Atleten op Tenerife, deel 2
Ik heb weer postgevat in de dugout op de atletiekbaan, en kijk naar de training van het Dutch Paralethic Team. Zo onopvallend mogelijk sla ik ze gade, ik wil immers niet de indruk wekken dat ik ze begluur, wat ik natuurlijk wel doe. Bijna een week zit het team er nu, en hoewel ik bij elke beweging nog peentjes zweet, lijken de atleten al volledig geacclimatiseerd. Terwijl de wheelers hun 250s tegen de wind in beuken, is mijn oog op een andere verschijning op de baan gevallen.
Hij ziet er nogal vervaarlijk uit met al die tatoeages en een tas met gereedschap onder zijn arm. Een voor een komen de prothesegebruikende atleten bij hem langs en dat sleutelt hij wat: een andere voet eronder, een knie die hij losdraait, en dan weer vast. Ik raap mijn moed bij elkaar en stap op hem af: \"Ik ben Frank Jol, de prothesemaker van het team en hier speciaal drie dagen naartoe gereisd om te ‘finetunen\'\".
Ik vraag hem wat dat ‘finetunen\' precies is. Een enthousiaste twinkeling verschijnt in zijn ogen: \"We zijn al vanaf september bezig een aantal nieuwe protheses op te bouwen, met de materialen van Otto Bock. Zij leveren de voeten en de knieën, maar die moeten vervolgens nog op maat gezaagd en afgesteld worden. Dat afstellen doen we hier. Ook beslissen we hier voor Suzan, Ronald en Marije met welke categorie voet ze gaan lopen en springen op het WK\".
\"Categorie voet?\" Frank legt uit: \"Otto Bock produceert voeten in verschillende categorieën, hoe meer laagjes carbon, hoe hoger de categorie en hoe stijver de voet. Sommige atleten gebruiken voor verschillende onderdelen verschillende voeten\". Zo ook Suzan, die net komt aanlopen voor een voetwissel. Ik vraag haar welke voet zij gaat kiezen: \"Voor het WK zijn we er wel uit. Een iets zwaardere voet voor het lopen, en voor het springen eentje die lichter is, maar wel een centimeter langer. Als het nodig is passen we in Sydney nog wat aan, maar ik denk dat ik pas voor het zomerseizoen weer echt ga wisselen\".
Frank blijkt naar de voorbereiding op het WK in Sydney te komen, en op het WK zelf is hij er ook bij. Naar eigen zeggen niet alleen voor het materiaal, maar ook voor mentale steun. Lachend verteld hij dat hij 45 kilo overbagage moest inchecken op de heenweg. Voeten, kokers, knieën, adapters en allerhande gereedschap moest mee. Mijn oren klapperen als ik hoor dat je van de inhoud van zijn koffer met gemak een nieuwe auto kunt kopen. Dure dingen, die protheses!
\"Ja, gehandicaptenatletiek is een materiaalsport\", beaamt bondscoach Guido Bonsen, die erbij is komen staan. Terwijl we naar een sprong van Suzan op haar categorie 2 voet kijken legt hij uit: \"dankzij de investeringen van Frank Jol en Otto Bock hebben we het afgelopen jaar een slag kunnen slaan qua materiaal, we kunnen ons nu met de beste landen meten, qua benen. Daar ben ik heel blij mee\". Komen de prestaties vanzelf als je er een goed been onder zet? \"Dat niet, het blijft veel en hard trainen. We hebben nu een kleine week erop zitten en zijn vanaf maandag echt hard gaan trainen. Morgenochtend staat er een zwaar loopschema op stapel, ik ben benieuwd hoe de atleten dat volbrengen, zo\'n derde dag hard trainen is vaak beslissend.\" Zie ik daar nou een glimp van leedvermaak in zijn ogen?
Ik wil hem en Frank nog veel meer vragen maar ze staan alweer te discussiëren over de prothese van Ronald. Ik neem mijn plekje in de dugout weer in en kijk nog een tijd gefascineerd naar het gesleutel. Met zoveel expertise en inzet moeten die prestaties toch vanzelf komen, mijmer ik voor me uit.
Een fan