Abdi Nageeye vindt in Addis Abeba ideale trainingsplek
Drie mannen in het oranje op de 10.000 meter, het is een ongekende weelde. Abdi Nageeye verwacht echter niet dat hij, Khalid Choukoud en Ronald Schröer elkaar kunnen helpen in die race. ‘Iedereen zal voor zichzelf lopen. Ja, Ethiopiërs en Kenianen doen dat wel, die zijn kanshebber op de eindzege. Dat is voor ons niet reëel, we zullen niet om de winst strijden. Dan kun je ook niet samenwerken.\'
Nageeye (23) hoopt op een plek bij de top 6 in de Finse hoofdstad. ‘Eerste acht zou ook heel mooi zijn, maar met een plek in de top 6 zou ik superblij zijn.\'
Aan Londen zal Nageeye niet denken. Ook niet stiekem? ‘Die limiet staat op 27.44,00. Ik ben misschien wel in staat onder de 28 minuten te duiken, maar die tijd... Je weet natuurlijk nooit wat er gaat gebeuren en als het kan zal ik er alles aan doen. Maar in een titelstrijd wordt toch vaak tactisch gelopen.\'
Abdi Nageeye won tijdens de ASICS NK de 5000 meter
Een plek bij beste zes zou voor Nagaaye een fraai vervolg zijn op zijn zesde plek bij de EK-cross in december vorig jaar, toen hij ook zesde werd (U23). In Velenje bewees de geboren Somaliër op de weg terug te zijn. Hoe anders was het nog maar een half jaartje eerder geweest. Op de EK voor neosenioren in Ostrava kwam hij niet verder dan een teleurstellende plek 19 op de 5000 meter (14.44,35). Opnieuw verruilde hij van coach. In 2010 stapte hij al over van Johan Voogd naar Theo Joosten, een jaar geleden koos hij oor Jushua Mols en zijn Joshua Track Team.
‘Alles loopt lekker nu. Ik heb in Jesper van de Wielen echt een maatje gevonden. In de races lopen we wel tegen elkaar, voor de rest doen we veel samen, vooral de tempo\'s op de baan en in het bos,\' vertelt Nageeye in Amsterdam, waar hij een week voor vertrek naar Helsinki nog even de Nederlandse titel op de 5000 meter veroverd. ‘Ik ging vandaag niet echt super.\' Komt ook omdat hij drie dagen eerder in Slovenië een mislukte 5000 meter liep. ‘Het was slecht geregeld; geen hazen, geen veld. Ik wilde eigenlijk niet van start gaan. Dat heb ik toch maar gedaan, maar ik had m\'n kop er niet echt bij.\'
Begin 2012 was Nageeye, zoals vaker, in Kenia op stage geweest. Dit voorjaar probeerde hij het eens in Ethiopië, in hoofdstad Addis Ababa. Dat bleek een schot in de roos. ‘Ik vind Ethiopië leuker, veel leuker.\' Toch wil hij dat niet zijn grote verandering noemen. ‘Dat is toch vooral de overstap naar Joshua. Zijn schema\'s zijn ander, ze passen beter bij mij.\'
Toch heeft hij Ethiopië ontdekt. ‘Je hebt een heel mooie cultuur van 3000 jaar oud, lekker eten, mooie musea. Vel atleten gaan naar Kenia om er te leven als een Keniaan. Maar in Iten, waar de meesten naarto gaan, heb je niks. Het lukte me wel daar te zijn, maar ik vind het al snel saai worden. In Addis Ababa heb je ook afleiding en die heb ik nodig. Niet dat ik uit ben geweest ofzo, maar dat kan wel. Het is er en dat alleen al geeft me een goed gevoel. Klinkt misschien wel raar, maar dat geeft me rust. Ik ben niet naar een museum geweest. Je concentreert je op het lopen, dus ga je niet uit. Maar het is er, dat is voor mij genoeg. Gek hè...\'
De klanken, de geuren. Nageeye voelde zich thuis in Addis Ababa. ‘Ook het eten in, écht lekker. De enjera is niet dezelfde als in Somalië, de pannenkoeken zijn vooral kleiner. Op vrijdag, de rustdag, ging ik wel uit eten; je hebt in Addis een grote Somalische gemeenschap. Verder deed ik geen gekke dingen, maar je bent na zo\'n avond wel weer helemaal opgeladen. Ik ben er zeven weken geweest, ze zijn omgevlógen. Het is zo snel gegaan, alsof het maar anderhalve week was.\'
Belangrijker nog, Nageeye is de training in Ethiopië ook beter bevallen. ‘In Kenia train je altijd op heuvelachtig terrein. Dat heb je in Addis ook, maar er zijn ook vlakke parkoersen. Je kunt kiezen. Bovendien, in Kenia loop je altijd in één grote groep van wel zestig atleten, die dus in één tempo lopen. Tien man voorop, de rest gaat kapot. Ik ging altijd mee in die slachting. In Ethiopië worden die groepen gesplitst, op snelheid. Je hebt daar die slachtingen dus ook niet.\'
Begeleiding had hij niet. ‘Maar ik ben ervaren genoeg om het zelf te doen. Ik trainde daar vooral zelf, met een paar vrienden. Die hebben me ook geholpen om op de baan van het Olympisch stadion te trainen. Daar mag eigenlijk niemand komen, behalve de nationale selecties.\'
Ideaal schijnt die baan overigens niet te zijn. ‘Keihard. Ik heb er ook niet op spikes gelopen, maar op wegschoenen. Ze zijn in Addis op verschillende plekken nieuwe banen aan het aanleggen.\'
Die baan in het Olympisch stadion is natuurlijk wel historische bodem. Alle grote Ethiopische atleten trainden er immers. Net als in Entoto, de bergen even buiten Addis Ababa. Of de Jai Meda, het grote, open en vlakke grasveld in de stad. ‘Ik deed daar mijn duurlopen. Tirunesh Dibaba kwam er ineens heel hard voorbij lopen... Ja, dat is inspirerend. Natuurlijk. Ik heb in een hotel gekeken naar de London Marathon, met veel topatleten die daar dan samenkomen. Het is zo leuk daar. Echt, ik wil weer terug. Na de zomer.\'
In zijn hoofd zit al langer dat hij naar de weg wil, naar de marathon. ‘Maar dit is zeker niet mijn laatste baanseizoen. Die 10.000 meter smaakt naar meer. Volgend jaar de WK, hoop ik. Ik kan nog meer snelheid opdoen, ik wil op de baan nog wel wat bereiken.\' Helsinki wordt zijn eerste toernooi bij de senioren. ‘Daar doe je het voor, die toernooien. Mooi ook, zo\'n hele ploeg in het oranje. Gaaf. En zolang ik nog geen marathonloper ben, draait het om de baan, om EK\'s en WK\'s.\'
En om de Olympische Spelen, ooit. Het is de droom van Nageeye om samen met zijn vriend Mo Farah (net als hij geboren in Mogadishu, maar uitkomend voor Groot-Brittannië) op de Spelen te staan. ‘De kans is voor Londen heel klein. Maar ik geef het nog niet op. Mo Farah was vier jaar geleden niet eens geplaatst voor Beijing, hij bleef erin geloven. En nu is hij the man to beat! Zeker omdat Bekele niet in vorm is.\'
Na Helsinki loopt Nageeye nog een 5000 meter in Heusden. Met de hoop op Londen. ‘In Addis Ababa liep ik mee met die jongens die snelle records van rond de 13.17 minuten hebben staan. Het zit erin. Jammer alleen dat ik me in deze weken door de EK niet specifiek op die 5000 meter kan voorbereiden.\'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Erik van Leeuwen