Ellen van Langen: Wees niet te bang voor wedstrijden

Geplaatst op Maandag, 30 maart 2020
Ellen van Langen: Wees niet te bang voor wedstrijden

Wie alles uit zijn of haar sportcarrière wil halen, moet kiezen. Soms vallen die keuzes goed uit, andere beslissingen helpen je niet - ook al lijken ze zo voor de hand te liggen. In een reeks interviews met oud-toppers vragen we hen om te vertellen over hún keuzes, omdat de talenten van nu daar wellicht hun voordeel mee kunnen doen. Dit keer: Ellen van Langen.

Toen voor het eerst sinds vele jaren een Nederlandse atlete weer een gouden medaille won op de Olympische Spelen was de atletieksport veel minder geprofessionaliseerd dan vandaag te dag. Waar topsporters nu een beroep kunnen doen op de nodige ondersteuning bij beslissingen die ze moeten nemen, zag de wereld er voor Ellen van Langen in de jaren vóór en na “Barcelona 1992” er heel anders uit. Niettemin was het goud op de 800 meter mede het resultaat van keuzes die ze, samen met coach Frans Thuys, heeft genomen.

"Hij zag mijn talent"

‘Een van de beste keuzes in mijn sportcarrière was om bij Frans Thuys te gaan trainen. Het was geen makkelijke beslissing. Ik ben opgegroeid in Twente, in een gezin waar voetbal centraal stond. Ik vond hardlopen – en vooral sprinten – altijd leuk, maar pas toen ik naar de HEAO ging, kwam ik in aanraking met atletiek. Roland Spierenburg gaf gymlessen op de HEAO en was ook coach bij Fortis in Enschede. Hij zag mijn talent en werd bij Fortis mijn eerste trainer.’

‘Na drieënhalf jaar HEAO verhuisde ik naar Amsterdam, om bedrijfskunde te gaan studeren. Ik had een half jaartje over, ging werken als gids bij een diamantair en werd lid van ADA – dat was nog voor de fusie met AAC. Daar trainde Frans de atleten op de middenafstand. Het klikte meteen. Ik was nog helemaal niet bezig met topatletiek en zat midden in het studentenleven. Frans liet me begaan. Hij zei er niets van als ik de zondagochtend-training liet schieten, omdat ik zaterdagavond uit was geweest. Ik was nog wel heel bleu, maar ook eigenwijs. Al heel snel merkte ik hoe leuk ik het vond om mezelf te verbeteren en wedstrijden te winnen en koos ik voor de sport.’ ‘Ik vond het heel lastig om voor Frans te kiezen, want ik wist dat Roland dat heel moeilijk zou vinden. Maar de manier van werken van Frans paste gewoon heel goed bij mij en ik kwam in een heel leuke groep terecht. Dat gaf de doorslag.’

"Ik had mijn eigen weg gevolgd"

‘Een tweede belangrijke keuze was om mijn studie bedrijfskunde af te breken. Ik studeerde aan de VU, maar kreeg binnen de faculteit Economie geen enkele medewerking om studie en sport op elkaar af te stemmen. Er waren veel verplichte colleges en ik wilde regelmatig op trainingsstage en naar wedstrijden. De VU wekte graag de indruk dat ze open stonden voor topsporters, maar dat gold eigenlijk alleen voor de faculteit Bewegingswetenschappen. Ik moet er wel bij zeggen dat de keuze voor de sport mij wellicht wat makkelijker viel dan bij anderen, omdat ik al een HEAO-diploma had.’
‘Lang niet iedereen in mijn omgeving begreep die keuze en ik heb best wel wat strijd moeten leveren. Pas na de gouden medaille zeiden die “tegenstanders” dat het toch wel een goede beslissing was geweest. Dat ergerde me: ook als ik in Barcelona vierde was geworden, was het een goede keuze geweest, want ook dan had ik mijn eigen weg gevolgd en alles uit mezelf gehaald. Dat is niet afhankelijk van het resultaat.’

‘Een derde keuze waar ik achteraf blij mee was, heeft te maken met de voorbereiding op de Spelen van Barcelona. Ik had nog niet veel wedstrijden gelopen, maar met 1.56,65 wel de beste wereldseizoenprestatie op mijn naam staan. Ik kon tien dagen vóór de Spelen starten in de Nacht van de Atletiek in (toen nog) Hechtel. Ik wist dat het een harde wedstrijd zou worden. Frans en ik hebben een tijdje zitten nadenken of het wel verstandig zou zijn nog zo’n race te lopen. We dachten dat het een goede prikkel zou kunnen zijn. Dat bleek ook: ik won in 1.56,92 en ben vol zelfvertrouwen aan de laatste trainingsstage in Portugal begonnen. Wat ik ervan heb geleerd is dat je niet te bang moet zijn, voor de concurrenten of voor een mogelijke blessure. Sommige atleten willen zich niet in de kaart laten kijken, maar het is goed om jezelf te overtuigen door een goede race te lopen.’

"Ik had nooit naar Italië moeten gaan"

Op de vraag naar verkeerde beslissingen keert Van Langen terug naar het begin van haar carrière, toen ze de topsport nog niet zo serieus nam. ‘Ik had een goed seizoen gedraaid en kreeg op het laatste moment de mogelijkheid te starten bij de FBK Games, die toen nog in augustus plaatsvonden. Maar ik had met een paar vriendinnen een weekje vakantie gepland en heb daarvoor gekozen. Met pijn in mijn buik, want ik wilde ook heel graag die grote wedstrijd in mijn eigen Twente lopen. Van zo’n fout leer je wel, want je ontdekt achteraf wat je echt belangrijk vindt. Ik had nooit naar Italië moeten gaan.’

Ook komen de vele blessures en kleinere pijntjes aan de orde. Van Langen vindt dat ze die vaak heeft onderschat en te lang bleef doortrainen. ‘Een week gas terugnemen doe je als atleet niet zo snel’, weet ze. Een belangrijk moment is de keuze of je het meldt aan je coach of je arts. ‘Want zodra je dat doet ís het er ook en ben je er niet langer alleen in je hoofd mee bezig. Je loopt het “risico” dat de coach of de arts je rust oplegt en dat wil je liever voorkomen. Maar toch is het niet goed om niets te zeggen.’ In het verlengde daarvan schetst de Olympisch kampioene van 1992 de situatie waarin je geen goede of slechte keuzes maakt, maar helemaal niet meer weet wat je nog moet kiezen. En dus beslissingen neemt omdat je wanhopig bent, bijvoorbeeld door een lange reeks blessures. ‘In die omstandigheden ben ik op een gegeven moment naar de Duitse sportarts Müller-Wohlfahrt gegaan. Maar je wilt zó graag een oplossing vinden dat je alles aangrijpt.’

‘Ik stond ook voor de keuze of ik me moest laten opereren aan mijn achillespezen en heb dat niet gedaan. Dat had te maken met het feit dat het slagingspercentage van die ingreep op dat moment nog vrij laag was. Maar ik voelde me in die tijd ook moegestreden; ik was 32 jaar en ik zag er geen heil meer in. Was het een goede beslissing? Ik zal het nooit weten, maar op dat moment lag het voor mij zo. Vijf jaar geleden heb ik die operatie wel ondergaan en dat heeft goed uitgepakt, maar er is nu ook veel meer ervaring opgedaan met die ingreep.’

Over Ellen van Langen

Ellen van Langen (Oldenzaal, 1966) begon tijdens haar HEAO-studie aan haar atletiekcarrière de in 1992 leidde tot een gouden medaille bij de Spelen van Barcelona. Ze liep in die race met 1.55,54 een Nederlands record. Twee jaar eerder was ze vierde bij de EK en in 1995 zesde bij de WK. Van Langen werkt als atletenmanager bij Global Sports Communications en was onder meer bestuurslid van de Atletiekunie.

Tekst: Cors van den Brink
Foto: Erik van Leeuwen (EK Atletiek Amsterdam 2016)