AMSTERDAM MARATHON: Butter bewijst zich op marathon
Michel Butter heeft zichzelf zondag in Amsterdam bewezen op de marathon. Niet alleen werd hij Nederlands kampioen, hij verbeterde zijn tijd tot 2.12.59. Lornah Kiplagat kwalificeerde zich voor de Olympische Spelen met haar tijd van 2.25.52. Ook zij won goud.
In april maakte Butter zijn debuut in 2.17.36 in Utrecht. In Amsterdam ging hij weg op een tijd die aanmerkelijker sneller was, maar ook onder veel betere omstandigheden te realiseren moest zijn. Lange tijd liep hij samen met Patrick Stitzinger, die ook in staat moest zijn om zijn tijd van 2.15 te kunnen verbeteren tot 2.13 of 2.12. Favoriet voor de titel was Koen Raymaekers, die zich wilde kwalificeren voor Londen. Daarvoor moest hij sneller dan 2.10.00 lopen. Helaas speelde een zere keel hem parten en moest hij na 16 kilometer de race verlaten. Daardoor schoven Butter en Stitzinger en ook Olfert Molenhuis een plaatsje op in de race om de NK-medailles. De omstandigheden in Amsterdam waren perfect te noemen: het was bij de start wat fris, maar er stond nauwelijks wind. De hemel was strakblauw, zoals vaker tijdens de najaarsmarathon.
Hamstring
Butter voelde zich sterk, wilde al na 29 kilometer weglopen bij zijn groep. De Portugese atleet Luis Feiteira wist hem in te tomen; het was nog ver naar de finish. Na 30 kilometer kon Stitzinger hem niet langer volgen. De Limburger kreeg problemen met zijn hamstring, een klacht die in eerdere marathons ook al een spelbreker was. Butter zette zijn jacht op het goud en een persoonlijk record vervolgens onverstoorbaar voort; na 40 kilometer had hij nog de kracht om flink te versnellen om op een tijd net onder de 2.13 uur uit te komen. Stitzinger won het zilver, maar kwam teleurgesteld in 2.15.20 over de meet. ‘Misschien ben ik toch niet zo’n goede marathonloper. Aan mijn voorbereiding lag het niet. Ik voelde me sterk en fris, maar vanaf 30 kilometer kreeg ik kramp in mijn hamstring.’ Het brons was voor Olfert Molenhuis, die zijn tijd verbeterde tot 2.16.20.
Gelukkig
Lornah Kiplagat wilde niets anders doen dan onder de 2.27.24 lopen, de tijd die nodig is voor een ticket naar Londen volgend jaar. En daaraan voldeed ze ruimschoots; ze liep een strakke race en werd uiteindelijk derde. Ze werd ook Nederlands kampioen. ‘Ik ben de gelukkigste vrouw van Amsterdam vandaag’, zei ze na afloop. ‘Misschien wel van heel Nederland. Ik heb niks te klagen. Na de marathon van Londen (in april) ontbrak het me aan een heel scherp wedstrijdgevoel. Vandaag had ik dat weer terug.’ Haar kuiten waren volledig ingetapet, meer uit voorzorg en ter ontspanning. Er was geen last, geen blessure. Ze traint niet met de tape, maar gebruikt het alleen voor wedstrijden. Kiplagat’s volgende marathon wordt de olympische. In de aanloop daarnaartoe zal ze vooral aan haar snelheid gaan werken.
Marathonloper
‘Als Lornah de gelukkigste vrouw van Nederland is, ben ik de gelukkigste man’, lachte Butter. Hij heeft een grote stap gezet in zijn carrière als marathonloper. Toch weet coach Guido Hartensveld nog niet of hij vanaf nu alles op alles op alleen die lange afstand zal zetten. ‘Hij heeft nog geen echte toernooien gedaan’, zegt hij. ‘Misschien moet hij wel aan de 10.000 meter gaan denken. Maar dan zal hij eerst sneller moeten worden op de 5000 meter. Zelf speelt hij wel met de gedachte aan olympische limiet voor Londen, op de marathon.’
Hard trainen
Bij de vrouwen was het zilver voor Heleen Plaatzer. De Nijmeegse liep zichzelf dit jaar al vaker steeds meer in beeld. Twee weken geleden werd ze onder zware omstandigheden Nederlands kampioen op de halve marathon in 1.14. In Amsterdam verbeterde ze haar tijd op de hele afstand met zeven minuten tot 2.35.23. ‘Hoe? Door veel harder te trainen’, verklaarde ze haar succes. Ze keek nog even alsof ze het zelf niet kon geloven. Ze is klaar met haar opleiding tot huisarts en heeft zichzelf de tijd gegeven om fulltime te trainen voor de marathon. ‘Ik heb meer getraind dan vorig jaar, veel meer kilometers gemaakt. Vorige keer liep ik nog redelijk comfortabel, nu wilde ik eruit halen wat erin zat. Ik wist: dit gaat niet lekker aanvoelen. Na 25 kilometer werd het echt doordouwen’, lacht ze. ‘Miranda Boonstra gaf me vantevoren de tip: als het even niet gaat, moet je jezelf herpakken. En dat heb ik gedaan. Ik heb mezelf herpakt, wilde niet tevreden zijn met 2.38.’ De bronzen medaille was voor Miriam van Rijen. Na een lange periode van blessures wist ze door goede begeleiding van haar fysiotherapeut en sportarts het vertrouwen terug te krijgen, en kwam ze tot een tijd van 2.42.05.
Winnaar
De allersnelste atleet in de hoofdstad was Wilson Chebet. De Keniaan liep lange tijd in een grote kopgroep, waarin veel geklungeld werd bij de drankposten. Na 35 kilometer gaf hij gas bij en stormde solo op het Olympisch Stadion af, waar hij ondanks problemen met zijn buik en voet, aankwam in 2.05.53. Debutant Laban Korir werd tweede in 2.06.05 en tempomaker Eric Ndiema kwam 2 seconden later op de eindstreep. Zes atleten liepen onder de 2.07. Bij de vrouwen verbeterde Tiki Gelana (Eth) het parcoursrecord van Gete Wami (2002) tot 2.22.08. Haar landgenote Eyerusalem Kuma werd tweede in 2.24.55.
Tussentijden Lornah Kiplagat: Tussentijden Michel Butter:
5 km 17.23 15.59
10 km 34.28 31.33
15 km 51.29 47.20
20 km 1.08.35 1.03.09
21,1 km 1.12.20 1.06.34
25 km 1.25.34 1.18.51
30 km 1.42.43 1.34.38
35 km 2.00.04 1.50.30
40 km 2.17.43 2.06.22
42,2 km 2.25.52 2.12.59
Verslag: Barbara Kerkhof / Fotografie: Erik van Leeuwen
Atletiek Week maakte een reportage over het werk van de hazen in de marathon. Dit artikel leest u hier.