trainen aankomt. ‘Omdat je in de indoorhal de discus alleen maar in een net werpt, mis je de sensatie van verre worpen. Ook het reizen en het werpen op wedstrijden mis ik dan wel.\'

In de race

Wat doet de werper om zo lang mogelijk in de race te blijven? ‘Ik zou me twee jaar helemaal kapot kunnen werken en dan op het hoogtepunt stoppen. Maar ik wil ook graag zo lang mogelijk in de running blijven. Het hele leventje van atleet zijn en alles daar om heen, bevalt gewoon erg goed. Die keuze houdt wel in dat ik heel goed naar mijn lichaam moet luisteren. Ik heb daarom met mijn coach Gert Damkat het een en ander veranderd, omdat mijn lichaam hier en daar protesteerde. Ik had steeds kleine pijntjes.\'
‘Damkat is mij ook steeds beter gaan begrijpen. Ik ben een heel andere atleet dan bijvoorbeeld Rutger Smith. Gert zei soms ook: \"Wanneer ga jij nu met 200 kilo squatten?\". Maar van het focussen op maximale krachtwaarden ga ik echt niet verder werpen. Terwijl veel krachttraining wel de norm is binnen het discuswerpen. Het duurde even, maar nu hebben we samen de goede lijn te pakken\'
‘Van mijn laatste jaar en door de blessure tijdens de Olympische Spelen heb ik ook geleerd om meer rust in te bouwen en meer op mijn gevoel te vertrouwen. Als ik nu rust neem, neem ik ook echt rust. Hierdoor ben ik minder vermoeid tijdens trainingen en kan ik me beter richten op de technische kant van het werpen.\'
‘En wat het vertrouwen betreft; het afgelopen jaar heb ik tijdens een aantal slechte momenten mijn gevoel in de steek gelaten. Achteraf gezien had ik daar toch juist beter naar moeten luisteren. Daar heb ik van geleerd en hierdoor koos ik ervoor om tijdens het einde van het seizoen, waarin ik me fysiek niet super voelde, volledig op mijn gevoel te vertrouwen. Met goed resultaat, want ik heb nog een aantal sterke wedstrijden in de Diamond League kunnen doen.\'

Niet teveel

‘Een ander leerpuntje is dat ik me wat de techniek betreft niet op teveel aspecten tegelijk moet focussen. Ik kon bij wijze van spreken wel twintig dingen opnoemen die niet goed gingen als ik een worp deed. Nu beperken we ons tot een aantal leerpunten per keer, waardoor we tot een stabielere techniek komen. Daardoor ga ik minder op zoek en blijf ik bij de beweging die mij verder moet laten werpen\'. Op naar Castellon.


Tekst: Mariëtte Zeedijk
Foto: Soenar Chamid

Naschrift: De discuslimiet voor de WK Atletiek in Moskou is 64,00 meter. Mocht Cadée daaraan komend weekend al voldoen, dan dient hij vanaf 1 mei aanstaande nog vormbehoud te tonen (vastgesteld op 63,00 meter)