CTS GROUP talententeam: de druk van presteren

Geplaatst op Maandag, 28 oktober 2019
CTS GROUP talententeam: de druk van presteren

Ook het CTS GROUP Talententeam, 1500 meter loper Robin van Riel (AV Atilla, 19 jaar), werpster Alida van Daalen (PAC, 17 jaar), sprinter Raphaël Bouju (AV Feniks, 17 jaar) en werpster Jorinde van Klinken (Groningen Atletiek, 19 jaar), ervaren druk voor een belangrijke wedstrijd. Wat komt daarbij kijken? En hoe gaan zij daarmee om?

Robin van Riel

‘Ik hou wel van druk’

Durven dromen

‘Ik ervaar druk wanneer ik mezelf een doel stel, waarvan ik weet dat ik deze niet makkelijk kan halen.’ Dat is dan ook precies wat Robin doet. ‘Ik hou wel van de druk, ik kan er goed mee omgaan. Er zijn atleten die raken er door van ’t padje, die kunnen niet meer presteren. Ik kan er goed tegen. Natuurlijk is het ook goed om reëel te zijn, maar je moet ook durven dromen. Zo stelde ik mezelf voor het EK U20 een medaille als doel. Terwijl een finale plek, ondanks ook al lastig, een veel reëler doel zou zijn. Een hoog doel, en dus wat druk, houdt me scherp. Het zorgt ervoor dat ik die paar procent extra kan geven.’ Toch werkt het ook voor Robin niet altijd. ‘Het EK cross (in Tilburg, red.) had ik wel last van de druk. Ik wilde me te graag bewijzen, in m’n eigen stad. Ik was ook nog eens een ambassadeur van de wedstrijd. Ik kon me tijdens de wedstrijd niet goed ontspannen, dat heeft energie gekost. Maar over het algemeen kan ik denken, zoals bij het EK U20, het is gewoon een wedstrijd met toevallig andere shirts en vlaggetjes om me heen.’

‘Motivatie om extra diep te gaan’

Nu en hier

‘De druk die er is, leg ik overigens volledig mezelf op. Al weet ik soms wel aan de start: mensen verwachten iets van me. Mijn manier om daar mee om te gaan: elke wedstrijd weer als een nieuwe zien. Het gaat om nu, en om hier. Ik moet het nu weer laten zien. De verwachtingen van de buitenwereld hebben ook een goede uitwerking, het is motivatie om extra diep te gaan. Om meer te leveren.

Mijn directe omgeving, de mensen die belangrijk voor me zijn, leggen me geen druk op. En ik vertrouw op mijn trainer (Jack van Avendonk, red.). Als ik aan de start sta, weet ik dat ik daar hoor. Met mijn boer (Rick, red.) praat ik voor een wedstrijd vaak over onze kansen. Mijn ouders proberen de druk een beetje bij me weg te nemen. Ze motiveren me om alles te geven, maar zeggen ook “we zien wel, verwacht niet te veel van jezelf”. En mijn vriendin? Die is toch wel trots, wat ik ook gelopen heb, als ik maar alles heb gegeven,’ lacht Robin.

Alida van Daalen

‘Groot denken’

Positieve druk

‘Druk ervaar ik niet perse. Tijdens een wedstrijd voel ik wel gezonde spanning, maar druk ken ik nog niet. Ik denk ook niet zo na over wat de buitenwereld denkt of verwacht. Ik weet wat ik kan, en wil laten zien wat ik in me heb.’ Die rust en dat vertrouwen heeft Alida zelf gecreëerd vertelt ze. ‘Ik heb al flink wat wedstrijdervaring en weet wat me te wachten staat. Tijdens het EK deze zomer (2019, red) liet ik in de 5e poging met discuswerpen zien wat ik kon. Toen voelde ik wel een beetje druk, maar niet zo dat ik eronder bezweek. Een beetje druk helpt me juist goed presteren.’ En als Alida dan toch last heeft van teveel spanning, dan is het haar coach en tevens moeder (Jacqueline Goormachtigh, voormalig topatleet red.) die haar helpt. ‘Wanneer ik het bijvoorbeeld in een laatste poging moet waarmaken, brengt ze me tot rust en zorgt dat ik weer kan nadenken en er voor kan gaan. En woorden als: je weet dat je het kan! en pak ze! zorgen dan voor de nodige peptalk. Positieve gedachtes helpen me ook, ik zeg dan tegen mezelf: je bent de beste in de ring. Ik maak mezelf dan groot, door groot te denken, door te doen alsof je al boven de concurrenten staat.’

Raphaël Bouju

‘Old school rap en dansen helpt’

Just focus & race

‘Tijdens de warming up voel ik wel wat druk, net voor de race neemt dat af wanneer ik m’n laatste oefeningen en voorbereidingen doe. Maar eenmaal aan de start, komt de druk en spanning terug. Dan denk ik aan de race die ik ga lopen, hoe ik er voor getraind heb en aan de andere races die ik eerder won. Dat helpt. Na het winnen van het goud verwachten mensen wel meer van je. Ik heb het gevoel dat ik nu dóór moet, races winnen. Nu ga ik meer wedstrijden lopen, dan zal de spanning en druk wel afnemen naar mate ik meer ervaring opdoe.’ Maar zoals ook voor zijn collega atleten uit het team geldt, werkt druk ook vóór Raphaël. ‘Absoluut. De druk, de spanning het pept je lichaam op, je prestaties verbeteren er door. Pas wanneer ik onder teveel druk sta, werkt het tegen me. Dan blijf ik maar denken, en dan loop ik een slechte race. Zoals tijdens het NK senioren 100 meter dit jaar, ik zat in een van de buitenste banen en moest me inhouden, ik wilde niet gediskwalificeerd worden door te vroeg te starten. Mijn coach helpt me met druk omgaan, hij zegt “just focus and race” en hij herinnert me eraan hoe hard ik getraind heb. Ook m’n moeder helpt me door te zeggen dat ze van me houdt. Ik luister graag naar muziek, old school rap, voor de warming up. Dat maakt me rustig. Dansen is ook een goede uitlaatklep. Tupac is m’n held, van zijn muziek word ik easy.’

Jorinde van Klinken

‘Mezelf compleet opfokken’

Praten en muziek

‘Ik geloof niet dat ik echt last heb van druk, dat is ook wel een vereiste om goed te kunnen presteren. Wat ook scheelt, ik denk niet continue: ik moet winnen. Natuurlijk wil je zo goed mogelijk presteren, daar doe je alles voor wat mogelijk is. En voel ik me in vorm, dan wil ik natuurlijk dat het eruit komt. Dat geeft wel een beetje druk vanuit mezelf, maar niet zodanig dat ik er last van heb. De invloed van druk verschilt ook per onderdeel. Bij kogelstoten heb ik heel veel spanning en druk nodig. Ik sta mezelf vooraf dan compleet op te fokken. En wanneer een concurrent over me heen stoot, helpt die druk me juist. Dan wil ik er voorbij. Discuswerpen werkt tegenovergesteld, dat gaat veel meer op souplesse. Dan moet ik m’n rust bewaren. Wanneer ik de discus dan twee keer ongeldig werp en weet dat de laatste poging goed moet gaan, dan is de druk wel te hoog. Mensen spreken soms hun verwachtingen over mij uit, maar ik trek me er niet veel van aan. Zij kunnen toch niets voor me doen op het moment dat het erop aankomt, ik moet het dan waarmaken. Achteraf wil je natuurlijk wel dat iedereen trots is.’ Jorinde voelt zich enorm gesteund. ‘Er staan zoveel mensen achter me, dat is een bijzonder gevoel. Ik heb een aantal super goede vrienden die me mentaal steunen, naast mijn ouders en zusje. Mijn coach is er vooral voor de technische ondersteuning. Wanneer ik wel spanning of druk voel, helpt praten. Of vlak voor de wedstrijd naar muziek te luisteren. En als ik heel zenuwachtig ben, zing ik voor mezelf,’ lacht Jorinde.

Tekst: Esther Vliege