Onder de 41 atleten van TeamNL in Boedapest zijn diverse debutanten. De weg naar het mondiale niveau vergt veel van jonge sporters, op allerlei gebied. We vroegen drie van hen om de weg te beschrijven waarlangs ze naar dit WK zijn gekomen.
Xavi Mo-Ajok
Pas na terugkeer uit Boedapest zal Xavi Mo-Ajok zijn 21ste verjaardag vieren. De jonge sprinter maakt deel uit van de estafetteploeg op de 4x100 meter, maar nam eerder al deel aan Europese jeugdtoernooien. Deze zomer bracht hij zijn p.r. op de 100m op 10,26 en liep hij 20,59 op de 200m.
‘Toen ik in 2021 het Nederlands U20 record liep op de 100m (10,38 in Breda) begon ik te dromen over meer dan alleen dat’, zegt Xavi aan de vooravond van de WK. ‘Ik had nog te weinig ervaring om mee te mogen naar de Spelen in Tokyo, maar ik ben mijn sportcarrière wel serieuzer gaan nemen door veel meer te gaan trainen.’
Dat deed hij bij het RTC in Rotterdam, waar Brendan Troost en Marjan Olyslager hem begeleidden. In 2022 maakte hij de overstap naar Papendal, waar Troost inmiddels ook werkzaam was. ‘In het begin vond ik het lastig om weg te gaan bij mijn ouders en vrienden. Maar ze steunen me, moedigen me aan en snappen de keuzes die ik moet maken’, zegt hij. ‘Al blijft het soms vreemd als iemand me een fijne zomervakantie wenst, terwijl ik juist dan veel moet trainen en wedstrijden loop.’
In het begin reisde hij elk weekend van Arnhem naar Rotterdam. ‘Maar dat is niet te doen als je ook moet zorgen voor voldoende rust. Nu blijf ik vaker hier, al mis ik mijn twee zusjes dan wel. Gelukkig hebben we veel contact via social media.’
De beoogde opleiding chemische technologie heeft hij op moeten geven. ‘Daarvoor moet je vaak in het lab zijn en dat bleek te lastig. Momenteel volg ik geen andere studie.’ Fysiek is hij veranderd, zegt Xavi. ‘Ik ben sterker en leniger geworden, maar er is nog wel veel ruimte om me verder te ontwikkelen’, weet hij. Dromen doet hij nog steeds. ‘Uiteindelijk wil ik als individuele atleet naar een groot toernooi.’
Sofie Dokter
Met de zilveren medaille op de meerkamp bij de EK U23 in Espoo heeft de 20-jarige Sofie Dokter (lid van het CTS GROUP Talententeam) het belangrijkste doel voor dit seizoen al bereikt. Maar “Boedapest” is meer dan een toetje. ‘Ik wil alles eruit halen wat er nog in zit’, zegt ze vastberaden.
Net als voor Xavi Mo-Ajok gaven haar prestaties bij de U20 in 2021 Dokter de motivatie om serieuzer te gaan trainen. Ze won in dat jaar zilver bij de EK U20. Een jaar later scoorde ze in Götzis voor het eerst meer dan 6000 punten en begin dit jaar werd ze vierde bij haar eerste toernooi bij de senioren: de EK indoor in Istanboel. In Espoo bracht ze vorige maand haar p.r. op de zevenkamp op 6321 punten en na een korte vakantie op Terschelling kan ze zich nu gaan meten met de mondiale elite.
‘In het begin verliep mijn carrière min of meer vanzelfsprekend, maar twee jaar geleden ben ik meer gaan trainen en dacht ik: wat kan ik bereiken op de meerkamp? Ik ben in het laatste jaar van mijn VWO-opleiding van school gewisseld om in een topsport-talenten klas te komen. Dat gaf veel meer ruimte om te kunnen trainen. Ik ging voor trainingen met de nationale selectie regelmatig naar Papendal en een jaar geleden ben ik van Groningen naar Arnhem verhuisd.’
Dokter had in Groningen met Sybout Wijma een goede trainer en thuis twee ouders die zelf ook veel aan atletiek deden. ‘Maar ik voelde gewoon dat ik hier op mijn plek ben en heb in Ronald Vetter weer een heel fijne coach gevonden.’ De beoogde studie planologie in Groningen ruilde ze in voor landschapsarchitectuur in Wageningen. ‘Dat blijk ik ook leuker te vinden en ik kan de studie goed spreiden.’
Liefst was ze nog wat langer thuis blijven wonen, zo zegt ze eerlijk. In het eerste jaar ging ik ieder weekend naar huis, naar mijn ouders en mijn zusje. Maar nu ben ik hier mijn leven aan het opbouwen en krijg ik ook door mijn studie nieuwe contacten.’
Het intensieve trainingsprogramma heeft haar lijf veranderd. ‘Dat hoort erbij’, zegt ze. ‘Al moet ik er wel voor zorgen dat ik op gewicht blijf. Ik val makkelijk af en moet genoeg eten om sterker te kunnen worden. Dat kost me soms moeite. Maar al twee jaar lang ga ik op alle onderdelen vooruit. Als ik dat door kan zetten is “Parijs” een reëel doel.’
“Boedapest” zal anders zijn dan alles wat ze tot nu toe heeft meegemaakt, denkt ze. ‘Jeugdtoernooien zijn chaotischer en je staat er vaak met atleten voor wie ook alles nog nieuw is. Dat is nu natuurlijk niet zo, maar dat geeft me wel veel motivatie.’
Alida van Daalen
Schijnbaar moeiteloos klimt Alida van Daalen van het ene niveau naar het volgende en op elk toernooi wist ze wel een of twee medailles in de wacht te slepen. Dat deed ze als 15-jarige al in 2017 bij het Europees Olympisch Jeugdfestival: goud met de kogel en zilver met de discus. En in de daarop volgende jaren stond ze op het podium bij de EK U18, de EK U20 en dit jaar bij de EKU23. In Espoo won ze in juli zelfs twee gouden medailles en haar p.r.’s staan inmiddels op 18,32 en 59,96 meter. Mede door COVID heeft ze nog niet aan mondiale jeugdtoernooien mee kunnen doen.
Alida groeide op in Suriname, maar het gezin moest wegens een pigmentziekte terugkeren naar Nederland. Op jonge leeftijd probeerde ze allerlei sporten uit, om uiteindelijk toch bij het werpen uit te komen. Het lijkt een vanzelfsprekende keuze voor de dochter van Jacqueline Goormachtigh, die zelf ook beide onderdelen combineerde en lange tijd haar dochter coachte bij PAC in Rotterdam.
Maar in de topsport gaat niets vanzelf. Vorig jaar leek ze mentaal vast te lopen, zo vertelt ze. Op momenten dat ze moest presteren, blokkeerde ze letterlijk en figuurlijk. Om de impasse te doorbreken, bleek een verhuizing naar de Universiteit van Florida de juiste stap. De werpcoach daar, Eric Werskey, had al eerder contact gelegd en begin dit jaar besloot Alida de stap te wagen. Met een vierjarig scholarship journalistiek studeert en traint ze nu in de VS. ‘Ik heb daar alle faciliteiten die ik nodig heb én ik heb er de mentale hulp gekregen om door die blokkade te breken. Sporters erkennen niet zo makkelijk dat ze die hulp nodig kunnen hebben. Maar ik ben er erg blij mee.’
Het besluit om naar Florida te verhuizen, was een schok voor familie en vrienden, zegt Alida. En dan is er ook nog haar vriend, die in Groningen studeert en niet mee zal verhuizen. ‘Natuurlijk mis ik wat ik achter moest laten in Nederland, maar ik vind het leven en trainen daar erg prettig.’ Al die trainingen hebben haar een ander lijf gegeven, zegt ze. ‘Ik moet soms wennen aan mezelf. Ik wilde altijd de slankste werpster van de wereld worden, maar dat idee moet ik loslaten als ik over de 18 meter wil stoten.’
In Boedapest zal ze alleen kogelstoten. ‘Deels jammer, maar ook wel eens goed om me te focussen op één onderdeel. In de toekomst wil ik beide onderdelen blijven combineren, ook omdat maar weinig anderen dat doen. Mijn doel voor Boedapest is dat ik tussen de andere meiden wil komen te staan in de finale. Maar mijn uiteindelijke droom is natuurlijk een Olympische medaille. En goud is mijn lievelingskleur.’
Jong en oud
Op de dag dat Niels Laros werd geboren, op 17 april 2005, liep Churandy Martina voor het eerst een 100 meter onder de tien seconden. Beide atleten staan komende week in Boedapest op de WK atletiek. Technisch directeur Vincent Kortbeek schetste met deze simpele feiten de diversiteit van het uit 41 atleten bestaande TeamNL: jonge debutanten en ervaren “veteranen” reizen af naar de Hongaarse hoofdstad. Aan een belofte voor het aantal medailles waagde hij zich niet. ‘Ambitie mag wel, maar atletiek is niet zo’n eenvoudige sport dat je voorspellingen kunt doen. Ik vind wel dat we een hele mooie ploeg hebben voor dit pre-olympisch toernooi. Al zijn de WK ook weer geen generale repetitie voor volgend jaar. Ook bij dit toernooi kun je al “shinen”, aldus Kortbeek.
Cors van den Brink
Cors van den Brink volgt als freelance journalist sinds 1990 voor diverse media de nationale en internationale atletiek. Tot 2016 deed hij verslag van vele grote toernooien en interviewde hij atleten en coaches. Daarnaast maakt hij interviews en reportages over het reilen en zeilen van verenigingen en loopgroepen binnen de Nederlandse atletiek.