Erik Cadée en Monique Jansen

Geplaatst op Maandag, 4 april 2011
Erik Cadée en Monique Jansen

Erik Cadée en Monique Jansen zijn discuswerper en ze trainen op Papendal bij Gert Damkat. Maar daarmee houden de overeenkomsten wel op, zo blijkt bij een interview met beiden.

Cadée zocht en vond na de zomer hulp van een Estse biomechanicus om de baan van zijn discus verder te perfectioneren. Ook Jansen sleutelt onder leiding van bondscoach Gert Damkat aan haar techniek. Beiden vertrekken binnenkort met de werpers-selectie naar de VS, om er te trainen en met de ambitie om zich er te kwalificeren voor de WK in Daegu en te nomineren voor de Spelen.

\"\"Progressie
Brabander Cadée is 27 en zijn prestaties laten een progressie zien, die vorig jaar uitmondde in een p.r. van 66,20 meter. Hij woont en traint op Papendal en kiest ervoor zich helemaal te concentreren op z\'n sport. Ruimte voor een opleiding - hij brak een studie bewegingswetenschappen af - of een baan past niet in zijn dagritme, waarin rust een grote plaats inneemt. ‘Ik heb weinig kosten en kan net rondkomen. Voor mij is dat op dit moment voldoende\', zegt hij. ‘Een saai leven? Sorry hoor, maar voor mij werkt dit heel goed.\'
Cadée is een man die voortdurend bezig is om aan zijn techniek te schaven en graag experimenteert. ‘Natuurlijk valt er nog veel te verbeteren aan mijn werpen. Mijn probleem is dat ik daar soms in door kan slaan.\'

Eigen omgeving
Jansen is 32 jaar en docent scheikunde en wiskunde met een stevige baan van 28 uur per week op een middelbare school in Bilthoven. Ze moet er niet aan denken om in een kamertje op Papendal te huizen - ‘dat heb ik tijdens mijn studententijd al gedaan\' - en reist vier, vijf keer per week vanuit Amersfoort naar de training. ‘Ik heb behoefte aan mijn eigen omgeving, aan een eigen huis en wil niet dat mijn vriend dat alleen betaalt\', zegt ze. ‘Dus moet ik blijven werken, al hoop ik in het jaar van de Spelen op school wat minder uren te draaien. Dat heb ik er wel voor over.\'
Ze wil best wat veranderen, maar koerst voorlopig op zekerheid, omdat ze zich ook met haar huidige techniek denkt te kunnen kwalificeren voor de Spelen. Die ambitie voorkwam dat ze zich enkele jaren geleden al terugtrok uit de atletiek.

Juniorenkampioen
Cadée was in 2003 Europees juniorenkampioen met de discus. Hij kwalificeerde zich vorig jaar voor de finale van het discuswerpen bij de EK in Barcelona, nadat hij bij de WK\'s van 2007 en 2009 niet door de voorronde was gekomen. In die finale wist hij geen geldige worp af te leveren.
‘Het was duidelijk dat er wat moest veranderen, want ik draaide wél een goed zomerseizoen. Op de toernooien kwam dat er niet uit\', zegt hij.

Biomechanicus
Cadée heeft een relatie met de Estse meerkampster Kaie Kand, die ook op Papendal woont en traint. Tijdens een verblijf in Estland werd hij na een wedstrijd aangesproken door biomechanicus Aadu Krevald, die hem aanbood zijn worpen te analyseren en trainingsadviezen te geven.
‘Het klikte wel en het feit dat ook iemand als Gerd Kanter met hem heeft gewerkt, gaf mij vertrouwen. Krevald is al twintig jaar met discuswerpen bezig. Kort vóór ons vertrek naar de VS is hij op Papendal geweest en misschien komt hij na het zomerseizoen nog een keer langs, maar zijn gezondheid is niet erg goed, dus dat is wat onzeker.\'
‘Nieuwe ideeën prikkelen mij altijd wel. Ik ben in november samen met Gert Damkat bij hem geweest en daarna hebben we een deel van mijn techniek omgegooid. Ik worstelde altijd met het begin van de draai. Nu plaats ik mijn voeten iets anders. Ook de baan van de discus tijdens de draai is nu net even anders.\'
Damkat en Cadée pasten ook het schema van de krachttrainingen aan. ‘Ik doe wat minder omvang en wat meer intensiteit. Ook die verandering lijkt goed uit te pakken\', zegt hij tevreden.

Slechte gedachten
Ook op mentaal gebied zocht Cadée naar wat extra begeleiding. ‘Ik moet leren om mijn slechte gedachten \"meer uit te bannen, want die hebben ook invloed op mijn bewegingen. Als Gert na een worp zegt: \"dat ziet er niet slecht uit\", denk ik nog te vaak: maar het was het toch nét niet. Ik kan zelden echt tevreden zijn.\'
‘Ik had rond het EK teveel last van stress en liet me teveel beïnvloeden als het in de trainingen niet helemaal goed liep. Of als het na een supertraining bij de warming-up voor een wedstrijd niet helemaal perfect ging. Alles moet kloppen, anders ga ik teveel nadenken. Ik moet juist leren om positieve gevoelens te gebruiken, me blij-agressief te voelen. En ook daar moet ik stabieler in worden\', zegt hij.

\"\"Uitersten
Voor Monique Jansen had de zomer van 2010 een periode van uitersten. Net als in 2009 en nu in 2011 was ze in het voorjaar voor een trainingsstage en enkele wedstrijden in California. Bij een wedstrijd in Chula Vista wierp ze de discus voor het eerst over de zestig meter en daarmee kwalificeerde ze zich voor de EK in Barcelona, waar dat een jaar eerder vóór de WK in Berlijn nét niet gelukt was. Ze moest het verblijf in de VS echter afbreken omdat haar vader overleed.
‘Dat ik daar nu straks weer ben, zal niet altijd makkelijk zijn. Maar ik weet ook dat hij niet anders gewild zou hebben.\'
In Barcelona bereikte ze in de finale de negende plaats. ‘Technische klopte het nog niet helemaal, maar ik was er heel tevreden mee\', zegt ze. In de training heeft ze al geëxperimenteerd met het \"omspringen\" en ze weet dat ze er verder mee kan werpen. ‘Maar het is niet stabiel genoeg. Negen van de tien keer leidt het tot een afgekeurde poging. Daarom zal ik deze zomer nog op de oude manier werpen, waarbij ik de beweging voor het afwerpen blokkeer. We veranderen dat misschien in de aanloop naar de Spelen, als ik me daarvoor kan nomineren.\'

Bijna gestopt
Vijf jaar geleden was ze bijna gestopt met atletiek, na een reeks van jaren waarin ze haar p.r. van ruim 51 meter niet meer verbeterde. ‘Daarmee haalde ik niet eens de EK\', zegt ze. ‘Via de regiotrainingen kwam ik in contact met Gert Damkat, ik ging geleidelijk meer bij hem trainen. In 2007 kwam ik over de 56 meter, het jaar erop tot 58 meter en toen ging die Olympische droom leven.\'
Vier dagen per werkweek en vaak ook op een van de weekenddagen is Jansen nu op Papendal. ‘Ik begin rond 15.00 uur met de techniektraining, ga naar de fysiotherapeut en besluit de dag met een krachttraining. Dat ik tussendoor niet kan rusten is niet ideaal, maar omdat ik het al een paar jaar zo doe, valt het me steeds minder zwaar.\'
Ze vindt de techniektrainingen het mooiste. ‘Ik heb geen hekel aan de krachttraining, maar het mooiste is toch als je die discus lekker lang kunt zien vliegen\', zegt ze. ‘Bovendien moet je dan altijd je hoofd erbij houden en dat vind ik prettig.\'

Verlof
Jansen prijst haar werkgever om de medewerking die ze krijgt om verlof te nemen voor trainingsstages en toernooien. ‘Dan mag ik zelf vervanging regelen.\'
Zowel Jansen als Cadée verwacht in de VS al ver te kunnen werpen, al maakt Cadée een klein voorbehoud, omdat hij wat last heeft van zijn knie. ‘Maar gezien mijn krachtwaarden zou het belachelijk zijn als ik me met een afstand van 62 meter niet meteen nomineer voor de Spelen\', zegt Jansen.

Tekst: Cors van den Brink - fotografie: Erik van Leeuwen

Meer over de ambities van beide atleten is te zien en te horen in de korte reportage op het tv-kanaal van de Atletiekunie.

Meer over Eric Cadée is te lezen op zijn website.
Meer over Monique Jansen is te vinden op haar Wikipedia-pagina.