Christian Tamminga: coachen in het YouTube-tijdperk

Geplaatst op Donderdag, 8 april 2021
Christian Tamminga: coachen in het YouTube-tijdperk

In een nieuwe serie interviews komen coaches aan het woord van atleten die in de afgelopen tijd bijzondere prestaties hebben geleverd. Wie is die coach en wat is zijn visie op het trainen en op het vak van de trainer? In deze aflevering ontmoeten we Christian Tamminga (1974), de man achter polsstokhoogspringer Menno Vloon.

Zelf reisde hij de halve wereld over om zijn kennis over het polsstokhoogspringen te vergroten en zijn techniek te verbeteren. Nu geeft Christian Tamminga (1974) training te midden van de YouTube-generatie: atleten die op internet alles kunnen vinden over hun helden in de sport.

Momenteel is Menno Vloon zijn enige atleet. In het verleden begeleidde Tamminga ook andere atleten die 5,50 of hoger sprongen, zoals Wout van Wengerden. Hij coachte ook hordeloopster Rosina Hodde naar de EK-finale in 2014 in Zürich. Bovendien was hij jarenlang verbonden aan de trainersstaf van Ajax. ‘Maar ik kreeg het te druk met mijn eigen bedrijf – Tamminga ontwikkelt sportaccommodaties en levert daar de materialen voor – en heb vanaf 2018 anderhalf jaar geen trainingen gegeven’, vertelt hij.

'Mensen helpen om zich te verbeteren'

Maar toen Menno Vloon bij hem aanklopte, kon en wilde hij geen “nee” zeggen. ‘Ik kende Menno al uit de tijd dat hij met zijn toenmalige coach Richard Coté bij de centrale trainingen kwam die bondscoach Rens Blom en ik organiseerden in Den Haag en het Amsterdamse Ookmeer. Talentontwikkeling vind ik geweldig. Mensen helpen om zich te verbeteren en daar mijn eigen kennis en knowhow voor in te zetten is prachtig’, aldus de man die opgeleid is aan het CIOS, de trainersopleidingen in de atletiek volgde én werd uitgenodigd voor de TopCoach 5-opleiding van NOC*NSF. ‘Maar nog mooier is het om mensen plezier te laten beleven aan hun sport.’

Wie die passie bij Tamminga wil ontdekken, moet onder de klep van zijn pet en achter de donkere glazen van zijn zonnebril kijken. Die soms wat norse houding is maar schijn en die indruk verdwijnt ook als hij met zijn atleet in de weer is tijdens de eerste buitentraining van dit nieuwe seizoen op de accommodatie van Ilion in Zoetermeer. Een klein groepje springers van diverse leeftijden is, samen met drie trainers, een paar uur in de weer – en dat past prima binnen de beperkingen die corona nog altijd oplegt. Het elastiek van de polshoog-installatie gaat voortdurend omhoog en omlaag, de atleten springen om de beurt. En als iedereen vermoeid de stokken heeft opgeborgen, staat alleen Vloon nog op de aanloop. ‘Nog één keer?’, klinkt het vragend. Maar daarna volgen nog twee “laatste keren”.

Tamminga grijnst. ‘In mijn tijd werkten we volgens vaste standaarden’, zal hij later vertellen. Als er vijftien sprongen op het programma stonden, werd er ook vijftien keer gesprongen. Nu streef ik meer naar vrijheid voor atleten. Ze moeten zélf hun beslissingen nemen. Dat die vrijheid soms tot verkeerde keuzes kan leiden, is dan maar zo. Dat moet je laten gebeuren.’


Menno Vloon & Christian Tamminga


De lockdown leidde tot een polshoog installatie in de achtertuin

De samenwerking tussen Tamminga en Vloon startte in oktober 2019 en leidde eind februari tot de recordsprong van 5,96 in Clermond-Ferrand en deelname aan de EK Indoor in Torún. Hoe ziet die samenwerking eruit? ‘Menno heeft acht trainingen per week op zijn programma staan en ik ben er 4 tot 5 keer bij. Dat is voldoende, want ik vind dat een atleet ook alleen moet kunnen trainen. Maar de coach moet er op de belangrijke momenten bij kunnen zijn’, zegt Tamminga.

Tijdens de eerste lockdown leidde dat tot een bijzondere beslissing. Tamminga liet een polshoog-installatie in zijn achtertuin aanleggen en Vloon bivakkeerde drie maanden lang regelmatig in het guesthouse van de familie Tamminga. ‘Voor mij had dat niet naar buiten hoeven komen maar dat hou je met die social media niet tegen’, lacht Tamminga. ‘Het belangrijkste was dat Menno kon blijven trainen. Nu hoeft dat niet meer in de achtertuin, maar hij blijft wel regelmatig bij ons overnachten, zodat hij weinig reistijd kwijt is en we veel contact kunnen hebben. Soms plannen we op die manier een soort mini-trainingskamp van een week.’

De YouTube generatie

Tamminga reisde als atleet over de hele wereld om te zoeken naar de manier van springen die hem het beste paste. Hij verbleef regelmatig bij de toenmalig Nederlands recordhouder Chris Leeuwenburg, die in de VS woont. Maar hij trainde ook bij Sergei Bubka in Monaco en bij Aleksandr Averboekh in Israël. En hij leerde de “Franse school” kennen van Jean Galfione en de Russische aanpak van Valeri Kogan, de man achter de successen van Rodion Gataullin. ‘Ik bleef op jacht naar de juiste manier van springen en daarin was ik niet de makkelijkste, ook niet voor mijzelf’, zegt hij, terugkijkend op zijn carrière. ‘Maar nu hebben we te maken met de YouTube-generatie. Atleten hoeven niet meer op reis te gaan; ze delen de informatie over hun trainingen op internet.’

Hij schetst nog een verandering. ‘In mijn tijd was Bubka uiteraard de standaard, vanwege zijn wereldrecords. Je probeerde zo dicht mogelijk bij zijn techniek in de buurt te komen, dus iedereen wilde weten wat zijn aanpak was. Toen ik in Monaco trainde en regelmatig wat aanwijzingen van hem kreeg, vond ik dat uiteraard heel inspirerend. Nu zie je dat atleten veel meer op zoek gaan naar hun eigen manier van springen. Dat biedt veel meer vrijheid. Je ziet atleten vrijer bewegen en met meer frivoliteit springen. En dat klopt ook, want het ideale plaatje van de polshoogsprong bestaat niet. Iedereen ontwikkelt een eigen stijl en dat moet je als coach ook in stand houden. Anders gaat een atleet te veel bij zichzelf weg.’

De grote kracht van Menno Vloon

‘Je kunt als coach een atleet wel helpen om die eigen stijl te ontwikkelen. Dat betekent voor mij dat ik Menno help om vertrouwen te krijgen in zichzelf. Het vergt ook dat je als coach en atleet dezelfde taal leren spreken om elkaar goed te begrijpen. Daar heb je echt wel een jaartje samenwerking voor nodig.’ Hij noemt als een van de grootste krachten van Vloon dat de polshoogspringer een verleden als meerkamper heeft. ‘Hij is fysiek heel allround ontwikkeld en heeft ook gymnastische kwaliteiten. En hij is van nature krachtiger en sneller dan ik was. Ik moest daar veel harder voor trainen.’

‘Belangrijk is ook dat hij in staat is aanwijzingen tot in detail uit te voeren. Hij is volwassen, maar op de juiste manier volgzaam en doet wat ik van hem vraag. Dat is heel belangrijk als je nieuwe dingen uit wilt proberen, waarmee hij zichzelf verder kan ontwikkelen.’ Tamminga prijst ook het concentratievermogen van Vloon. ‘Zelf heb ik dat van Averboekh geleerd: je moet vóór je gaat springen van breed naar smal gaan met je aandacht om tot jezelf te komen. Noem het een meditatie-momentje, vlak voor je in beweging komt.’

Wat is de ambitie van coach Tamminga?

‘The sky is the limit. Succes kun je afdwingen door een goed dagprogramma en door te zorgen voor de juiste omstandigheden – zoals die polshoog-installatie in de achtertuin. Je moet nooit spijt hebben van wat je niet hebt gedaan, maar wel had kunnen doen. En daarbij gaat het dan niet om het najagen van een medaille, maar om het steeds hoger springen. Dát moet het doel zijn.’


Tekst & beeld: Cors van den Brink