Bolt uitgeroepen tot Laureus wereldatleet van het jaar
Drievoudig Olympisch kampioen en wereldrecordhouder Usain Bolt is woensdag uitgeroepen tot Laureus wereldsporter van het jaar (2008). De Jamaicaanse sprinter ontving de bijbehorende trofee in het Canadese Toronto uit handen van atletiekgrootheden Edwin Moses (voorzitter van de Laureus Wereld Sport Academie) en Michael Johnson (de Amerikaan wiens wereldrecord op de 200 meter Bolt in Peking verbeterde). Hij troefde in de verkiezing onder meer achtvoudig gouden zwemmedaillist Michael Phelps af en voetballer Ronaldo.
Met de trofee in de hand neemt Usain Bolt een bekende pose in. Foto en tekst: WK
Bolt is in Toronto om donderdag mee te doen aan het eerste \'Festival of Excellence\' (www.festivalofexcellence.ca), het eerste internationale atletiekgala in Toronto sinds vele jaren. Aan de vooravond trok hij - zeker voor lokale atletiekbegrippen - een recordaantal sportjournalisten. \'Hij kan er maar beter aan wennen\', meldde Michael Johnson droogjes in reactie op de twintig tv-camera\'s, over de honderd journalisten en diverse genodigden (waaronder lokale, nationale en landelijke politici). Als voormalig Olympisch kampioen en wereldrecordhouder (200 en 400 meter) kent de Amerikaan het klappen van de zweep: \'Als je de Olympische 100 meter, 200 meter en estafette wint, met wereldrecords, dan trek je iedere wedstrijd dit soort publiek.\'
Bolt zelf meldde uit te kijken naar zijn eerste internationale (\'eerste echte\') 100 meter van het seizoen (op eigen bodem liep hij al wel 9,93 en bij een galawedstrijd over 150 meter liep hij half mei in Manchester als tussentijd zelfs de beste wereldjaarprestatie van 9,91). Op records wil de 22-jarige atleet zich nog niet focussen. In Toronto treft hij als voornaamste concurrenten de Amerikanen Shawn Crawford (persoonlijk record 9,88), Bernard WIlliams (9,94) en Ivory Williams (geen familie, 9,94). De race wordt gelopen op een gloednieuwe baan in het lokale (universitaire) Varsity Stadium. Nieuwe banen, vaak nog iets zachter, zijn doorgaans niet het allersnelst. \'Toch sluit ik goede sprinttijden bepaald niet uit\', meldde de Canadese hordenloopster (en oud-wereldkampioene) Perdita Felicien. \'Ik heb er twee keer op kunnen trainen en het voelt snel. Volgens mij is het dezelfde ondergrond als in Oslo en daar wordt toch hard gelopen.\'
Met Michael Johnson in zijn gezelschap kreeg Bolt de meeste vragen over een eventuele uitbreiding van zijn verzameling titels en (vooral) records. \'Ik weet niet echt wanneer ik de overstap zal maken naar de 400 meter\', bekende de Jamaicaan. \'Om eerlijk te zijn moet ik zeggen dat ik bepaald niet houd van de harde training die daar voor nodig is.\'
Mocht hij er een gooi naar doen, dan is Johnson er in ieder geval van overtuigd dat Bolt ook dat wereldrecord kan verbeteren: \'Het hangt er vooral vanaf of hij zich het benodigde ritme eigen kan maken\'. Volgens Moses - met 122 opeenvolgende overwinningen in de jaren \'70 en \'80 zelf een toonbeeld van regelmaat - moet de 19,32-loper daarvoor halverwege in ongeveer 20,5 doorkomen: \'Het komt dus neer op de vraag of hij langzaam genoeg kan lopen voor de 400 meter.\' Beide grootheden gingen daarmee overigens voorbij aan het feit dat Bolt - ondanks zijn oorspronkelijke focus op de 200 meter - diverse 400 meters op zijn naam heeft staan, inclusief een persoonlijk record (inmiddels wel twee jaar oud) van 45,28.
Naast de 100 meter sprint zijn in Toronto de 100 meter horden (met Felicien, Olympisch bronzen medaillist Priscilla Lopes-Schliep en drie snelle Amerikaanse atletes) en de 400 meter mannen (met Olympisch kampioen Lashawn Merrit) het sterkst bezet. Olympisch tienkampkampioen Bryan Clay maakt in Canada zijn seizoensdebuut. Atletiekunie.nl sprak na afloop van een persgesprek met de Amerikaan die een minimeerkamp afwerkt met de ietwat ongebruikelijke onderdelencombinatie 110 meter horden - polsstokhoogspringen - 400 meter. Klik daarvoor hier (let op: groot bestand, interview in het Engels).
NB zie voor meer informatie over de Laureusprijs en -organisatie op www.laureus.com.