Bioloog: atleten zitten nog niet aan de top

Geplaatst op Dinsdag, 2 december 2008
Bioloog: atleten zitten nog niet aan de top

Er is voorlopig nog geen einde aan de verbetering van wereldrecords op de loopnummers in de atletiek. Een 100 meter in 9.48 voor mannen en 10.39 voor vrouwen lijkt mogelijk.

Dat stelt de Amerikaanse bioloog en hoogleraar aan de Stanford University Mark Denny in een artikel in het tijdschrift Journal of Experimental Biology. Zijn conclusies zijn niet gebaseerd op fysiologisch onderzoek, maar op een historische vergelijking van de prestatie-ontwikkeling van hond, paard en mens. Denny keek naar de uitslagen van hun wedstrijden en ontdekte dat honden en paarden tegenwoordig niet sneller lopen dan in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De wereldrecords van de mens worden echter nog steeds verbeterd.

‘Mijn berekeningen wijzen uit dat snelheid z’n grenzen heeft, maar niet wat de oorzaak daarvan is’, aldus Denny. Hij verwacht dat er niet één specifieke beperking is, maar een combinatie van fysieke en mechanische redenen waardoor de vooruitgang op een gegeven moment zal stoppen.
Voor de 200 meter komt hij uit op een piektijd van 18,63 (tegen de 19.30 van Bolt in Bejing). Op de marathon voorspelt hij 2.00.47 voor de mannen (tegen 2.03.59 van Haile Gebrselassie nu) en 2.14.97 voor de vrouwen (waarbij Paula Radcliffe met haar WR van 2.15.25 dus al dicht tegen de piek aan zit).

Zijn bevindingen staan los van het feit dat Usain Bolt bij zijn wereldrecord in Beijing in de laatste meters z’n snelheid al liet dalen door z’n armen in de lucht te steken. De Noorse fysioloog heeft eerder berekend dat de Jamaicaan anders 9,55 had kunnen lopen.

Klik hier voor het artikel van Denny.